blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Adhin Jnan Hansdev

Eenheid in verscheidenheid

door Sandew Hira

Onlangs kreeg ik het artikel onder ogen van Jnan Adhin uit 1957 getiteld ‘Eenheid in verscheidenheid’. Het wordt weer verspreid via internet o.a. door Carlo Jadnanansing. Adhin stelt de vraag ‘hoe van de heterogene bevolking één Surinaams volk te maken, zonder dat daarbij gevaarlijke spanningen optreden’. Die vraag heeft niet aan actualiteit verloren. read on…

In de ban van slavernij – Zo tolerant is Suriname helemaal niet

door Nancy de Randamie

De Surinaamse regering doet haar uiterste best om aan haar volk en de rest van de wereld te tonen dat het land een culturele en etnische melting pot is. Daarom werden het afgelopen jaar op grootse wijze alle herdenkingsdagen gevierd. Gezamenlijk, gecoördineerd en landelijk. Deze termen werden bedacht door de Nationale Commissie Herdenking Jubileumjaren, NatCom. Helaas blijft de intolerantie, segregatie, discriminatie en zelfs racisme hier dwars doorheen sijpelen.
 
Toen ik elf jaar geleden vanuit Nederland naar Suriname terugkeerde, haalde ik opgelucht adem. Pim Fortuyn was net twee weken voor mijn vertrek vermoord. Nederland stond aan het begin van een reeks rechtse kabinetten, dat weer symbool stond voor een meer openlijk intolerantere samenleving. De CDA-er Jan Peter Balkenende werd premier en partijen als de VVD en Fortuyn’s LPV regeerden mee. Geert Wilders maakte na de dood van Pim zijn politieke opmars en Mark Rutte werd premier.
Ik ben teruggekeerd naar Suriname omdat ik mijn geboorteland beter wilde leren kennen en een steentje wilde bijdragen aan de ontwikkeling. Maar het feit dat Nederland alsmaar verhardde, heeft zeker meegespeeld in mijn beslissing te remigreren.
Interkrasie
Ik raakte flink ontgoocheld  toen ik er al snel achterkwam dat Suriname lang niet zo tolerant en muliticultureel is als wordt beweerd. Ja, aan de oppervlakte is het pais en vree. En het klopt: in tegenstelling tot buurland Guyana in de jaren zestig bijvoorbeeld, zullen hier niet snel rassenonlusten uitbreken. Toch is er sprake van een behoorlijke dosis intolerantie, discriminatie en zelfs racisme. Deze zijn onderhuids aanwezig en juist dat is gevaarlijk.
Deze regering (en in feite alle regeringen aan hen voorafgaand) gaat er met zo’n beetje het hele Surinaams volk er prat op dat Suriname zo multi-etnisch en mulitcultureel zou zijn. De cabaretgroep 1+1=3 twijfelt hier, net als ik, aan. Op 10 november, de laatste dag van de door de NatCom uitgeroepen Jubileumdag, uitte 1+1=3 op ludieke wijze wat ik bedoel: een racistische opa van Creoolse komaf, zoals er zovele zijn in Suriname, wordt door twee buurtgenoten terechtgewezen. Het is zijn Hindostaanse buur die het op een gegeven moment heeft over interkrasie. Ras, etniciteit, het zal allemaal vervagen, als maar genoeg kinderen van gemengde komaf geboren worden. Dat is nou interkrasie. Krasi is Surinaams voor geil.
Voor Suriname is het niet moeiljk om multicultureel en multi-etnisch te zijn. De kolonisator heeft ons ooit samen gebracht. In mijn ogen is dit niet iets om trots op te zijn. We moesten noodgedwongen samenleven.
Remigrantendiscriminatie
Dat samenleven gaat tot op zekere hoogte goed, maar lang niet altijd. Zo word je als remigrant regelmatig gediscrimineerd. Op de werkvloer. In het voorbijgaan. In winkels, kantoren, discotheken. Zo hoorde ik vorige maand nog iemand in een verkeersincident tegen mij roepen “Ga terug naar je eigen land!”

 Mijn ervaring is niet uniek. Veel remigranten ervaren vaak een onwelkome behandeling bij terugkeer. Een vingerwijzing dat er wel degelijk iets niet goed zit en dat Surineds worden gediscrimineerd, blijkt uit de cijfers van het Algemeen Bureau voor Statistiek. Van de 13.000 Nederlanders (meerendeels Surinamers met een Nederlands paspoort, Surineds) die in de periode 2000 tot 2012 naar Suriname kwamen om zich te vestigen, keerde 40 procent terug naar Nederland.

Dat kan de regering Bouterse met haar diasporabeleid mooi in haar zak steken. De reden van terugkeer van deze groep is nog niet onderzocht. Maar ik ken een flink aantal van hen die terugkeerden en bij hun beslissing speelde niet zelden mee dat ze zich in Suriname onvoldoende welkom voelden. Een nog grotere groep aarzelt om naar Suriname terug te keren precies om deze reden.
Maar ik kijk er anders tegenaan. Men kan nog zoveel tegen mij zeggen of doen, maar mij laten ‘wegpesten’ uit mijn eigen geboorteland zal niemand lukken. Als ik wegga, is dat omdat ik het tijd vind. Dat wegpesten gebeurt heel subtiel. En het ergste is: veelal hebben de plegers het zelf niet goed door. Dat is natuurlijk typisch voor discriminatie. En ook kenmerkend voor het racisme in Suriname.
Hoezo multicultureel en multireligieus?
De verschillende bevolkingsgroepen leven in vrede naast elkaar, maar nog altijd niet echt met elkaar. Men proeft letterlijk van elkaars cultuur dankzij interkrasie en door elkaars gerechten te eten, maar daar blijft het in feite bij. De leus Eenheid in Verscheidenheid, bedacht door wijlen staatsman Jnan Adhin, lijkt wel een vloek te zijn geworden.
Waarom praat men nog over ‘ik ben een Hindostaanse Surinamer’ en ‘Ik ben een Javaanse Surinamer’? Dat hokjesdenken – overgenomen van een ooit verzuild Nederland? – houdt juist integratie tegen! Tijdens de afgelopen Divali, het belangrijkste Hindoefeest, werd door Christenen een duizendmannenmars gehouden. De loop had als eindpunt het Onafhankelijkheidsplein. Daar bevond zich ook het centrum van de nationale Divaliviering. De ambtenaar die de vergunning voor de loop had afgegeven, moet vast Christen geweest zijn. En de duizend mannen Christenen. Je vraagt je af waarom ze uitgerekend op het belangrijkste Hindoefeest van het jaar deze mars moesten houden.
Sommigen zagen deze gang van zaken als het summum van multiculturalisme en multireligiositeit. Ik niet. Ik zie het als het geen respect tonen aan een andere religie. Andersom zou geen Hindoe het in zijn hoofd halen om op Eerste Kerst op het Onafhankelijkheidsplein een pudja – een traditionele hindoeceremonie – te houden. Multicultureel en multireligieus betekent voor mij dat je elkaars hoogtijdagen samen viert of tenminste respecteert dat een andere religieuze groep haar hoogtijdag heeft. Die duizend mannen mars had op een andere dag of ten minste op een andere plek gehouden kunnen worden.
Etnische politiek
De verscheidenheid is er zeker. Maar echte integratie blijft uit. Een nieuwe Surinaamse cultuur is zeker aan het opkomen, maar veel te langzaam. En als het erop aankomt, maken teveel mensen zich schuldig aan racisme. Een mooi voorbeeld is het huidige kabinet. Terwijl de regering Bouterse met man en macht zegt te streven naar  integratie van culturen en natievorming, vindt de toedeling van ambtenarenposten op basis van etniciteit onverminderd plaats.
Etnische politiek, onderdeel van de Oude Politiek zoals Bouterse dat zelf ooit noemde, staat nog recht overeind. Etnische politiek is een systeem van samenwerking op basis van etnische segregatie. En dit systeem werkt op haar beurt racisme in de hand. Etnische politiek is weer een uitvloeisel van Verbroederingspolitiek. Voor mij is meer dan duidelijk dat verbroederingspolitiek haar langste tijd heeft gehad. Toen het door wijlen staatsmannen Jagernath Lachmon en Johan Adolf Pengel eind jaren zestig van de vorige eeuw werd ingevoerd, bewees het in eerste instantie haar nut. De twee grootste bevolkingsgroepen, de creolen en hindostanen, moesten verbroederen omdat er onderhuidse rassensentimenten sluimerden. Nu, meer dan 40 jaar later, blijkt dat Verbroederingspolitiek werkelijke integratie belemmert, omdat het zich heeft ontwikkeld tot etnische politiekvoering.
Depolitiseren
Een voorbeeld: op het ministerie van Transport zit nu een marronminister, dus zie je steeds meer ambtenaren op dit departement, van hoog tot laag, die van marron komaf zijn. Dit beeld voltrekt zich overigens op elk department. Laatst maakte Paul Somohardjo (leider van het Javaans partijblok Pertjajah Luhur in het parlement) zijn misnoegen bekend over het feit dat Ashwin Adhin (een jonge hindoestaanse minister op de post onderwijs) aan depolitisering van ‘zijn’ ministerie deed. Wat Somo bedoelde is dat ‘de mensen die op hem lijken’ niet automatisch meer aan de bak komen en zelfs ontslagen worden op dit ministerie. Wat er aan de hand is? Minstens 16 jaar zwaaide een Surinamer van Javaanse komaf de scepter bij het ministerie van Onderwijs en zo werden een aantal van de belangrijkste posten toebedeeld aan Javanen. Volgens Somohardjo moet Adhin het veld ruimen als hij zo doorgaat.

Ook buiten de politiek woekert het racisme welig. Het racisme is terug te vinden in de manier waarop men zich uitdrukt. Als men het hier in Suriname heeft over ‘Surinaams’ eten, bedoelt de gemiddelde Surinamer creools eten. Oftewel: Hindostaans, Javaans, Chinees, Marron en Indiaans etens is dus niet echt Surinaams? Dit is iets waar men niet bij stilstaat.Roy en Rubia
Toen Pim de la Parra in 1975 Wan Pipel maakte, over de liefde tussen de creoolse Roy en hindostaanse Rubia, kwam het onverholen racisme van Rubia’s familie aan het licht. Wie deze film nog niet heeft gezien, moet dat zeker doen. De thema’s uit de film waren kenmerkend voor het Suriname van toen, maar zijn helaas nog actueel.

Gelukkig gaan steeds meer jongeren en zeker ook remigranten multi-etnische relaties aan. Maar Suriname kent nog altijd haar Roy’s en Rubia’s. Racisme op basis van huidskleur is er ook. Als lichte creool wordt je door anderen anders bejegent dan een donkere creool.
In mijn periode hier, heb ik vaak genoeg meegemaakt hoe huidskleur een rol speelt bij intermenselijke relaties, zowel privé als op de werkvloer. Het zelfbeeld wordt vaak ook bepaald aan de hand van de kleur van de huid. Ik ken helaas heel wat donkergekleurde mensen die zich minder voelen en zich als zodanig gedragen ten opzichte van Surinamers met een lichtere huidskleur. Ook de autoriteiten discrimineren. In Nederland worden donkere jongens die in een groep op een hoek staan te lanterfanten eerder aangehouden door de politie. Dat geldt ook voor Suriname!
Tien Koeien
Tegelijkertijd is men overgevoelig voor discriminatie. Grappen over andere etnische groepen maken kan niet, vinden sommigen. Een mooi voorbeeld is het lied Tien Koeien, waar de succesvolle rapper Scrappy W op hilarische wijze de verboden liefde tussen hem en een hindostaanse verwoord. Scrappy W is van marron komaf. Hij zingt dat hij tien koeien en een Zundapp bromfiets zal kopen voor zijn aanstaande schoonvader om zo zijn liefje te schaken. Toen dit lied op de radio werd afgedraaid, vonden veel mensen dit niet kunnen. Enkele hindostanen, maar ook niet-hindostanen reageerden beledigd. Want: hindostanen zijn toch allang niet enkel landbouwers? Waarom dan zo denigrerend over hen praten? Het lied werd zelfs op een bekend radiostation verboden. Na protest werd dit verbod teruggedraaid. Een grote misstap van dit station. Juist als je niet kan lachen om elkaars eigenaardigheden of typische kenmerken, ben je aan het discrimineren. Wat een overgevoeligheid. Het is in mijn ogen precies hetzelfde als wanneer je iemand beoordeelt op de tint van diens huidskleur.
Geforceerde unificatie
Wat zou moeten gebeuren is dat je erkent dat er typische verschillen tussen de rassen zijn, maar dat deze er in the end helemaal niet toe doen, omdat wij nu eenmaal allemaal mensen én Surinamer zijn. Verschillen hoeven dan ook niet constant te worden benadrukt. Dat leidt tot segregatie en soms zelfs discriminatie. Behalve als 1+1=3 het doet of Scrappy W. Dan wordt het weer leuk.
President Bouterse heeft het op zich goed gezien dat de integratie van culturen in Suriname nog geen feit is. Het afgelopen jaar heeft hij via de viering van de jubileumdagen – 140 jaar Hindostaanse immigratie, 150 jaar afschaffing van de slavernij, 160 jaar vestiging Chinezen – angstvallig geprobeerd de groepen nader tot elkaar te brengen, via de instelling van de NatCom.
Je zag het terug op het podium op het Onafhankelijkheidsplein. Was het 140 jaar Hindostaanse immigratie? Dan dansten en zongen de creolen, marrons, javanen, chinezen, indianen mee. Elke jubileumdag was telkens weer een weergaloos mooi multicultureel spektakel. Maar daar bleef het helaas bij.
Onderhuids, zelfs binnen de organisatie van de NatCom en haar vertakkingen, was animositeit, zelfs discriminatie en racisme te bespeuren. Ik kan het weten. In april werd ik gevraagd zitting te nemen in de Commissie Afro Surinaamse Organisaties, dat resorteert onder de NatCom. Ik aarzelde, maar heb het toch gedaan. Mijn motivatie? Ik ben ook hier om iets terug te doen voor Suriname en helpen bijdragen aan natievorming doe ik graag.
Bondru
Racisme en discriminatie in Suriname is anders dan in Nederland. Het is heimelijk en onder de oppervlakte. Wat hetzelfde is, is dat ook hier discriminatie en racisme zo diep geworteld is, omdat het een erfenis is van de slavernij. Wij Surinamers discrimineren onze eigen mensen. Die bondru, eenheid die we zo graag zeggen te willen, helpen wijzelf om zeep. Jammer hoor!Een verandering zal er niet 1, 2, 3 komen. In ieder geval niet vanuit de politiek. Politiek Suriname gedijt op het etnisch sentiment. Ook al krijgen steeds meer mensen hier genoeg van. Ook binnen de politiek.
Natievorming en uitbanning van discriminatie en racisme is iets dat moet komen vanuit de mensen zelf. Er zijn er al genoeg die beseffen hoe het anders kan en die hiernaar leven. De verandering zal van onderop moeten komen. Het geld van al die commissies kan beter worden besteed. Ik richt mijn ogen op de organisaties, artiesten, kunstenaars en vele jongeren die het al wel hebben begrepen. De Scrappy W’s en de 1 en 1 is 3’s.
[van www.oneworld.nl, 11-11-2013]

Eenheid in verscheidenheid werkbaar of staatspropaganda?

door Rolf van der Marck

Minister Moestadja van Binnenlandse Zaken heeft vandaag voor de voltallige vergadering van de ACP/EU-meeting een lezing gehouden met als titel “Eenheid in verscheidenheid, de harmonische, plurale Surinaamse samenleving”. Met de als een ‘leermoment’ op de agenda geplaatste lezing heeft Moestadja, van huis uit antropoloog, de stelling ontkracht dat multiculturele samenlevingen een harmonische samenleving onmogelijk maken, waarmee hij indruk heeft gemaakt op de verzamelde ACP/EU-parlementariërs, zo willen de media ons laten geloven.

Eenheid

Nu krijg ik altijd jeuk zodra die term ‘eenheid in verscheidenheid’ wordt gebruikt, want het is altijd bedoeld om iets samen te binden dat niet of nauwelijks samen te binden valt, het is in de meeste gevallen een excuus voor iets dat niet samengaat of niet wil samen- gaan, het moeizaam goedpraten van een onverhoopte mislukking, of iets dergelijks. In ieder geval de EU-parlementariërs zouden zich dat bewust moeten zijn, want de Europese Unie heeft als motto “In varietate concordia”, waarvan de officiële Nederlandse verklaring luidt: “In verscheidenheid verenigd”. Op het Nederlandstalige gedeelte van EU-website staat dat het motto aangeeft “dat de Europese eenwording een proces is van werken aan vrede en welvaart, dat gevoed wordt door de vele verschillende culturen, talen en tradities van Europa.”

 

Malcolm X

Toevallig is het vandaag 45 jaar geleden dat El-Hajj Malik El-Shabazz, beter bekend als Malcolm X, werd doodgeschoten in New York. Malcolm X wordt nu herinnerd als held, als Afro-Amerikaans leider en mensenrechtenactivist, vergeten is dat hij aanvankelijk zijn Islamitische broeders en zusters opriep tot gewapend verzet tegen de blanke onderdrukker. Maar na zijn bedevaart naar Mekka was hij bekeerd en was zijn boodschap er een van solidariteit tussen mensen met verschillende huidskleuren en culturele achtergronden. Wat hij in Mekka had gezien had hem voorgoed veranderd, hij besefte dat de Islam niet een religie is van uitsluiting maar van “eenheid in verscheidenheid”, maar hem werd niet meer vergund deze boodschap vreedzaam uit te dragen.

Rig Veda

De term ‘eenheid in verscheidenheid’ is in Suriname overigens al lang bekend en gebruikt, geïmporteerd als het uit de Rig Vedaafkomstig oud Indiaas begrip na de Tweede Wereldoorlog is door de toenmalige ideoloog van de Verenigde Hindostaanse Partij, Jnan Hansdev Adhin, en gebruikt door de Hindostaanse politiek als uitgangspunt voor samenwerking met andere bevolkingsgroepen, echter met nadrukkelijk behoud van de eigen Hindostaanse identiteit. Adhin was voorvechter voor een cultuursynthese waarbij verschillende tradities en godsdiensten naast elkaar bestaan, echter geschraagd door een diepere eenheid. Hij zag geen heil in de uniformiteit van godsdienst en cultuur maar in de culturele verscheidenheid: “Laat elke groep haar taal behouden en tot ontwikkeling brengen, waarbij als eenheidstaal het Nederlands fungeert”, aldus Adhin. Onnodig te zeggen dat deze visie met name door de Creoolse ‘counterpart’ van de VHP werd veroordeeld als zijnde niet nationalistisch.

Terug naar de leerstof van Moestadja. Deze herinnerde zijn gehoor eraan aan dat weinig plurale samenlevingen zich kenmerken door etnische conflicten. In het nieuws worden juist de zeldzame gevallen van soms extreme etnische botsingen uitvergroot. “Wat vaak niet wordt gemeld is dat er dikwijls sprake is van economische, politieke en historische belangen die samenvallen met de etnische groepen”, zegt Moestadja. Volgens hem ontstaat daardoor de indruk dat etnische pluraliteit een probleem is. “Wij in Suriname hebben die ervaring niet. De doden die wij in de Surinaamse politieke geschiedenis hebben te betreuren, zijn gevallen tijdens stakingen, betogingen, en militair optreden. In geen enkel geval was er sprake van etnische onlusten. Dat geldt ook voor spanningen op terreinen als religie en taal. Suriname is niet alleen een beknopte uitgave van de wereld, maar ook, zoals een andere auteur dat formuleerde, een ‘raciaal paradijs’.”

Jnan Hansdev Adhin

Welke auteur Moestadja hier bedoelde, weet ik niet, maar ook bij het begrip ‘raciaal paradijs’ krijg ik altijd spontaan jeuk. Moestadja heeft slechts half gelijk waar hij zegt dat etnische botsingen plaats- vinden als gevolg van “economische, politieke en historische belangen die samenvallen met de etnische groepen”. Nee, niets toevallig samenvallen, die vormen toevallig het lont in de licht ontvlambare etnische tegenstellingen. Steeds meer krijg ik de indruk, en de leerstof van Moestadja bevestigt mij hierin, dat we hier te maken hebben met staatspropaganda. Omdat het oeroude, van de kolonisator gretig overgenomen en nog altijd volop gepraktiseerde systeem van patronage hoogtij viert bij etnische verscheidenheid, omdat de politiek weigert om dit verwerpelijke systeem los te laten, en evenzeer omdat bijvoorbeeld het Hindostaanse bevolkingsdeel – geheel volgens Adhin – strikt vasthoudt aan de eigen identiteit, moeten wij onze samenleving aanprijzen als een raciaal paradijs. Ik weiger in die opvatting mee te gaan.

Wat Moestadja heeft gepresenteerd is een schaamlap voor de bittere realiteit dat Suriname na 37 jaar onafhankelijkheid nog niet eens een begin heeft gemaakt met het vormen van een natie, en dit begin zal er ook niet komen vooraleer het begrip ‘eenheid in verscheidenheid’ bij het groot vuil is gezet.

Jnan Hansdev Adhin

Portret van de Surinaamse toneelschrijver, essayist, taalactivist, wetenschapper en politicus Jnan Hansdev Adhin, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 158 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. Klik op afbeelding voor groter formaat. Voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.

Sarnami moet worden gestandaardiseerd

door Sabitrie Gangapersad

Paramaribo – Het Sarnami, de moedertaal van de Surinaamse Hindostanen, moet worden gestandaardiseerd en behouden worden als spreektaal. Het Hindi moet echter op academisch niveau in het onderwijs worden ingevoerd. Dit voorstel kwam dinsdagavond tijdens een presentatie over de ontwikkeling van het Sarnami naar voren. De Indiase wetenschapper Vimleshkanti Varma was ook aanwezig en deelde zijn kennis met het publiek.

In eerste instantie leek het alsof de presentatie identiek zou zijn aan de vele discussies die al jaren over dit onderwerp worden gevoerd. Dit gebeurt meestal rond de herdenking van de immigratie. Er wordt dan weleens geopperd dat Sarnami en Hindi helemaal zullen verdwijnen door de dominantie van de Nederlandse taal en het Sranan. De bijeenkomst in Stichting Hindi Parishad dreigde hetzelfde patroon te volgen toen Marlene Oemrawsingh de stoute schoenen aantrok en vroeg wat zuiver Sarnami is. Dit werd gevolgd door interessante visies van Maurits Hassankhan, Indra Djawalapersad en Varma. Hassankhan vindt dat er een instituut moet komen waarin experts van India en de landen in diaspora bijeen moeten komen om na te gaan hoe de verschillende moedertalen te standaardiseren en te versterken. Hij vroeg de Indiase overheid om Surinamers in de gelegenheid te stellen op Indiase universiteiten Hindi te studeren met Bhojpuri (dit komt enigszins overeen met Sarnami) als specialisatie. Djawalapersad meent dat iedereen kennis moet maken met alle moedertalen op de basisscholen. Op junioren en senioren niveau kan dit als keuzevak worden opgenomen, terwijl op academisch niveau het Mandarijn en Hindi moeten worden ingevoerd. Beide zijn grote wereldtalen met bestaande curricula en docenten in Suriname. Varma gaf aan dat India met veel lokale talen met hetzelfde probleem zat. “Een spreektaal onderwijs je niet.”

“Hoewel in India audhi, gujarathi, marahti enzovoorts wordt gesproken, is het onderwijs in Hindi.” Oemrawsingh toonde zich bezorgd over een duidelijk standpunt omdat de taalwet actueel is. “Laten we bijeenkomen en een besluit nemen. Ouders moeten Sarnami met hun kinderen praten, maar het onderwijs moet in Hindi. Met Sarnami kun je nog niet naar buiten treden, omdat de standaarden ontbreken. Met de opleving van India als wereld mogendheid, zal Hindi voor ons ook erg nuttig blijken.” Moti Marhé (foto rechts) die ook het woord voerde, zei dat de relatie tussen Hindi en Sarnami belangrijk is. “Je moet in de promotie van Hindi, Sarnami meenemen.” Dit lijkt de Indiase overheid ook van plan te zijn. Ambassadeur Kanwaljeet Singh Sodhi zegde toe alle publicaties in Sarnami te zullen ondersteunen.

[uit de Ware Tijd, 23/06/2011]

Commentaar redactie CU
Klaarblijkelijk vergeet men dat het Sarnami al sinds 1986 (commissie-Adhin) een gestandaardiseerde spelling heeft.

Pass The Stick

Pass The Stick is een muzikale jongerenuitwisseling tussen Eternity, Kalentura, Ondrofeni en Wulabakan in Amsterdam. Het einddoel is om een spectaculaire drumpresentatie te vervaardigen, waarbij populaire jongeren muziekstromen worden ingezet. Daarbij wordt de eenheid en verscheidenheid [Jnan Adhin!] van verschillende muziekstijlen gepresenteerd. Ook zullen er in de middag drumworkshops plaatsvinden en het geheel zal worden afgesloten op de muzikale tonen van de jongeren muziekformatie Easy Boys.

Plaats: Bijlmer Parktheater, Anton de Komplein, Amsterdam
Datum: zaterdag 27 november 2010, 20.00 uur
Voor meer achtergrondinformatie kunt u terecht op www.eternitypercussion.nl of bellen naar 06-24255391 of 020-4162070

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter