blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Adhin Jnan Hansdev

De zoektocht van een Hindoestaan naar het cultuureigene (deel 12)

door Bris Mahabier

86. Kiezen voor het Sarnámi, onze moedertaal, en het Nederlands

Als jonge onderwijzer zette ik vooral in de tweede helft van de jaren zestig mijn culturele zoektocht stroef voort. De verplichte literatuur voor de vakken Nederlandse taal en pedagogiek op de vierjarige avondkweekschool (officieel Avondopleiding genoemd) gaven extra prikkels voor mijn zoektocht.

read on…

De zoektocht van een Hindoestaan naar het cultuureigene (deel 11)

door Bris Mahabier

80. Hindoestáni’s, kantráki’s, kalkattyá’s of …koelies

Wie of wat was ik? Hoe wilde ik mezelf graag aanduiden? En wie was ik in de ogen van anderen in mijn culturele omgeving, zoals van mijn familie, buurtgenoten of collega’s? Enkele van de vele nieuwe en moeilijke vragen die mij in de jaren zestig somtijds bezighielden. Ik vroeg me af, of ik mezelf een Hindoestaan, Hindostaan, Hindoestáni of Bhárti zou willen noemen? Of gaf ik de voorkeur aan een Surinaamse Hindoestaan of een Hindoestaanse Surinamer? Zeker niet aan boitikoelie, zoals sommige Hindoestanen uit de stad Paramaribo ons noemden! Of misschien kortweg een Surinamer?

read on…

Nieuwe kinderboeken in de DBNL

Deze maand zijn opnieuw veel Surinaamse kinderboeken digitaal beschikbaar gekomen in de DBNL. Kinderboeken van Soecy Gummels, Mechtelly, Paul Middellijn en ook het vermoedelijk vroegst bekende kinderboek van een Surinaamse schrijver: Baccha het ezeljong.

read on…

Moti Marhé: geestelijk vader van Baba en Mai

Van vernedering tot trotse geuzennaam

door Piet de Kroon

In 1964 krabbelde Moti Marhé op een papiertje de twee woorden die sinds zijn jeugd door zijn hoofd spookten: ‘Baba aur Mai’. Ze herinnerden hem aan de vernederingen die hij en andere Hindostaanse leerlingen op het schoolplein hadden moeten aanhoren. Woorden met een denigrerende betekenis, maar tegelijkertijd ook woorden die in zijn eigen Sarnámi op een respectvolle manier zijn voorouders aanduiden. 

In gesprek met Piet de Kroon vertelt de 80-jarige taal­wetenschapper, neerlandicus en Sarnámi- en Hindi-deskundige in zijn woonplaats Den Haag over de betekenis van 5 juni, de herkomst van Baba en Mai en de toekomst van het Hindostaans erfgoed. 

read on…

De zoektocht van een Hindoestaan naar het cultuureigene (5)

Een beginnende onderwijzer in Bakkie: zijn school, onzekerheden en cultuurschok

door Bris(path) Mahabier

34. Een kopje koffie?

Nederlandse volwassenen kunnen tegenwoordig dagelijks desgewenst meerdere malen van koffie in vele variaties genieten. Dit was vroeger niet weggelegd voor Jan en alleman. Ten gevolge van het verschijnsel ’gesunkenes Kulturgut’ is o.a. koffie als genotmiddel bereikbaar geworden voor het gewone volk; een van de populaire verworvenheden van onze massacultuur. In Nederland had ik op school ongeveer een jaar nodig om het koffiedrinken mij eigen te maken.

read on…

Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur in notendop

Onvervreemdbaar

Dit wordt ons niet ontnomen: lezen
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.
Zij waren het van kind af aan.
Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.

read on…

Het vroegere Rámlilá-spel aan de Hanna’s Lustweg

door Bris Mahabier

1. Rámlilá als volkstoneel in Wanica (Suriname)

In de Rámlilá, een zeven- of tiendaagse openlucht volkstoneel, krijgt het leven van Rám(chandra), de préchristelijke kroonprins van Ayodhyá (in India), het hoofdaccent. Zijn vader koning Dashrath, Ráms echtgenote prinses Sitá, zijn halfbroer Lakshman, de apengeneraal Hanumán en de demonenkoning Rávan spelen een substantiële rol. Belangrijke momenten uit het leven van Rám, i.h.b. zijn huwelijk met de lieftallige prinses Sitá, zijn verbanning t.g.v. een hofintrige, de ontvoering van Sitá door Rávan, de moeizame zoektocht naar Sita en Ráms strijd tegen de demonenkoning Rávan van Lanká, staan in dit uitbeeldende spel centraal.

read on…

Het Open Boek – van Usha Marhé, schrijfster en coach

door Chandra van Binnendijk

Wat ligt er momenteel naast uw bed?

Alakondre; Verhalen uit de wereld van Soei Len van Soei Len Tjon. Geweldig dat een elfjarige jongedame een boek heeft gepubliceerd. Ook de tekeningen maakte ze zelf en ze kan fantastisch voorlezen waardoor haar verhalen nog meer tot leven komen – ik hoorde haar op Facebook. Verder ligt er Waarom zou je huilen mijn lieve lieve… van Astrid Roemer, een novelle uit 1976 over armoede in Suriname. Het is haar meest onbekende boek, maar voor mij is het haar beste. Ik beleef het nog net zo krachtig als toen ik het voor het eerst las.

read on…

Ruimte voor reflectie over de staat van het Sarnámi

door Bris Mahabier

Kritische vragen stellen, niet alleen aan anderen, maar ook aan jezelf. Vragen o.a. over de eigen Hindoestaanse cultuur in Suriname en Nederland, de eigen culturele wensen, intenties en activiteiten. Vragen over wat er hier en daar – individueel en in georganiseerd verband – bereikt en niet bereikt is. Vragen stellen is gemakkelijk, maar het vinden van de juiste antwoorden zonder een verantwoord onderzoek niet.

read on…

Haridat Rambarans parivartan: zijn ontwikkeling van árya samáji hindoe tot atheïst (deel 3)

door Bris Mahabier

Hari Rambaran aan het culturele front in Paramaribo:

Hari leert hawan doen en maakt mohanbhog; de eerste Holiviering op de SKS en de AMS in 1963; de acceptatie van Holiviering op middelbare scholen; de eerste Divalifakkeloptocht in Paramaribo in 1963; het toneelstuk Ghar ke bhed in o.a. Thalia; over boitikoelies, koelie-koelie sáni en zwarte Hindoestanen.

read on…

Carlo Jadnanansing bundelt zijn kritieken opnieuw

Carlo Jadnanansing is een actief publicist op rechtsgebied. Maar de Surinaamse notaris schrijft ook met grote regelmaat over literatuur, films, theater en muziek – ook op deze blogspot treft u zijn stukken met regelmaat aan. Twee nieuwe bundels met zijn kritieken zijn nu uitgekomen.

read on…

Suriname, niet klaar voor de onafhankelijkheid

door Bish Ganga

Bovengenoemde woorden sprak oud-minister Jan Pronk (1940) in een radio-interview[i] ter gelegenheid van het verschijnen van zijn boek Suriname, van wingewest tot natiestaat. Het boek gaat over de totstandkoming van de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975. Pronk zegt dat eigenlijk geen enkel land ooit klaar is voor de onafhankelijkheid en verwijst onder meer naar Afrikaanse landen die rond dezelfde periode onafhankelijk zijn geworden.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter