blog | werkgroep caraïbische letteren

Symposium Geschiedschrijving van Suriname

Call for papers

Studierichting Geschiedenis/Centrum voor Historische Studies i.o., Subfaculteit der Humaniora/IMWO, in samenwerking met het IGSR, Anton de Kom Universiteit van Suriname, 15 – 17 oktober 2012

Inleiding

Het is algemeen bekend dat de geschiedschrijving van Suriname voor het grootste deel plaats vindt door wetenschappers, zowel historici als niet-historici, in het buitenland, met de nadruk op Nederland. Onder de in Suriname woonachtige wetenschappers, die over de geschiedenis van land en volk schrijven, zijn er ook veel niet-historici, zoals sociologen, economen, linguïsten, dichters, romanschrijvers, theologen, politicologen, juristen etc. Deze tendens in Suriname, waarbij vooral ook veel niet-historici over de Surinaamse geschiedenis schrijven heeft hoofdzakelijk te maken met het feit dat er weinig wetenschappelijk opgeleide historici in het land aanwezig zijn. Dit op zijn beurt is het gevolg van het feit dat tot 2010, het jaar van de herdenking van 35 jaar onafhankelijkheid, er geen wetenschappelijke opleiding geschiedenis in Suriname bestond, waar historici zouden moeten zijn opgeleid om onderzoek te doen en de geschiedenis van Suriname te schrijven of te herschrijven, zoals dat populair wordt uitgedrukt.

De weinige professionele historici die in Suriname zelf actief zijn, hebben hun academische scholing geheel of gedeeltelijk in het buitenland gehad, waarvan sommigen eerst op het IOL hun opleiding hebben doorlopen. In de koloniale tijd, maar in het bijzonder na de Tweede Wereldoorlog, ontstond er in Suriname een grote behoefte om het Surinaamse onderwijs te versurinamiseren. Dit geldt zeker ook voor het geschiedenisonderwijs. Er werden dan ook door diverse personen, zoals Thomson, Rahan, Frater Tranquilinus, Van Dijk & Getrouw verschillende geschiedenis schoolboeken geschreven. Deze schoolboekjes werden vanuit de geest van die tijd geschreven en gaven in sommige opzichten een koloniale of neokoloniale visie op de geschiedenis. In het kader van de versurinamisering van het onderwijs werd in de jaren ‘60 van de vorige eeuw het Didactisch Instituut, het latere Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL), opgericht. De taak van het IOL was en is nog steeds om het onderwijsveld in Suriname te voorzien van voldoende gekwalificeerd kader voor het voortgezet onderwijs. De weinige academisch geschoolde historici, werden vanwege een tekort aan kader in de jaren ’70 en ’80 in het onderwijsproces ingeschakeld en belast met onderwijstaken, terwijl zij ook bij curriculumontwikkelingsactiviteiten werden ingezet.

Pogingen om via het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) en de afdeling Historische en Maatschappelijke Studies (HMS) van het MINOV wetenschappelijk onderzoek te doen verrichten zijn niet succesvol geweest. Vanaf 1984 zijn enkele buitenlandse en vanaf 1986 enkele Surinaamse historici verbonden geweest aan de Universiteit van Suriname en zijn er bescheiden pogingen geweest om historisch onderzoek te doen. Vermeldenswaard is dat in 1985 door gezamenlijke inspanning van een viertal instanties een geslaagd symposium werd georganiseerd over geschiedbeoefening en geschiedenisonderwijs in Suriname, waarbij een aantal aanbevelingen werden gedaan en projectvoorstellen werden geschreven om het geschiedenisonderwijs te verbeteren en de geschiedbeoefening te bevorderen. Vanaf 1995 is er gepleit voor de oprichting van een studierichting geschiedenis aan de universiteit en uiteindelijk is in 2010 de beslissing genomen om een Faculteit der Humaniora op te richten. Binnen deze nieuwe faculteit wordt o.a. de opleiding geschiedenis met prioriteit voorbereid en zal volgens planning per oktober 2012 een studierichting geschiedenis van start gaan met een bacheloropleiding. Intussen is al in maart 2011 een masteropleiding geschiedenis gestart aan het IGSR met de bedoeling academisch geschoolde historici op te leiden die hun bijdrage zullen leveren aan het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek op historisch gebied..
Er is intussen een commissie ingesteld, bestaande uit Maurits S. Hassankhan, Jerome Egger en Eric Jagdew, die werkt aan de voorbereiding van de studierichting geschiedenis aan de faculteit der Humanioria. Deze commissie is bezig met consultaties van personen en instanties in en buiten Suriname om te komen tot een voor de Surinaamse samenleving optimaal onderwijs- en onderzoeksprogramma op historisch gebied. Besloten is om vooruitlopend op de finalisering van het onderzoeksprogramma een symposium te houden over de geschiedschrijving van en geschiedbeoefening in Suriname.

Doel symposium
Het doel van het symposium is uitwisselen van kennis en inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de stand van zaken van de geschiedschrijving van Suriname en het aandragen van bouwstenen voor een meerjaren onderzoeksprogramma.

Subdoelen:
a. Bespreken van de stand van zaken met betrekking tot de geschiedschrijving van Suriname;
b. Met elkaar van gedachten wisselen en voorstellen/suggesties aandragen ter bevordering van de geschiedschrijving van en in Suriname;
c. bouwstenen aandragen voor een conceptonderzoeksprogramma voor het Instituut voor Geschiedenis/ Centrum voor Historische Studies i.o.
d. Het uitwisselen van kennis en inzicht in nieuwe perspectieven in de geschiedschrijving van Suriname.
e. Het bespreken van mogelijkheden voor het opzetten van een netwerk voor informatie-uitwisseling en samenwerking met betrekking tot de geschiedschrijving van en de geschiedbeoefening in Suriname.

Belangrijke vragen die beantwoord moeten worden tijdens het symposium zullen in ieder geval moeten zijn:
1. Welke zijn de belangrijkste ontwikkelingen m.b.t. de geschiedschrijving van Suriname geweest, met name welke onderwerpen zijn beschreven, welke genres komen het meest voor en welke zijn de belangrijkste werken geweest?
2. Welke aspecten en thema’s uit de geschiedenis van Suriname zijn niet of weinig onderzocht en belicht? Wat zou de redenen daarvoor kunnen zijn geweest en hoe kan daarin een verandering worden gebracht?
3. Welke problemen en beperkingen m.b.t. de geschiedbeoefening zijn er geweest en waarmee dient rekening gehouden te worden bij het streven om de geschiedbeoefening in Suriname te bevorderen?
4. Welke buitenlandse stromingen hebben hun weerslag gehad op de geschiedschrijving van Suriname en in hoeverre is er sprake geweest van aanpassing aan de specifiek Surinaamse situatie.
5. In hoeverre kan er gesproken worden van dekolonisatie van de geschiedschrijving?
6. Welke invloeden hebben de relatief nieuwe benaderingen, zoals postkoloniale geschiedenis, subaltern studies, etnologie, feminisme gehad op de geschiedschrijving van en de geschiedbeoefening in Suriname?
7. In hoeverre wordt/is de Surinaamse geschiedenis in internationaal en regionale context bestudeerd, in welke mate zijn er vergelijkende studies geweest van Suriname met de rest van de wereld?
8. Kan de geschiedschrijving in dienst van de ontwikkeling van het land gesteld worden en tegelijk haar wetenschappelijk karakter behouden? Dit tegen de achtergrond van een spanningsveld tussen engagement en objectiviteit?
9. Welke taboes en stereotypen komen in de Surinaamse geschiedschrijving voor?

Onderwerpen
Aan de hand van de bovengestelde vragen, kunnen de volgende onderwerpen/thema’s aan de orde komen
• Ontwikkeling van de geschiedschrijving: welke thema’s zijn onderzocht, welke stromingen en benaderingen zijn er geweest, bij de beschrijving van de verschillende onderwerpen/thema’s uit de geschiedenis/
• De invloed van buitenlandse stromingen/theorieën of benaderingen op de geschiedschrijving van/in Suriname
• Dekolonisatie en versurinamisering van de geschiedschrijving: terugblik en perspectieven.
• Economische geschiedenis
• De sub-alternstudies- benadering in de Surinaamse geschiedschrijving.
• De invloed van etnologie op de geschiedschrijving: etnische studies, orale geschiedenis
• Etniciteit en natievorming in de geschiedschrijving.,
• Nieuwe bronnen in de geschiedschrijving: materiële cultuur, immaterieel erfgoed (zang, verhalen, drama, spreekwoorden, gezegden, etc.).
• Nieuwe aspecten in de geschiedschrijving: emotionele kant van de geschiedenis
• Surinaamse geschiedenis en literatuur: historische romans en geschiedschrijving.
• De plaats van gender in de geschiedschrijving

Opzet van het symposium
Duur: drie dagen

Deel 1. (dag 1)
Er wordt een panel georganiseerd waarin de stand van zaken m.b.t. de geschiedschrijving van en de geschiedbeoefening in Suriname wordt besproken, n.a.v. twee position papers over beide onderwerpen. In elk der papers wordt een algemeen beeld gegeven van de ontwikkelingen in de geschiedschrijving van c.q. de geschiedbeoefening in Suriname.
Daarna wordt een panel georganiseerd over dekolonisatie van de geschiedschrijving in landen zoals India, Indonesië en het Engelssprekend Caribische gebied. Het doel van dit panel is om eventuele lessen te leren van de ervaringen en ontwikkelingen in deze landen en gebieden. De inleiders bij dit panel zijn bij voorkeur deskundigen uit die landen zelf.

Panel 1: De geschiedschrijving van en de geschiedbeoefening in Suriname: een moeizame weg naar dekolonisatie: uitdagingen en mogelijkheden?
Position paper 1: Geschiedschrijving van Suriname: van koloniale geschiedschrijving tot geschiedenis van Suriname. – Hans Ramsoedh: HAN/ IBS/OSO-redacteur.
Position paper 2: Ontwikkeling van de geschiedbeoefening in Suriname: de moeizame weg van dekolonisatie van de geschiedschrijving. – Maurits S. Hassankhan –UvS,:FHum/IGSR.

Panel 2: Decolonization of historiography and lessons learned in the Third World:
Historiography in the Non-Western World? Alternative paths
Paper 1: India
Paper 2: Indonesia
Paper 3: Trinidad/Guyana

Deel 2:
In deel 2 van het symposium worden de ontwikkelingen in en de stand van zaken m.b.t. de historiografie van bepaalde thema’s aan de orde gesteld. Historiografische overzichten m.b.t. de onderstaande onderwerpen en thema’s. Er wordt ook gediscussieerd over de vraag welke thema’s of onderwerpen niet of onvoldoende aan de orde zijn gekomen in de geschiedschrijving tot nu toe.
Voorlopige lijst van thema’s;
1. Pre-Columbiaanse periode:
2. Koloniale expansie, kolonisatie en kolonialisme
3. Slavernij, slavenhandel en marronage
4. Immigratie en contractarbeid
5. Demografische geschiedenis
6. Etnografische geschiedenis:
• Creolen:
• Hindoestanen:
• Javanen:
• Chinezen:
• Marrons:
• Inheemsen:
• Andere groepen: Joden, Libanezen, Brazilianen etc.:
7. Economische geschiedenis: ?
Macro-economische ontwikkeling
Ontwikkelingsbeleid en ontwikkelingsplannen
Belangrijkste sectoren
Agrarische ontwikkeling: landbouw en veeteelt
Visserij, Industrie, Mijnbouw, Bosbouw
Handelsbalans, export, import
Werkgelegenheid;
Overheid, banken en financiën: ?

8. Politieke geschiedenis en Bestuur:
Dit moet onderverdeeld worden in subthema’s, zoals:
Constitutionele ontwikkeling
Politieke partijen
Kiesstelsel
Democratie
Nationalisme, dekolonisatie en natievorming
Post-1975 politieke ontwikkelingen

9. Culturele geschiedenis, inclusief
Godsdienst:
Taal en literatuur :
Muziek/zang en dans

10. Sociale geschiedenis incl.
Onderwijs:
Gezondheidszorg:
Vakbeweging en Arbeidersbeweging:

Deel 3: theoretisch historiografische onderwerpen (dag 3)
In dit deel worden papers gepresenteerd aan de hand van de opgegeven vragen en onderwerpen die op pag. 2 en 3 zijn opgesomd.

Papers over de volgende onderwerpen worden zeer op prijs gesteld:
• Geschiedschrijving over de multi-etnische samenleving c.q. geschiedschrijving over de z.g. plurale samenleving, inclusief de relatie etniciteit en natievorming.
• Migratie en Diaspora in de 20ste en 21ste eeuw, inclusief transnationalisme.
• Vrouwen- en gendergeschiedenis
• Engagement, kritische geschiedschrijving en academische vrijheid van historici

Het aantal papers en te vormen panels zal afhangen van het aantal ingediende en goedgekeurde papervoorstellen.

Te verwachten output:
a. Een rapport met inzicht van de stand van zaken met betrekking tot de geschiedschrijving van Suriname:
• Historiografisch overzicht van thema’s uit de geschiedschrijving.
• een lijst van thema’s die nog nader onderzoek vereisen
• Eenduidigheid in het gebruik van begrippen.
• Ideeën en suggesties voor een onderzoeksprogramma
b. Een publicatie over de historiografie van Suriname..
c. Afspraken voor uitwisseling van informatie over lopende en geplande onderzoeken op historisch gebied.

Karakter van het symposium: expertmeeting
Het symposium heeft het karakter van een expertmeeting, waarbij de deelnemers een gemeenschappelijk doel nastreven, zoals verwoord in de doelstellingen en de te verwachten output. Waar er meningsverschillen zijn over bepaalde zaken proberen we elkaar te overtuigen, doch wij hoeven niet over alles het met elkaar eens te zijn. Het gemeenschappelijke is dat de deelnemers allen door met elkaar van gedachten te wisselen komen tot de gestelde doelen.

Deelnemers:
Als deelnemers worden toegelaten wetenschappers die zich bezighouden of bezig zijn geweest met geschiedschrijving van Suriname. Dit moet tot uiting komen in onderzoek en publicaties. Van alle deelnemers wordt verwacht dat zij één of meerdere inleidingen verzorgen, die publicabel zal/zullen moeten zijn, of na een korte bewerking gepubliceerd kan/kunnen worden. De voertaal is in principe Nederlands, behalve de inleidingen over de dekolonisatie van de geschiedschrijving in India, Indonesië, Engelssprekend Caribisch gebied etc. Deze inleidingen worden in het Engels verzorgd.
Studenten van de masteropleiding geschiedenis van het IGSR worden ook toegelaten.

Deelnamekosten: De deelname is gratis voor inleiders.

Papervoorstellen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 15 april 2012 door het indienen van een abstract van 300 tot 400 woorden en een korte CV.
Deadline voor volledige papers: 1 september 2012.

Adres:
Coördinatiegroep Symposium Geschiedschrijving van Suriname
t.a.v. Maurits S. Hassankhan
IMWO, Universiteitscampus, Leysweg, Paramaribo
Tel: 462003; 581782; 8749865.
E-mai adres: mhassan@sr.net of mauritshassan@yahoo.com

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter