blog | werkgroep caraïbische letteren

Suriname zonder lendendoek

door Diederik Samwel

De Prijs der Nederlandse Letteren ging dit jaar naar de Surinaamse schrijver Astrid Roemer – op 8 januari te gast in het [VPRO] Marathoninterview –, maar na haar controversiële uitspraken over Desi Bouterse werd de uitreiking ervan afgelast. ‘Ik denk niet dat dit hernieuwde waardering voor haar werk in de weg staat.’

Astrid Roemer. Foto © Sirano Zalman

Wie de Facebookpagina van schrijver Astrid Roemer (74) bekijkt, moet wel even de tijd nemen. Dagelijks publiceert ze, bij voorkeur in kapitalen, de meest uiteenlopende, vaak stevige statements en voorziet ze gebeurtenissen of artikelen van gepeperd commentaar. Zo ook op 30 juli 2021 toen ze zich richtte tot oud-legerleider en voormalig president Desi Delano Bouterse met de woorden: ‘Onze Surinaamse gemeenschap heeft D.D.B. hard nodig gehad om zelfbewuster te worden. Merci man.’

De uitspraak leidde binnen de kortste keren tot een rel. Tal van Nederlandse media riepen Roemer ter verantwoording maar de auteur nam niets van haar woorden terug. ‘Ik heb mijn professionele redenen om statements te formuleren en op Facebook te publiceren, zoals de artistieke vrijheid om de realiteit op allerlei wijzen te verbeelden,’ liet ze optekenen in een interview met HP/De Tijd.

Het uiteindelijke gevolg was dat de uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren door de Belgische koning Filip werd geschrapt. Roemer ontving wel het geldbedrag van 40.000 euro. Hoewel de juryleden benadrukten dat het annuleren een politiek besluit was en niets afdeed aan het lovende juryrapport raakten Roemers literaire kwaliteiten wel degelijk op de achtergrond.

Orale traditie

In Suriname staan haar verdiensten voor de literatuur buiten kijf. De Surinaamse kinderboekenschrijver en romancier Ismene Krishnadath beschouwt Roemer als ‘een meester in de kunstvorm van de roman die niet zomaar twee grote prijzen heeft gekregen.’ [in 2016 ontving Astrid Roemer de P.C. Hooftprijs, red.]

Vóór Krishnadath ingaat op de betekenis van en de waardering voor Roemer in eigen land, wijst ze op de verschillen tussen de Surinaamse en Europese literatuur. Terwijl in Nederland de roman als literaire vorm de meeste status heeft, ligt dat anders in Suriname vanwege de eeuwenoude orale traditie. In 2017 zette Krishnadath tijdens een lezing in literair café Tori Oso in Paramaribo uiteen dat het geschreven woord in haar land lange tijd was voorbehouden aan de koloniale en religieuze elite. Voor inheemsen, tot slaaf gemaakten en immigranten telde vooral het gesproken woord. Volgens Krishnadath, lange tijd voorzitter van Schrijversgroep ’77, de vereniging ter bevordering van de Surinaamse letterkunde, verklaart die traditie de populariteit van poëzie, kort proza en het vertellen van verhalen in Suriname. Daar komt nog bij dat een groeiend aantal literaire producties in het Surinaams-Nederlands verschijnt.

Krishnadath kijkt er niet van op dat Roemer beide prijzen heeft ontvangen. Haar werk wordt immers in Nederland gepubliceerd en gelezen. ‘Dat een Surinaamse vrouw twee van zulke internationaal prestigieuze prijzen wint, zou een push kunnen geven aan Surinaamse schrijvers die zich willen toeleggen op de roman. Maar eerlijk gezegd denk ik dat Surinaamse auteurs met die ambitie er beter aan doen een eigen stijl te ontwikkelen. Tegelijkertijd moeten ze een manier zien te vinden om hun roman bereikbaar te maken voor Surinamers in Suriname.’

Romans op het niveau van Roemer worden in Suriname immers voornamelijk gelezen door mensen die dit beroepshalve doen, stelt Krishnadath. ‘Andere literaire vormen zijn veel populairder. Waarbij ik wel aanteken dat de meeste mensen in Suriname economisch gezien tegenwoordig wel wat anders aan hun hoofd hebben dan romans lezen. Als Surinamers dat al doen, dan liever de taal van Cynthia McLeod. Haar stijl komt duidelijk voort uit onze verteltraditie. In Nederland wordt dat veel minder gewaardeerd.’

Luxeproduct

In Suriname geldt Cynthia McLeod al decennialang als meest geliefde schrijfster. Ze werd in Nederland vooral bekend door haar bestseller Hoe duur was de suiker? (1987), die in 2013 werd verfilmd door Jean van de Velde.

McLeod zelf laat zich liever niet uit over Roemer. Althans niet over haar uitspraken en opvattingen. ‘Ik benadruk ieders recht op een eigen mening, iets wat Holland hoog in het vaandel voert.’

De ophef na Roemers uitspraken over Bouterse neemt volgens McLeod allerminst weg dat Roemer een grote bijdrage heeft geleverd aan de Surinaamse literatuur. ‘Toen ze in de jaren zeventig begon te schrijven, was ze een van de baanbrekers, samen met Bea Vianen en Leo Ferrier. De boeken die ik van haar heb gelezen zijn van hoge literaire kwaliteit en vormen het bewijs dat Surinamers absoluut kunnen schrijven. Ze heeft de prijs dan ook ten volle verdiend.

‘Roemer belicht delicate onderwerpen. Ook stelt ze interne etnische problemen en discriminatie in Suriname aan de kaak’

‘Toen ik lesgaf op de middelbare school stond haar boek Neem mij terug Suriname steevast op de leeslijst. Hoe het nu zit, weet ik niet. De laatste dertig jaar is het in ons land niet zo goed gegaan: boeken zijn een luxeproduct geworden. Dat was in de jaren zeventig wel anders.’

Winti

Jerry Dewnarain deed voor zijn master Nederlandse taal- en letterkunde onderzoek naar leesgedrag en leescompetentie in Suriname. Hij constateert dat Roemer tegenwoordig nauwelijks wordt gelezen. ‘Haar novelle Rosa wordt op school nog wel besproken. Logisch: dat is een dun boekje, leest lekker makkelijk en bovendien zijn er volop samenvattingen van beschikbaar. Onder de meeste scholieren en studenten is ze helaas net zo onbekend als Albert Helman [auteur van de klassieker De stille plantage uit 1931, red.]. Met die twee grote literaire prijzen ligt er nu een prachtige kans om Roemers werk te laten herleven in Suriname.’

In zijn rol als literair recensent voor dagblad De Ware Tijd beschouwt Dewnarain dit als een van zijn taken. Roemer is volgens hem van groot belang voor de Surinaamse literatuur omdat ze ‘beeldend, bijna filmisch schrijft en minutieus de kwetsbaarheid van het individu blootlegt’. Maar zeker ook omdat ze zich vanaf haar eerste boeken als geëngageerd schrijfster heeft geprofileerd. ‘Ze belicht gevoelige, delicate onderwerpen. Van de emancipatie van vrouwen en seksualiteit tot politiek en het dekolonisatieproces. Daarnaast stelt ze in haar boeken de interne etnische problemen en discriminatie in Suriname aan de kaak. Ook schrijft ze over zwarte magie en winti. Dat laatste was in de koloniale tijd een verboden onderwerp.’

Voorafschaduwing

Dewnarain haalt Roemers romantrilogie uit de jaren negentig aan: Gewaagd levenLijken op liefde en Was getekend. Geschreven ruim vóór het strafproces tegen Bouterse vanwege de decembermoorden in 2007 van start zou gaan. ‘Dat is heel bijzonder: Roemers drieling, de titel waaronder de romans later gezamenlijk zijn uitgebracht, omvat een voorafschaduwing. Alsof ze al wist wat ons land te wachten stond.’

Een ander kenmerk van Roemer is dat ze geen blad voor de mond neemt, aldus Dewnarain. ‘Net als bij Bea Vianen zien we Suriname zonder lendendoek in haar werk.’ Maar of het verstandig is om die eigenschap ook daarbuiten te etaleren, is volgens hem de vraag. Dewnarain benadrukt dat iedereen zijn mening mag uiten, maar hij fronst geregeld zijn wenkbrauwen wanneer hij Roemers uitspraken op Facebook voorbij ziet komen. ‘Soms schrik ik daarvan. Maar ik denk niet dat zulke uitspraken de hernieuwde waardering voor haar werk in de weg staan. In Nederland zijn vertegenwoordigers van de zwarte gemeenschap en nabestaanden van de slachtoffers van de decembermoorden enorm tekeergegaan tegen haar uitlatingen over Bouterse. Hier reageert men veel nuchterder.’

Met twee grote literaire prijzen op haar naam opent Roemer de weg voor het samenstellen van een Surinaamse literaire canon, vindt Dewnarain. Hij is van plan dat binnenkort bij de minister van Onderwijs aan te kaarten. ‘Een literaire canon vormt een historisch fundament onder onze cultuur. En Roemer beschouw ik als een van de belangrijkste cultuurdragers.’

Marathoninterview

NPO RADIO 1, zaterdag 8 januari  20.00-23.00 uur

[Overgenomen uit VPRO-gids, 2, 8 t/m 14 januari 2022, p. 16.]

*** Het interview is afgelast ***

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter