blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Suriname moet echt vrezen voor een verloren generatie’

door Pieter van Maele
Bijna negen op de tien Surinaamse kinderen onder de veertien jaar krijgen thuis te maken met lichamelijke of geestelijke mishandeling. Geen enkel Caribisch land doet het zo slecht. Suriname kampt verder met een torenhoge schooluitval en erg veel tienerzwangerschappen. Sila Kisoensingh was tot enkele jaren geleden de enige neuropsycholoog van het land. In haar praktijk in Paramaribo behandelt ze jongeren met gedrags- en leerstoornissen. De afgelopen jaren probeerde ze met talloze lezingen haar landgenoten wakker te schudden.

Sila Kisoensingh

Sila Kisoensingh. Foto © Pieter van Maele. ‘Kinderen naar school krijgen én daar houden is een van de oplossingen.’

 

Ik meen dat heel wat problemen van Surinaamse jongeren inderdaad vanuit hun culturele achtergrond komen.
Hoe alarmerend is de situatie?
“Ik maak me enorme zorgen over de toekomst. Niet alleen de toekomst van onze jongeren, maar de toekomst van mijn land. Een samenleving staat of valt namelijk met de menskracht die voorhanden is. Alleen: hoe school je als land die menskracht, zodat ze later kunnen bijdragen aan de gemeenschap?

Neem er onze statistieken over vroegtijdige schoolverlaters bij. Jaarlijks zijn er zo’n vijfduizend jongeren die de schoolbanken verlaten zonder diploma op zak, bijna de helft van alle leerlingen. Een schrikbarend aantal. Zelfs op de lagere school haken scholieren af. Ik krijg in mijn kliniek kinderen van tien op bezoek die 5 en 3 niet kunnen optellen. Helaas zijn het vaak die jongeren die later in bendes terechtkomen, in het drugscircuit of in de jeugdprostitutie.

De cirkel is dan rond, want zo krijg je ook weer meer tienerzwangerschappen en instabiele gezinnen. Suriname moet echt vrezen voor een verloren generatie.”

osama bin laden in zweden

“Wat vroeg fout gaat, betaal je vaak later terug.”(Osama bin Laden in Zweden)

 

Suriname is een mengelmoes van etnische groepen. Ziet u specifieke problemen met jongeren binnen bepaalde bevolkingsgroepen?
“In welke mate is gedrag aangeleerd en hoe kan dat beïnvloed worden? Het is een eeuwigdurende discussie binnen de sociale wetenschappen. Visies hierover zullen dus verschillen. Zelf meen ik dat heel wat problemen van Surinaamse jongeren inderdaad vanuit hun culturele achtergrond komen.

Hindostaanse ouders gaan bijvoorbeeld anders om met kinderen dan binnenlandbewoners, afstammelingen van weggelopen slaven. Binnen het hindoeïsme is het traditionele gezinsleven een hoog goed. Raakt een ongetrouwde Hindostaanse zwanger, dan kan ze door haar familie worden verstoten, met grote gevolgen voor het kind.

In het binnenland wordt een tienermoeder gewoon geaccepteerd. Dat werkt weliswaar het hoge aantal tienerzwangerschappen in de hand, en zelfs de emotionele verwaarlozing van kinderen. Gezinnen zijn er erg groot, moeders hebben uit pure noodzaak meerdere banen. In het Amazonewoud heerst nog steeds een echte struggle for life. Een erfenis uit het koloniale verleden, toen het een ondoordringbaar gebied was met slavenopstanden en malaria. Binnenlandbewoners leven veel meer van dag tot dag. Het weinige geld dat er is, wordt niet bewaard voor morgen. Kinderen missen er een beschermende cocon, zeker wanneer ze later naar Paramaribo verhuizen om werk te zoeken. Het zijn die jongeren uit het binnenland die ik het vaakst in de cellenhuizen ben tegengekomen.”

Het kind van een tienermoeder maakt sneller de school niet af, omdat het minder vaak een gestructureerde thuisomgeving heeft
Bij een doorsnee Surinaamse opvoeding hoort ook heel wat geweld, blijkt uit recent onderzoek van de VN. Hoe komt dat?
“Vroeger waren slaan en schreeuwen in Suriname heel gewone opvoedkundige methoden. Kinderen werden ‘gezweept’, met de broekriem of een fijn takje van de tamarindeboom. ‘Het heeft mij als kind goed gedaan, dus waarom zou ik het niet doen’, was de opvatting. Dankzij voorlichting verandert dat. Toch werd ik onlangs nog opgeschrikt door het nieuwsbericht dat een jonge moeder kokend water over haar zoon had gegoten, omdat hij iets had gestolen. Een kind dat zo is behandeld, kan later als volwassene ook gewelddadig in het leven staan.”

Is er eigenlijk een eenduidige verklaring waarom Suriname zoveel slechter met zijn jongeren omgaat dan andere landen in de regio?
“Nee, die is er niet. Culturele factoren zie ik als de belangrijkste oorzaak, met zoals gezegd per bevolkingsgroep specifieke problemen. Aangezien Suriname nu eenmaal een ontzettend multicultureel land is, bestaan er vele verschillende voedingsbodems voor vele verschillende problemen. Daarnaast zijn er meer voor de hand liggende problemen, zoals het verband tussen armoede en kinderarbeid. Op de koop toe zijn vele problemen verweven. Het kind van een tienermoeder maakt sneller de school niet af, omdat het minder vaak een gestructureerde thuisomgeving heeft. Die vele oorzaken en enorme verwevenheid maakt het moeilijk om tot een oplossing te komen.”

Ligt die oplossing dan niet vooral bij het onderwijs, waar in Suriname tragisch genoeg weinig geld voor wordt uitgetrokken? Dit jaar besteedt het opnieuw amper tien procent van de begroting aan scholing.
“Kinderen in de schoolbanken krijgen én daar houden is zeker een van de oplossingen. Naast veel meer geld is daarvoor nieuwe wetgeving nodig. Suriname kent nu leerplicht voor kinderen van 7 tot amper 12 jaar. In Nederland is dat van 5 tot minstens 16. Het kost veel om dat in te voeren, maar op de lange termijn haal je enkel winst. Daarnaast zouden we als multicultureel volk wat vaker de beste eigenschappen van elkaar mogen overnemen. Hindostaanse vrouwen die voor hun huwelijk seksueel actief zijn, hoeven niet worden verstoten door hun familie. Net zoals de nadruk op spaarzaamheid en geborgenheid uit het hindoeïsme best door andere bevolkingsgroepen mag worden gekopieerd.”

Wie is Sila Kisoensingh?

Sila Kisoensingh (1963) studeerde in de jaren tachtig cum laude af als neuropsycholoog op Cuba. Na haar opleiding trok ze in 1988 terug naar geboorteland Suriname, waar ze de allereerste psycholoog werd die was verbonden aan een algemeen ziekenhuis. Sindsdien werkt ze ook als docent op de medische faculteit. Ze begeleidde ten slotte delinquenten in het jeugdcellenhuis. Vier jaar geleden opende ze een eigen kliniek in de Surinaamse hoofdstad.

[uit Trouw, 23 februari 2015]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter