Suriname 2018: Diepe crisis, maar ook fris geluid van onderuit
door Walter Lotens
‘De straat’ in Paramaribo, goed voor bijna de helft van de totale Surinaamse bevolking, laat steeds meer van zich horen. Een jongere, onbevreesde generatie treedt er op de voorgrond. Dat protest van onderuit is redelijk nieuw voor het doorgaans rustige land aan de ‘Wilde Kust’ van Zuid-Amerika. Maar intussen leeft men er op een sociaaleconomische vulkaan. De niet onbesproken regering komt almaar meer in nauwe schoentjes terecht, te meer omdat president Bouterse twintig jaar gevangenisstraf boven het hoofd hangt. Walter Lotens was ter plaatse.
‘Kom en laat uw stem horen. Vroegtijdige verkiezingen in 2019. Weg met deze regering! Suriname is van het volk en niet van een kleine elite die zich verrijkt met staatseigendom.’
Dat was de oproep van de Next Generation Movement die in Paramaribo circuleerde. Op 22 en 23 maart betoogden een 200-tal mensen aan de dokter Sophie Redmondstraat aan het monument voor gerechtigheid en vrede tegenover het regeringsgebouw en aan De Nationale Assemblee (DNA) op het Onafhankelijkheidsplein. De opkomst was niet geweldig – er heerst nog heel wat angst in de samenleving – maar wel indicatief voor een steeds groter wordend ongenoegen. Een derde protestdag is gepland voor 12 april, na de paasdagen. Bij de betoging waren ook politieke kopstukken van de oppositiepartijen aanwezig, maar ze werd toch vooral gedragen door de Next Generation Movement waarvan Xaviera Jessurun de woordvoerster is. Samen met Curtis Hofwijks en Maisha Neus staan ze voor een andere politiek, voor één die van onderuit komt.
‘De straat’ in Paramaribo, goed voor bijna de helft van de totale Surinaamse bevolking, laat van zich horen. Dat gebeurde ook al in het voorjaar van 2017. Een nieuw groeiend maatschappelijk middenveld veroverde toen de straten van de binnenstad met de zeer duidelijke boodschap ‘We zijn het moe!’ Vakbondsleiders en vertegenwoordigers van burgercomités werden onzacht van de straat geplukt. Dat overkwam onder meer onderwijsvakbondsleider Wilgo Valies en enkele jonge actievoerders, onder wie Curtis Hofwijks, Maisha Neus en Bryan Boerleider die werden gearresteerd en in een politiebusje gesmeten. Deze jongere generatie treedt duidelijk meer en meer op de voorgrond.
Macro-economische ramp
Wat is er toch aan de hand in dat groot land met een kleine bevolking waarin iedereen iedereen kent? Ik schrok toen ik voor mijn vertrek, begin februari, naar de wisselkoers keek van de Surinaamse dollar ten opzichte van de euro: 1 op 9,5! Toen ik er vijf jaar geleden landde was dat nog 1 op 3. In de winkels zijn op die tijd de prijzen vaak verdrievoudigd omdat vele levensmiddelen worden geïmporteerd en in euro’s of dollars moeten worden afgerekend. Ook de prijzen voor brandstof, gas en elektriciteit zijn zeer fors gestegen. Ik zag ze bijna dagelijks aan de pomp met enkele dollarcent omhoog gaan.
De crisis heeft grote gevolgen voor de meeste Surinamers van wie een groot aantal als ambtenaar is tewerkgesteld. Meer dan zestig procent van de Surinamers werkt voor de (semi-) overheid. Justitie en onderwijs zijn de allergrootste ministeries. Het gaat over meer dan 40.000 ambtenaren en dat aantal neemt nog steeds toe. Ze namen de afgelopen vijf jaar gemiddeld 30 procent van de totale overheidsuitgaven in beslag en die overheid kan dat niet ophoesten. Gevolg? Leerkrachten, buschauffeurs en iedereen die voor de overheid werkt, worden niet of veel te laat betaald. Stakingen blijven dan ook niet uit. Vele werkers verdienen per maand amper 1500 Surinaamse dollar of ongeveer 170 euro bij de huidige wisselkoers. Mensen met twee, drie en vier baantjes zijn dan ook geen uitzondering. Wie niet hosselt, komt niet rond. Zeker niet in Paramaribo, want op het platteland kunnen een eigen moestuin en wat kippen en ganzen voorlopig nog wat soelaas bieden.
‘Het macro-economische plaatje is meer dan slecht. De Surinaamse staatsfinanciën zijn „een tijdbom”’. Dat zegt Winston Ramautarsing, voorzitter van de Surinaamse economenvereniging (VES) tegen Hans Buddingh’ van NRC (1). Kredietbeoordelaar Moody’s noemt buitenlandse leningen aan Suriname – de totale overheidsschuld gaat naar honderd procent – nu ‘highly speculative’. Moody’s verlaagde nog eens de rating voor Suriname naar B2-. Een akkoord met het IMF werd al eerder opgezegd. De staatsschuld is aanmerkelijk gestegen. In december 2017 is ze verder opgelopen tot SRD 18.000 miljoen (Bureau Staatsschuld). Dat houdt in dat de staatsschuld nu boven 80% van het bbp is. Het leenplafond is overschreden met meer dan 20%. Dat schrijft de adviesraad van de NPS op 25 februari in www.starnieuws.sr . Volgens de Wereldbank daalde het bbp van 5,2 miljard US dollar in 2014 naar 3,8 miljard US dollar in 2016. Tussen 2010 en 2013 steeg het Surinaamse bbp nog van 4,4 miljard naar 5,1 miljard US dollar maar toen kon de eerste regering-Bouterse nog profiteren van de hoge goudprijzen. De economie van Suriname (558.000 inwoners) drijft vooral op goud- en olie-export. De dalende goud- en olieprijzen leidden afgelopen jaren tot negatieve groei.
Bouterse en zijn NDP (Nationaal Democratische Partij) zijn in 2010 voor het eerst aan de macht gekomen en in 2015 hebben zij dat nog eens kunnen overdoen zodat Bouterse nog tot 2020 regeermacht heeft. Maar dat gebeurde niet zonder risico: ondanks de dalende overheidsinkomsten verhoogde de regering-Bouterse voor de verkiezingen van 2015 fors de sociale uitgaven (pensioenen, kinderbijslag, ziekteverzekering). Volgens Ramautarsing, die destijds al waarschuwde voor een financiële crisis, werden de verkiezingen zo in zekere zin “gekocht”. (2)
Graaicultuur
En daar worden nu de ‘vruchten’ van geplukt, maar dan blijkbaar niet door de Surinamers die het nodig hebben. Vandaar de roep van de straat: ‘Suriname is van het volk en niet van een kleine elitaire groep, die zich verrijkt met staatseigendommen.’ Er zijn verschillende ‘affaires’ die in het ‘ons-kent-ons’-land de ronde doen. De meeste ervan blijven onder de radar in het circuit van de mofokoranti (tamtam) omdat de pers weinig kritisch is. Alleen het maandblad Parbode waagt zich nu en dan aan diepgaande onderzoeksjournalistiek en het is dan ook daar dat de ‘affaire Abrahams’ en de ‘affaire Graanoogst’, beide heren intimi van Bouterse, uitgebeend werden. Het magazine publiceerde in 2013 een omslagverhaal waarin uit de doeken werd gedaan hoe Ramon Abrahams als minister van Openbare Werken in drie jaar tijd „schatrijk” was geworden. Ivan Graanoogst, in 2013 verantwoordelijk voor de financiële kater van het groot Caraïbische feest ‘Carifesta’, krijgt ook in 2018 van Parbode de volle laag omdat een op zich mooi project rond naschoolse opvang alweer uitgemond is in een misselijkmakende miljoenenfraude. Ook het fenomeen van de spookambtenaren en het aantal ervan wordt door het blad in beeld gebracht onder de kop ‘Winti wai, lanti pai,’ (Hoe de wind ook waait, de overheid betaalt toch).
‘Het is een maffiasysteem,’ zegt Marten Schalkwijk van de Anton de Kom Universiteit onomwonden. ‘Zo’n tien families hebben voor één à twee miljard euro geroofd. Ze hebben goede relaties met de politieke top of behoren daar zelf toe.’ (3) Schalkwijk, professor sociale en ontwikkelingswetenschappen aan de Adek-universiteit, is een gezaghebbende en kritische stem in de Surinaamse samenleving. Ooit was hij de oprichter van een kleine politieke formatie DOE, maar nu volgt hij de politiek van aan de zijlijn. Ik heb hem in de voorbije twintig jaar verscheidene keren kunnen interviewen. Hij is altijd zichzelf gebleven: rustig en bescheiden, maar toch onvervaard. Een doordouwer met stijl. Iemand met inhoud, die het niet moet laten merken. Juist dáárom valt hij zo op in een Surinaamse context. Waarschijnlijk dáárom ook heeft DOE niet zo goed gescoord. Hij is onder meer auteur van Suriname, een steentje in de Nederlandse schoen, één van de weinige publicaties over de hedendaagse Surinaamse geschiedenis die van binnenuit geschreven is. Schalkwijk ziet in de sterk toegenomen corruptie ook een directe bedreiging van de democratie door Desi Bouterse en zijn partij NDP: ‘De NDP faciliteert mensen die kapitaal kunnen maken, maar die moeten dan wel de partij sponsoren.’
Daarnaast is er ook wat Wilson Ramautarsing de ‘structurele corruptie’ noemt: ‘Smeergelden maakten overheidsopdrachten veel duurder en inkomsten uit goud kwamen door vriendjespolitiek bij het verlenen van concessies voor goudexploitatie niet bij de overheid terecht. ‘De informele sector is nu het smeermiddel dat alles in beweging houdt,’ zegt Ramautarsing die onlangs de term ´failed state´ gebruikte. ‘Grootste bron is drugs. Investeringen daaruit brengen legaal inkomen. Elke lading cocaïne die gepakt wordt is een minpunt voor de economie.’ (4)
Drugs en decembermoorden
En dan zijn er natuurlijk ook de drugstransporten want Suriname is als doorvoerland een draaischijf vanuit Latijns-Amerika naar West-Europa, waarbij de havens van Rotterdam en Antwerpen een niet onbelangrijke rol spelen. Alleen al tijdens mijn verblijf van een maand werd er in het district Saramacca eerst een geheimzinnige duikboot ontdekt en nadien werd er op een rijstveld in hetzelfde district een vliegtuigje onderschept met iets meer dan 480 kilo cocaïne aan boord. Dat is maar een faits-divers in Surinaamse ogen, want dergelijke mysterieuze activiteiten vinden wel vaker plaats.
Is Suriname dan een narcoticastaat aan het worden? Misschien is dat een onzinnige vraag, want ook al voordat Bouterse president werd, waren er vaak geheimzinnige bewegingen in het grote binnenland waar de kleine staat geen controle over had en heeft. Vergeten we toch ook niet dat Desi Bouterse himself en zijn zoon Dino Bouterse allebei veroordelingen hebben opgelopen wegens druggerelateerde activiteiten. Vader Bouterse, bij verstek veroordeeld in Nederland, is de dans kunnen omspringen, maar zoon Bouterse zit zijn straf uit in een Amerikaanse gevangenis.
Maar Desi Bouterse heeft nog andere zorgen die hem wel eens in de gevangenis kunnen doen belanden. Het betreft een zaak die intussen al 36 jaar oud is, maar die nog steeds de gemoederen in de Surinaamse samenleving verhit en waarover ik al eerder schreef. Tijdens de militaire periode (1980-1987) vonden de ‘decembermoorden’ plaats.(5) In de nacht van 8 op 9 december 1982 brachten militairen zestien personen naar Fort Zeelandia in Paramaribo: vijftien ervan werden vermoord. Alleen het leven van de intussen overleden vakbondsleider Fred Derby bleef gespaard. ‘Op de vlucht neergeschoten’ luidde de officiële versie, ‘moord’ de officieuze.
Sinds 2000, het jaar dat er door de nabestaanden van de slachtoffers een proces werd ingespannen met Bouterse als hoofdverantwoordelijke is er een gehakketak aan de gang tussen het gerecht en de beklaagden die via hun advocaten de zaak op de lange baan lieten schuiven. Toen Bouterse dan in 2010 president werd, dacht hij helemaal uit de wind te kunnen worden geplaatst. Het werd een onverkwikkelijk steekspel tussen de rechtelijke en de uitvoerende macht die op 28 juni 2017 voorlopig in het voordeel van de rechtelijke macht werd beslecht, want de rechter eiste een gevangenisstraf van 20 jaar voor de huidige Surinaamse president Desiré Delano Bouterse voor zijn rol in de decembermoorden van 1982. ‘Nooit, nunca, never zal ik me laten opsluiten’, was de reactie van Bouterse al enkele jaren geleden.
Moet Bouterse nu effectief twintig jaar brommen? Dat valt nog te bezien in hoeverre de Krijgsraad, in dit geval president Cynthia Montnor-Valstein en de rechters Suzanna Chu en Rewita Chatterpal de strafeis van Auditeur-militair Elgin zullen willen volgen. De definitieve uitspraak werd uitgesteld en is nog steeds niet uitgesproken, maar hangt nu als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de zittende president. Bouterse spreekt wel verzoenende taal en liet een Dag van Nationale Rouw organiseren ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van oorlogsgeweld tussen 1980 en 1992. Daarvoor kreeg hij steun uit onverwachte hoek, met name van Sandew Hira, pseudoniem voor Dew Baboeram, broer van de vermoorde John Baboeram, die op eigen houtje via een uitvoerig interview met Desi Bouterse een dialoog en verzoening in Suriname tot stand wil brengen. Wat zal er gebeuren wanneer er nog voor de verkiezingen een voor Bouterse ongunstig vonnis geveld wordt? De volgende verkiezingen vinden pas plaats in 2020, maar je voelt nu al de zenuwachtigheid stijgen, zowel bij de regeringspartijen als bij de oppositie.
Burgerverzet
Bovendien zijn er nu nieuwe en jongere spelers op het politieke forum aanwezig die zich op een totaal andere manier profileren dan de klassieke partijen in Suriname, een landje waarin cliëntelisme welig tiert. Zij behoren tot het nieuwe burgerverzet dat overal ter wereld de kop opsteekt. Het is een stroming van onderuit, bestaande uit doorgaans jonge, maatschappelijk geëngageerde burgers die de representatieve democratie die zich boven hun hoofden in parlementen of andere cenakels afspeelt, beu zijn. Zij zijn op zoek naar nieuwe uitdrukkingsvormen waardoor de burger sneller en rechtstreekser kan participeren aan het beleid op verschillende bestuursniveau. In het kader van de decentralisatie in Suriname werd daartoe al een flinke voorzet gegeven door het burgerplatform ‘Para Force’ in het district Para (o.a. via het opstellen van lokale ontwikkelingsplannen en participatieve budgettering van lokale ontwikkeling) maar nadat in 2010 de NDP aan de macht is gekomen, werd heel die beweging van onderuit politiek dood gemaakt.
De nieuwe actievoerders maken op een efficiënte manier gebruik van de sociale media. Zij whatsAppen en facebooken er lustig op los – volgens Internet World Stats van 2017 zijn er ruim 310.000 facebookgebruikers in Suriname – en zij slagen erin op korte termijn en clandestien te mobiliseren voor straatacties.
Die nieuwe actievoerders zoals Curtis Hofwijks en Maisha Neus, zijn hooggeschoolde, mondige en goed van de tongriem gesneden jonge mensen. De jonge leiders van de protestdemonstraties zijn ook kritisch ten aanzien van de politieke leiders van de oppositionele partijen die er volgens hen al evenmin wat van bakken. Zij geloven niet langer in de oude politiek die gebaseerd is op het winnen, al dan niet op een corrupte manier, van verkiezingen waardoor gedurende de regeringsperiode alle hefbomen van de macht naar eigen goeddunken of dat van de partij kunnen aanwenden.
Curtis Hofwijks, woordvoerder van het burgerplatform ‘We zijn Moe’, is een van die actievoerders. Deze jonge kerel protesteerde maanden openlijk voor het parlement tegen het beleid van de huidige regering. Dat deed ook Maisha Neus (31 jaar) die populair werd op sociale media met haar aanklacht tegen het wanbeleid van de regering-Bouterse. Maisha werd razend populair op sociale media met haar aanklacht tegen het wanbeleid van de regering-Bouterse. Maisha verloor uiteindelijk haar goedbetaalde baan als accountmanager bij een multinational, maar ze gaat door. Intussen heeft ze met enkele medestanders een nieuwe partij opgericht die de strijdvaardige naam Strei! [Strijd] draagt. Ook Curtis Hofwijks werkt aan de oprichting van een nieuwe partij en zal de naam daarvan binnenkort bekendmaken. Zij willen nu ook toetreden tot de traditionele politieke arena en het is maar zeer de vraag of zij er op langere termijn zullen in slagen met hun politieke formatie om radicale veranderingen te weeg te brengen.
Een ding is zeker: president Desi Bouterse komt steeds meer in nauwe schoentjes terecht. Op 25 februari tijdens de herdenking van de 38 jaar geleden militaire staatsgreep zei hij dat hij de komende tijden ‘in de lucht zal wonen’ waarmee hij bedoelde dat hij vaak naar het buitenland zal gaan. Misschien zou het goed voor hem zijn om ergens in de lucht te blijven wonen.
Toen ik laatst met mijn fiets door het Noorden van Paramaribo reed, kwam ik aan de Bonistraat een vreemde affiche tegen. Aan het balkon van een woning hingen ‘Los revolutionarios de America’. Van links naar rechts herkende ik Che Guevara, Simon Bolívar, Hugo Chávez, Fidel Castro en Evo Morales. Niet de eerste de beste dus. Daarbovenuit toornde Desi Bouterse die een militaire groet bracht. Zou die man nu echt van zichzelf denken dat hij een revolutionair is?
(1) Hans Buddingh’, Suriname: een regering van dieven, NRC van 23 februari 2018
(2) Hans Buddingh’, op. cit.
(3) Hans Buddingh’, op. cit.
(4) Hans Buddingh’, op. cit
(5) Vijf jaar na de onafhankelijkheid in 1975 kwamen jonge militairen onder leiding van onderofficier Desi Bouterse aan het bewind. ‘Onze jongens’ die schoonschip wilden maken met de corruptie van de ‘oude politiek’ konden rekenen op de steun van de bevolking. Eerst was er sprake van ‘een ingreep’ in plaats van een staatsgreep, maar vanaf 1981 begon Bouterse een linkse koers te varen en werd het ineens ‘een revolutie’. Het regeren per decreet en het instellen van een avondklok viel bij vele Surinamers niet in goede aarde. De politieke tegenstellingen namen toe. Vanuit zeer diverse sectoren kwam er protest. De sfeer werd grimmiger. Einde 1982 escaleerde de situatie en op 8 december 1982 gebeurde dan het onvoorstelbare in het anders zo gemoedelijke Suriname. De gebouwen van de vakbond de Moederbond, van twee radiostations en van de krant De Vrije Stem werden in brand geschoten.