blog | werkgroep caraïbische letteren

Surinaamse praktijk met trauma en cultuur bij psychiatrische problematiek

Publieksversie van proefschrift dr. Nannan Panday-Jhingoeri

 door Cobi Pengel

‘But however, much we want to make therapy a science, it remains partly an art, and the more developed the therapist becomes, the more of his/her decisions will be based on intuition, feeling and even inspiration that is more based on love and human concern and other spiritual motivations than on mental reason and rationality in a simple sense of the word.’
Ventegodt, Kandell & Merrick (2007)

Een van de rode draden die door alle hoofdstukken van dit interessante boek loopt, zijn de ervaringen van dr. Kamla Nannan Panday met de door haarzelf opgebouwde werkwijze. De andere rode draad is de bijzondere aandacht voor het pluralisme in Suriname: het naast elkaar bestaan in een samenleving van verschillende sociale en culturele groepen. Dit uit zich vaak in de beschrijvingen van de diverse casussen, die heel interessant zijn om te lezen, zeker ook voor de leek. De auteur beschrijft een scala van patiënten met diverse achtergronden en de wijze waarop de verschillende godsdiensten en cultuuruitingen een rol spelen in de diversiteit van de trauma’s die zij tegenkomt bij het toepassen van haar werkwijze.

Kamla Nannan Panday tijdens haar promotie in de Centrumkerk (de aula van de Anton de Kom Universiteit), foto: AdeKUS

Diepe wonden door oorlogservaringen
De betrokkenheid van Nannan Panday bij de problemen van haar patiënten is voelbaar in de beschrijving van de verschillende casussen die in het boek aan de orde komen. Het motto dat zij koos voor dit boek geeft het zo duidelijk aan: (vrij vertaald): ‘Therapie moeten we niet alleen als wetenschap zien, de zich ontwikkelende genezer baseert zijn beslissingen uiteindelijk toch meer op intuïtie, gevoel, inspiratie en andere spirituele motivaties dan op het rationele.’

In een van de casussen in hoofdstuk 4 (De gevolgen van psychisch trauma) legt de genezer even haar hand op de schouder van een patiënt, die in een door haar geleide bewustzijnstoestand verkeert, als liefdevolle aanmoediging om door te gaan met het verhaal, als een gebaar waarmee zij uitdrukt: ga maar door, ik ben bij je, we doen dit samen. Ook bij de weergave van andere casussen is de empathie van de genezer duidelijk aanwezig.

Uw bijzondere aandacht vestig ik (in hoofdstuk 4) op het verhaal van een militair (de auteur heeft er meerdere behandeld) die gevochten heeft in de verschrikkelijke Binnenlandse Oorlog. Hoe goed de behandelwijze van dr. Nannan Panday bij heel wat anderen werkte en werkt, bij deze militair stuit zij op onoverkomelijkheden. De onpeilbare diepte van de wonden die de verschrikkingen van deze oorlog in de geest van deze militair heeft geslagen, zal blijven schrijnen; de wonden zullen nooit volledig helen. Allen die een trauma aan deze oorlogservaringen hebben overgehouden, zwijgen, zelfs onder de invloed van de lichte trance waarheen hun genezer hen begeleid heeft. De woorden willen en mogen niet komen, omdat hun ervaringen te verschrikkelijk zijn voor woorden. De regressie, het terugvoeren naar wat eerder gebeurd is, werkt soms (patiënten genezen van hun trauma): soms slechts voor een deel, soms nauwelijks.

Onderzoek naar bezetenheid
In hoofdstuk 7 (Bezetenheid: aanhechting vreemde entiteit) schrijft de auteur over het fenomeen dat de Surinaamse samenleving enige jaren geleden bezighield: bezetenheid die toesloeg in schoolklassen waarbij leerlingen en soms ook leerkrachten in trance geraakten. De auteur beschrijft een geval van een twaalfjarig meisje dat dit overkwam. Toen zij weer ‘bij’ was, herinnerde zij zich absoluut niets van het gebeurde, niet hoe het kwam dat haar haren zo verward waren, niet hoe haar schoenen en kleren in wanorde waren geraakt. Bij nader onderzoek bleek dat deze leerlinge binnen het gezin waarin zij leefde, diverse traumatische ervaringen had doorgemaakt en nog steeds onderging (mishandeling, seksueel misbruik). De auteur classificeert deze casus als een vorm van ‘cultural idiom of distress’, een cultureel aanvaarde uiting van nood, in een context van onderdrukking en sociale ontwrichting. (p. 134, 135) . De auteur beperkt zich tot deze ene casus, maar een blik in de ‘Noten’ (p. 220, de door de auteur geraadpleegde literatuur) leert mij dat de auteur samen met Sabajo-Cederboom, De Jong, Reis en Menke een rapport heeft geschreven van een onderzoek op drie scholen in Suriname over deze trancetoestanden bij schoolkinderen.

Traditionele genezers
Een ander typisch Surinaams cultureel fenomeen, door de auteur beschreven in hoofdstuk 2 (Enkele behandelvormen in de psychiatrie) op p. 39 zijn de ‘traditionele genezers’. De auteur rekent hier tot de traditionele genezers: de religieuze voorgangers, de natuurgenezers die met kruiden werken en de religieuze/culturele genezers, zoals een duman binnen de wintireligie, een imam bij de moslims en een pandit of ojha bij de hindostanen. Ze plaatst ze allen onder dezelfde noemer: die van traditionele genezer. Persoonlijk vraag ik mij echter meteen af (door wat ik eerder heb gehoord): zijn hier niet enkele rotte appels in de mand met gave appels verzeild geraakt?

Maar gelukkig… op pagina 41 constateert de auteur dat zij ook te maken heeft gehad met patiënten die toegaven – zij het met schaamte – dat zij zich tegen beter weten in hadden laten beetnemen, voor veel geld meestal, en het slachtoffer zijn geworden van zo een ‘traditionele genezer’, niet zelden op seksueel gebied.

Het boek bestaat behalve uit acht hoofdstukken, een voorwoord en een inleiding door de auteur – die u zeker niet mag overslaan – aangezien beide zeer verduidelijkend zijn. De overige hoofdstukken gaan over trauma, invloeden van voorouders, reïncarnatie, bezetenheid en de helpende entiteit. Om de verklarende begrippenlijst zult u zeker niet heen kunnen, aangezien er voor de leek nogal wat onbekende begrippen in het boek kunnen staan. De ‘Noten’ bevatten de gebruikelijke opsomming van de door de auteur geraadpleegde werken. Het geheel is zeer overzichtelijk ingericht.

Ik kan deze publieksversie van het proefschrift van dr. Kamla Nannan Panday-Jhingoeri van harte aanbevelen. Niet alleen de vakmensen op dit (brede) gebied, maar ook de leek met belangstelling voor deze interessante materie zal het boek met plezier lezen. Daarom is het immers een publieksversie.

Rest mij te besluiten met de vermelding dat Jurmen Kadosoe met het smaakvolle omslagontwerp goed werk heeft geleverd.

K. Nannan Panday-Jhingoeri, De rol van trauma en cultuur bij psychiatrische problematiek; Ervaringen uit de Surinaamse praktijk. Paramaribo 2021. Druk: Suriprint N.V. ISBN: 978-99914-2-027-0


Dr. Kamla Nannan Panday-Jhingoeri werd op 1 mei 1989 ingeschreven als psychiater in het Surinaamse specialistenregister. Haar opleiding in de westerse psychiatrie genoot zij deels in Suriname, deels in België. De westerse psychiatrie volgt het zogenaamde biopsychosociale model (resultaat van een complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale variabelen). Deze aanpak schonk dr. Nannan Panday na drie jaar praktijk echter geen voldoening meer. Zij verwoordde dit heel treffend: ‘De pijnlijke laag wordt gepolijst en gevernist maar de kern en de bronnen van de problemen worden niet zichtbaar; die zijn opgeslagen in die delen van de hersenen waar ze minder toegankelijk zijn voor exploratie en therapie.’

Zo gebeurde het dat dr. Nannan Panday na heel wat oriënterende verkenningen een andere weg insloeg, de weg van de hypnotherapie waar zij het werken via het onderbewuste ontdekte. Zij begon deze werkwijze te combineren met de klassieke biopsychosociale wijze van behandelen. Uiteindelijk kwam er een combinatie tot stand van het biopsychosociale model met de transpersoonlijke regressietherapie. Dr. Nannan Panday noemt dit een vorm van integrale psychiatrie. Zij promoveerde op deze behandelwijze in februari 2019 aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Van haar proefschrift is nu een publieksversie verschenen.

[dWTL, 31 december 2021]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter