blog | werkgroep caraïbische letteren

Surinaamse Amnestiewet

door Frans Lopulalan

Robbie Em, Hindoestaanse Surinamer, was ook een vaste klant in het nachtcafé. Had hij eenmaal genoeg bier op dan oreerde hij er flink op los over ‘die klootzakken’, waarmee hij Desi Bouterse en zijn kliek bedoelde die met een staatsgreep de regering aan de kant geschoven hadden. Robbie had meer dorst en praat dan geld en dus waren het meestal anderen die zijn bier betaalden. “Ah, Frans … koop nou een biertje voor me.” “Dat is goed, Robbie … maar je gaat niet lopen zeiken over Desi Bloody Bouterse. Ik mag die idioot wel … ” “Ha ha, die Frans. Frans, Frans, Fransje toch … ” “Ik meen het, Robbie … als jij van mij bier drinkt en je gaat over Bouterse lopen mauwen dan ga ik jou net zo lang slaan tot je het bier weer uitkotst … Ach man, ik mag die Bouterse van jou wel en heb je die ene maat van hem trouwens gezien? Die sopraansax speelt in die documentaire … als je beroepsmilitair bent en je speelt sopraansax, dan deug je. Speel jij sopraansax? Nee hè … Nou, zie je wel … jij snapt het gewoon niet.” Na de decembermoorden van december 1982 deed ik een tijdje boete door Robbie nacht na nacht vol te gieten met bier en hem dan te vragen om nog eens haarfijn uit te leggen hoe dat ook alweer zat met ‘die klootzakken’ in – “Godverdomme, Fransje, mijn vaderland” – Suriname. Aan die straf-exercitie maakte Robbie een eind toen hij op een avond met een bundel bankbiljetten in zijn binnenzak het café binnenkwam en mij het bestellen en zeker het betalen van het bier verbood. “Ik ga jou vanavond vrijhouden, vervelende kut-Molukker … maar vertel eens, man. Jij vertelt nooit eens wat … ”

De volgende avond – Robbie had nog geprobeerd mij honderd gulden toe te schuiven, want ik was zo’n ‘goeie jongen’ – werd ik in het café tot mijn aanvankelijk blijde verrassing, want men gaat ten slotte niet zónder hormonen de kroeg in, aarzelend aangesproken door een onwaarschijnlijk mooie dame. “Ik denk dat u Frans bent,” sprak de vrouw en ik deed al hijgerig een greep in mijn immer parate verzameling snedige opmerkingen toen ik opeens de droefenis in haar ogen zag. “Wie bent u? Wat is er aan de hand?” Ze stelde zich voor als de zuster van Robbie. Ze vertelde dat ze hem die ochtend dood in bed had gevonden. ‘s Nachts was ze wakker geworden toen hij, merkbaar beschonken, struikelend de trap naar zijn slaapkamer probeerde te bestijgen. Hij wilde zich niet door haar laten helpen, wel wilde hij op de trap nog even met haar praten en na een niet geheel samenhangend betoog drukte hij haar op het hart om mij in het café op te zoeken – “Je herkent hem zo, hij draagt altijd een hoed. Hij zal in die hoed geboren zijn.” – en het mij te vertellen als hij zich in alle letterlijkheid dood gepiekerd had over ‘die klootzakken’ in Suriname.
Ik ben voorzichtig blij voor Robbie Em dat hij het niet heeft hoeven meemaken, die amnestiewet die door de Nationale Assemblee van Suriname is aangenomen.

[van Vanuit Porto, de blogspot van Frans Lopulalan, 4 april 2012]

Frans Lopulalan is donderdag 6 december te gast bij de Sinterklaasviering van de Werkgroep caraïbische Letteren, theater Perdu, Amsterdam, 19.30 uur.

1 comment to “Surinaamse Amnestiewet”

  • tekst verwijderd door redactie vanwege ontbreken van naam / AGB

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter