Surianto – Reruntangan/Hand in hand
[Van de redactie van dWTL
In de gehele samenleving zien we bewegingen die de viering van de aankomst van de Javanen 126 jaar geleden in Suriname aankondigen: op het gebied van dans, taal en eten, allerlei cultuurvormen worden ingezet om het feest te vieren. En de redactie van de Ware Tijd Literair doet natuurlijk mee: vandaag is de pagina gewijd aan de Javaanse immigratie. Ook hier variatie: een artikel over de invloed van het Nederlands en het Sranan op de Javaanse taal. En er wordt een ouder proefschrift besproken dat nu toch is uitgegeven, vanwege de culturele waarde ervan. En we kozen bij dit alles een gedicht van Surianto dat is opgenomen in de Spiegel van de Surinaamse poëzie, gedichten verzameld door Michiel van Kempen (1995). Surianto heeft prachtige poëzie geschreven in het Javaans, dat hij zelf vertaalde naar het Nederlands.
Surianto is het asma singlon (pseudoniem) van Ramin Jozef Hardjoprajitno. Surianto is de samentrekking van de woorden surya dat in het Javaans ‘zon’ betekent, en ianto, dat komt van ‘ontong’, bloem en vruchtbeginsel van de pisangboom. Dit volgens Van Kempen in Woorden die diep wortelen. Tien vertellers en schrijvers uit Suriname (1992), dat met prachtige foto’s is aangevuld. Van Kempen geeft vervolgens aan dat in de Surinaamse gemeenschap een schrijversnaam een seinvlag is voor een exclusieve activiteit: pas op, hier wordt geschreven! Voor de Javanen is het pseudoniem sinds de tijd van pujangga (meester der tale) Ronggowarsito een vast onderdeel van de schrijftraditie geworden.
In dit kader mochten we een uitnodiging ontvangen van de Vereniging Herdenking Javaanse Immigratie (VHJI) die op zes augustus een workshop organiseert getiteld ‘De toekomst van de Javaanse taal. Hoe verder?’ Deze zal gehouden worden te Sana Budaya aan de J. Israelstraat.]
Surianto
Reruntangan
Keparenga kula ngoko
marang panjenengan, Pak?
takoné salah sijining siswi
pamulangan tingkat tengahan
Kena waé ta sangka rumangsaku
lawang iki tansah sumeblak
tyendéla ngaturi bebarèsan
Sampéyan ngerti
sliramu kuwi èmperé wong anèh
tangising ati susah
otyèhing manuk prenèsan lan
lelagon bisiking angin midit
kok gawé ngrontyé tembang
kang luwih déné sulistiya
Wo, kandaku
wis suwé anggonku gerah gendhng, Nduk
nanging lagi saiki katon kumaté
Lan gilo, delengen
wiwit dèk semana
kabo lan gudèl
lagi reruntangan
pada nikmati sagunging wangi
ana pasuketané jembar
bumi sarwéndah iki
kosok bali kaso dina wingi.
Uit: Spiegel van de Surinaamse poëzie, samengesteld door Michiel van Kempen, 1995, Amsterdam, Meulenhoff
ISBN 90 290 5131 0
Hand in hand
Mag ik u in het gewone Javaans
aanspreken, meneer?
vraagt mij een middelbare school-studente
Dat mocht altijd al dacht ik
deze deur staat wagenwijd open
de vensters nodigen uit tot openheid
Weet je,
ik vind je vreemd
met de tonen van gebroken harten
het gezang van dartele vogels en
de taal van de zacht fluisterende wind
componeer je de mooiste liederen
O, zeg ik
ik lijd al lang aan idiotie
maar nu pas breekt de ziekte uit
En kijk eens,
vanaf toen
lopen buffel en kalf
hand in hand
te genieten van alle letterschoon
op de wijde velden
van dit gans-schone land
anders dan voorheen.
[Vertaling Surianto]