blog | werkgroep caraïbische letteren

Suikerland

Het Kunsthek aan het hek van het Amsterdamse Oosterpark aan de Linnaeusstraat tegenover de Muiderkerk is een bewonersinitiatief. Deze expositieruimte in de openlucht is 24/7 te bezoeken. Sinds 15.00 uur op 30 juni hangt er een expo van illustratrice Renate Siepel en schrijfster Henna Goudzand Nahar. Hieronder de tekst. Periode: 30 juni-30 juli 2020.

Suikerland

Tijdens de slavernij is Suriname eeuwenlang leverancier geweest van suiker voor wat nu het huidige Nederland is. In het boek Suikerland (publicatie 2021, een groot verhaal plus 36 illustraties) wordt Esi, met anderen, geroofd uit haar Afrikaanse dorp. Na een lange reis, eerst door Afrika, daarna over zee, komt zij terecht op een suikerplantage in Zuid-Amerika. Hieronder een dialoog uit het boek.
Esi is net op de suikerplantage ‘Bethlehem’ en heeft een gesprek met de tuinman:

Esi liep naar een boom, brak er een twijg vanaf en ging op haar hurken zitten. De twijg bewoog eerst stroef door het zand. Bij elke nieuwe beweging ging het makkelijker. Al kon ze haar dorp en haar ouders niet heel herkenbaar in het zand tekenen, ze deed het toch. Het duurde niet lang of ze vergat waar ze was en wat ze de afgelopen seizoenen had meegemaakt…
Tot ze een stem bij haar oor hoorde fluisteren.
‘Wat teken je?’
Geschrokken sprong ze op. Ze keek om in het gezicht van de tuinman die net tien zweepslagen had gekregen omdat hij een hark op het pad was vergeten’.
‘Ik teken mijn dorp en mijn familie,’ antwoordde ze. ‘Ik wil hen niet vergeten.’
‘Mooi wat je doet,’ zei de tuinman. ‘Maar kom de volgende keer naar me toe voor een plek waar niemand je kan zien. Wij horen geen pleziertjes te hebben.’
Hij haalde de hark over haar tekening.
‘Ik heet Isaïe, de naam die ik van mijn moeder kreeg,’ zei hij intussen. ‘Maar de meester noemt mij Dwingeland. Hij en ik gingen een paar jaar geleden de bloemperken langs om te kijken wat er moest gebeuren. Ik trapte in hondenpoep en vroeg of ik mijn voeten even mocht wassen. De meester deed alsof hij me niet had gehoord. Toen ik mijn vraag herhaalde, noemde hij me Dwingeland en dat is niet meer veranderd.’
Esi keek naar de rug van de oude man. Hij had zijn overhemd uitgedaan. De zweep had dikke striemen gemaakt in zijn huid. Stralen geronnen bloed liepen zijn broek in.
Isaïe zag Esi’s blik op zijn rug en keerde zich gauw een kwartslag om.
Esi snoof maar de geur op die ze al eerder had geroken.
‘Je ruikt suiker,’ zei Isaïe met een glimlach. ‘Bethlehem is een suikerplantage. Uit de stengel van de suikerrietplant perst men sap dat erg zoet is. Dat laat men inkoken en daarna giet men het in een kegelvorm. Suikerbrood wordt zo’n vorm genoemd. De slavenschepen uit Afrika nemen de suikerbroden mee naar Europa.’
‘Lijkt suiker op honing?’ vroeg Esi en ze dacht aan de honderden vliegen die ze op de slavenhutjes had gezien.
De tuinman knikte.
‘De mensen in Europa moeten wel gek zijn op suiker als je ziet hoeveel er van dit spul wordt verscheept,’ mompelde hij.

Schrijver: Henna Goudzand Nahar
Illustrator: Renate Siepel

contact: boeksuikerland@gmail.com

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter