blog | werkgroep caraïbische letteren

Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…

[reactie op het voornemen van Roy Groenberg om Het Negerboek van Lawrence Hill te verbranden; zie hier]

door Iwan Brave

Ik heb een interview met de schrijver [Lawrence Hill] gelezen. Slaven gingen in Canada destijds in het Book of Negroes met allerlei beschrijvingen over hun (lichaams)kenmerken. Dus alsof het vee betrof. De titel Het Negerboek is wat dit confronterende en pijnlijke historische feit juist en integer gekozen door de schrijver. Ik vind het als “Afro-Surinamer” of als “zwarte” persoon belangrijk om te weten hoe onze voorouders werden bejegend en bestempeld. Daar kunnen we allen (de mensheid) lering uit trekken. We hebben niets aan politiek-correcte titels die pijnlijke historisch feiten verhullen. En boekverbranding riekt naar barbaarse onverdraagzaamheid, haatzaaiing maar vooral het tekort schieten beargumentering.

Dit gezegd hebbende, vond ik de woordvoerster van de uitgeverij overigens klinken als iemand die niet van deze tijd is, en zogenaamd niet kon bevroeden dat de titel zoveel commotie teweeg zou brengen. Nederlandse hypocrisie: deze titel is natuurlijk commercieel beter voor het gemiddelde blanke lezerspubliek bij wie het woord “neger” nog altijd tot de superieure verbeelding spreekt. “Neger” niet als gelijkwaardig mens maar nog altijd als een “exotisch ding”, zoals in de trant van: “Een neger in de sneeuw”, “Een neger in mijn tuin” of “De neger op de hoek”.

Hier volgt een passage uit het interview (door Mirjam Bosgraaf) met schrijver Hill:

Kreeg u het idee voor deze roman door Aminata?

‘Nee, door een boek uit de boekenkast van mijn ouders. Een zeer academisch werk over de geschiedenis van de Black Loyalists of Canada in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Daar stond in dat alle slaven die konden aantonen dat ze voor de Britten hadden gewerkt, een vermelding kregen in het Book of Negroes. Geregistreerde slaven mochten mee op een schip naar Nova Scotia, waar ze zich vrij konden vestigen. Ik denk dat niet meer dan tien Canadezen en een paar hoogleraren iets van deze geschiedenis afwisten voor ik erover schreef.’

Hoe heeft u het ervaren om dat historische Book of Negroes, waar 3.000 slaven in staan vermeld, voor het eerst in te zien?

‘Vooral de manier waarop de slaven zijn beschreven, greep me aan. Dat gebeurde aan de hand van hun fysieke of economische waarde. Dan staat er: fellow past his labor, of lusty wench: ‘lustige deerne’. ‘John Cartwright, uitgeput en één oog troebel’. ‘Sarah Johnson, 22, gedrongen deerne, voorheen slaaf van gedeputeerde Smith’. Al die mensen vormen een verhaal.’

Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…

[van RNW, 20 juni 2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter