blog | werkgroep caraïbische letteren

Stuwdammen en wegen… Niet voor de Wayana en Trio?

door Christine F. Samsom

Met het aanbreken van de kleine regentijd is het probleem van stroomtekorten en distributie van stroom, de zogenaamde loadshedding, van de baan, tot de volgende droge tijd… De mensen van het binnenland hadden leedvermaak. Moesten zij het niet al jaren met vier uur stroom per 24 uur doen? Waar ikzelf het meest voor vreesde, was dat het Tapajai-project weer van stal zou worden gehaald, maar die vrees blijkt voorlopig ongegrond. Hoelang is voorlopig? En wat willen de direct betrokkenen, de inheemsen en marrons in het gebied eigenlijk?

 

Voor mij ligt het boek Stuwdammen en wegen in het Surinaamse binnenland. Gevolgen voor Wayana en Trio. De tekst en de vele prachtige foto’s zijn van de Nederlandse reis-journaliste en historica Maja Haanskorf (1952), sinds 2000 hoofdredacteur van LA Chispa, Nederlandstalig(e) magazine en website over Latijns-Amerika en de Cariben. Zij heeft naast veel andere publicaties ook meegewerkt aan Te gast in Suriname. Dus toen ze van de Stichting Planet Trails het verzoek kreeg om dit boek te schrijven, was ze al aardig bekend met Suriname. Het doel van deze Nederlandse stichting is om speciaal aandacht te geven aan het bestuderen van en bekendheid geven aan de gevolgen van de aanleg van stuwdammen en wegen onder andere voor tribale volken, maar ook voor de biodiversiteit en de sociaaleconomische ontwikkeling in een regio of land. Met de voorzitter van de stichting, de econoom Pitou van Dijck (1949), en de filmer Milton Kam, maakte de schrijfster twee reizen: één in 2012 met een korjaal de Tapanahoni op van Apetina tot Tepu en één in 2013 met een 4-wheel via Nickerie en Georgetown helemaal naar de Braziliaanse stad Manaus. Naast het boek werd ook een film geproduceerd.

 

Laat me de lezer maar alvast waarschuwen: dit schitterende boek met zoveel prachtige foto’s en tekeningen van inheemse kinderen geeft ons deze boodschap, uitgesproken door kapitein Mozes van Tepu: ‘Als er een dam komt, wordt het hier oorlog’.

We volgen de schrijfster op haar tocht van Apetina, via diverse gevaarlijke sula’s, waar de boot echt niet even doorheen kan scheuren, de vracht vaak moet worden uitgeladen en gedragen naar het andere eind van de sula, naar Paloemeu. En dan nog een dag stroomopwaarts naar Tepu. Onderweg praat ze met heel veel mensen die in de drie dorpen wonen over wat zij denken van het Tapajai Hydro Plan: kort gezegd een omleiding van het water van de Tapanahoni via de Jaikreek naar het Brokopondo-stuwmeer om daar de waterstand te verhogen, zodat er via de turbines meer stroom kan worden opgewekt. Daarbij moet er in de Tapanahoni een dam worden gebouwd en zullen gebieden bij Paloemeu en Tepu onder water lopen. Met wie ze ook praat, daar langs de Tapanahoni, niemand wil dat plan! ‘Honderd procent niet’, zegt basya Marius van Apetina.
Maar ook in de stad zijn er deskundigen met wie ze heeft gesproken en die het plan niet zien zitten. Er zou eerst een degelijk onderzoek moeten komen naar de sociale en ecologische gevolgen om die zoveel mogelijk in kaart te brengen en te voorkómen. Wat als de Tapanahoni stroomafwaarts in de droge tijd zo weinig water krijgt, dat boten de dorpen niet meer kunnen bereiken en de visstand achteruitgaat. Ook de Fransen maken zich daar ongerust over. Professor Naipal, hoogleraar klimaatverandering aan de AdeK-Universiteit bijvoorbeeld ziet veel meer ecologisch verantwoorde mogelijkheden in het opwekken van energie in de Golfstroom voor onze kust.

 

De schrijfster vertelt in het tweede deel van het boek over haar ervaringen op de reis met een landcruiser van Georgetown-Guyana naar Manaus in Brazilië. Ze geeft veel informatie over inheemse volken in die landen, waarbij ze de lezer opmerkzaam maakt op een aantal duidelijke verschillen. In Guyana hebben de inheemsen allang te maken met wegen en kwamen zij in contact met andere groepen: veeboeren, rubbertappers. Hun collectieve eigendomsrechten op de grond zijn bij wet (2006) vastgelegd. In Brazilië wordt er door overheden juist getornd aan eerder vastgelegde rechten. Voor mij nieuw was de Braziliaanse Waarheidscommissie die onderzoek doet naar wat al genoemd wordt de genocide onder de Waimiri-Atroari inheemsen gedurende de militaire dictatuur (1964-1985). Er moeten toen honderden inheemsen zijn afgeslacht om het gebied ‘schoon te maken’ voor de aanleg van een weg.

stuwdammen en wegen

Intussen heb ik genoten van de knappe beschrijvingen van de natuur door de schrijfster, zodat je bijna de spetters in de sula kan voelen, de stemmen van de inheemse bootsmannen kan horen, de mope langs de oever kan ruiken en de anyumara kan zien spartelen. Maar dan is daar ook die verwarring en zorg bij de betrokkenen om de plannen van de stad. Wat als de rivier opdroogt, de visstand achteruit gaat? Wat als er een weg komt waarover criminelen, dierenhandelaren, houtkappers en jagers uit de stad hun rust komen verstoren? Het valse beeld ophangen van de ‘Nobele Wilden’, in die val trapt de schrijfster gelukkig niet. Zij maakt duidelijk dat iedereen vooruitgang wil: telefoon, goed onderwijs, goede gezondheidszorg, de hele dag stroom. Dan wil je niet meer op een houtvuur koken, maar op een gasfornuis. Daar is niets mis mee. De mensen worden mondiger en willen dat er rekening moet worden gehouden met hun wensen, ze willen meepraten over ontwikkelingen in hun gebied, en dat bijvoorbeeld de grondenrechten nu eindelijk worden geregeld. Ze zijn op de hoogte van het Saamakavonnis van het Inter-Amerikaans Hof ten aanzien van de grondenrechten. De tijd is voorbij dat, zoals in het geval van de bouw van de Afobakastuwdam en het ontstaan van het stuwmeer, duizenden mensen van niets wisten, er in elk geval geen enkele inspraak was van de betrokkenen. De Wayana en Trio willen gehoord worden en die kans krijgen ze met dit boek.
Jammer dat er in het dankwoord aan het eind bij de vijf mensen die kritisch hebben meegelezen geen Surinamers worden genoemd, want die zouden zeker een aantal foutjes hebben gezien: Pokigron ligt niet bij de dam van het Brokopondo-stuwmeer, de Afobakaweg gaat tot de Afobakadam, de weg naar Pokigron heet Tjongalanga- of Atjonipasi, buurland Guyana is niet meer Brits en op Langatabbetje wonen Paramakaners, geen Aukaners, om er enkele te noemen.

Maja Haanskorf (tekst en foto’s) en Stichting Planet Trails: Stuwdammen en wegen in het Surinaamse binnenland. Gevolgen voor Wayana en Trio. Concept en projectcoördinatie: Pitou van Dijck; tekeningen: leerlingen van de basisschool in Apetina. Caribbean Media group, 2014. ISBN 978-90-79557-05-9

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter