blog | werkgroep caraïbische letteren

Ston oso: zwarte smet op Paramaribo’s blazoen

door Rolf van der Marck

 

Een foto op de voorpagina van de Ware Tijd van gister, waarop een dame langs Ston oso loopt, Zwartenhovenbrugstraat # 88, op de hoek met de Dr. Sophie Redmondstraat, waarin en waarnaast de petflessen en andere troep hoog liggen opgestapeld, heeft hopelijk velen weer eens geattendeerd op het decennia oude schandaal dat Ston oso heet.

Tekening van zij- en voorkant van het pand in originele staat

Geschiedenis
Over het bouwjaar van het pand bestaat onzekerheid, het pand moet ergens tussen 1776 en 1810 zijn gebouwd. Het was het enige bakstenen woonhuis dat niet in de eerste uitleg van de stad, begrensd door het Kerkplein en de Keizerstraat, lag. Dat was zo uitzonderlijk dat het daarom de naam Ston oso ofwel Stenen huis heeft gekregen. Het huis telde in de breedte vijf traveeën, met twee dubbele deuren aan de straatzijde. Dit wijkt af van de vrijwel overal elders voorkomende patroon van één deur in het midden. Het had twee lagen en een steil schilddak, dat met ronde tegels was afgezet en met dakkapellen aan alle zijden. Aan de restanten van vandaag is te zien dat de stoep over de gehele breedte loopt en de hoek om gaat aan de zijde van de Dr. Sophie Redmondstraat. De uitgebouwde galerij was drie vakken breed en 2 lagen hoog. Het balkon had ijzeren spijlen.

In het midden van de achttiende eeuw is Ston oso grotendeels uit hout opgetrokken. In die tijd was het niet gebruikelijk dat in Paramaribo panden volledig met bakstenen werden gebouwd. Om onduidelijke redenen werd voor dit gebouw een uitzondering gemaakt. Volgens de mofo koranti stonden in Ston oso slaven terecht die misdaden zouden hebben begaan, waar het pand de bijnaam Zwarten Hof aan te danken heeft. Hiervoor is echter nooit enig bewijs gevonden. Velen durven niet in Ston oso te komen, omdat zij ervan uitgaan dat de geesten van veroordeelde slaven onheil brengen. Sinds de negentiende eeuw heeft het monument onder meer dienst gedaan als woonhuis, levensmiddelenzaak en fotostudio.

Afbeelding uit Geschiedenis van Suriname | Van stam tot staat, Zutphen 1998, in veel gelijkend op het pand Zwartenhovenbrugstraat # 88, waar slaven worden verkocht

Boedelkwestie
Decennialang reeds staat dit pand te verpieteren. De overheid heeft in 2007 toch nog overeenstemming bereikt met de erven Tjon Joe Tjoen, die het uiteindelijk niet op onteigening wilde laten aankomen. De familie kreeg een ander stuk grond van de overheid en het terrein waar Ston oso op staat is nu officieel domeingrond. Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) kan nu uiteindelijk aan de slag en heeft nu een aanvraag bij de Dienst Domeinen lopen voor het verkrijgen van titel op de grond. Volgens directeur Stephen Fokké is dit nodig om fondsen voor de restauratie te kunnen verwerven, want geen enkele financier wil inkomen als er geen titel op de grond is. Zodra de financiering binnen is, wil SGES aanvangen met de conserveringsfase.

SGES is jaren bezig geweest met het zoeken naar financiering om het vervallen historisch pand weer in zijn oude glorie te herstellen. Eén van de organisaties was de Nederlandse Stichting Monumenten van de West-Indische Compagnie (MoWIC). Deze organisatie ontfermt zich over gebouwen over de hele wereld die ooit het bezit zijn geweest van de oude Nederlandse maatschappij. Kennelijk is MoWIC niet op de hoogte van de vorderingen van de overheid en heeft daarom nog altijd op haar website staan dat zij pas op de plaats heeft gemaakt totdat de erfgenamen onderling en met de Surinaamse overheid uit de onprettige onderhandelingen zijn geraakt.

Dan is er nog een ietwat mistig project van advocaat Jennifer van Dijk-Silos en de Nederlandse Stichting Advies Cultureel Erfgoed over de toekomst van Ston oso. Fokké is daarvan wel op de hoogte, maar “ik heb er verder geen bemoeienis mee”. Ston oso heeft voordat het werd gesloten dienst gedaan als winkelpand. Vanwege het gevaar dat het vormde voor voetgangers heeft het ministerie van Openbare Werken (OW) het dak en het balkon verwijderd. Een deel van de tichels en het balkon is op het achtererf van de Stichting Gebouwd Erfgoed opgeslagen. De bedoeling is dat, zoals de Unesco dat voorschrijft, de oude delen van het pand bij herbouw worden verwerkt in het gebouw.

Maar waarom er drie jaar nadat erf en pand in de boezem van de staat zijn gekomen, nog steeds niets gebeurt, blijft een typisch Surinaams raadsel.

De trieste toestand van het pand nu

Rotonde dwars door Ston oso
“Regelmatig hebben er verhalen gecirculeerd als zou er een rotonde bij de kruising Dr. Sophie Redmondstraat en de Zwartenhovenbrugstraat worden gebouwd”, zo meldt Fokké. Een ingenieursbureau is destijds zelfs op eigen houtje met het voorstel gekomen. De plannen zijn vrij uitgewerkt en men probeert het plan te verkopen aan OW om tot uitvoering over te gaan. Het wordt dus bewust de ether in gegooid, als zou er een rotonde komen en bepaalde mensen spelen dat spel mee. Bij die plannen zou het standbeeld van Kwakoe ook moeten plaats maken, en dat allemaal voor een rotonde, als of op iedere kruising een rotonde mogelijk is.

Volgens het plan zou de rotonde dwars door Ston oso gaan, waarbij het voetgangers- en rijwielgedeelte door Ston hoso heen zou gaan. Een absurd idee. “Van ons en van het ministerie van Onderwijs zal in elk geval geen toestemming worden gegeven tot uitvoering van dit rotondeplan. Bovendien is het te zot dat het ene departement zich jaren heeft ingezet om Ston oso in bezit te krijgen en het andere departement dan met een rotonde dwars door Ston oso zou komen”, zo besluit Fokké.

Waarom geen onderdoorgang creëren?
Maar nu zijn er bij OW tóch officiële studies in gang gezet om een rotonde aan te leggen op het bewuste kruispunt, alhoewel een leek al kan zien dat daartoe de ruimte ontbreekt, tenzij men Kwakoe onthooft en Ston oso als een onbetekenende hoop puin eenvoudigweg opruimt. Voor de technici van OW waarschijnlijk de ideale oplossing, maar waarom niet een onderdoorgang van de Dr. Sophie Redmondstraat gecreëerd, hetgeen architect Ir. Harnarain Jankipersadsing van Architektenbureau ARTO N.V. al veel eerder heeft bepleit, naar ik meen in zijn onlangs herdrukte en aan de minister van OW gepresenteerde Structuurvisie Paramaribo?


[Dit artikel is gelijktijdig geplaatst op www.surinamestemt.com]

7 comments to “Ston oso: zwarte smet op Paramaribo’s blazoen”

  • Ik ben in dit pand geboren, mijn vader en zijn broer hebben in dit pand (winkelpand) gewerkt en gewoond. Dit pand mag nooit verdwijnen. Ooit heb ik van mijn vader (eigendoms) papieren gekregen, helaas kwijtgeraakt.mijn vader is al bijna 50 jaar overleden.ik woon zelf in Nederland.Ikheh altijd gezegd, dat ik ooit terug gaat naar de plek van mijn geboorte.Wat ik mijn nog toch kan herinneren, een klein boomheen een groot schildpad in huis.

    • Geachte heer Chang,
      Grappig. Mijn vader is ook geboren in dit huis op 8 oktober 1916.
      Met groet,
      Peter Simons.

  • L. S. Mooi artikel. Omdat de organisatie Stadsherstel Amsterdam de Surinaamse weken organiseert, hoppt MoWIC op eenherleving van aandacht voorde restauratie, of wederopbouw, van Ston Oso. In 2009 heeft Stephen Fokké (SGES) een zeer gewaarde voordracht gehouden op de MoWIC conferentie op Curaçao. Ook zijn afbeeldingen over de toekomst van het nieuwe pand, waren visionair. Ik zoek als voorzitter van de MoWIC naar afbeeldingen en informatie, om op korte termijn in samenwerking met Stadsherstel Amsterdam een fundraising actie op te zetten. Graag uw visie, adviezen en medewerking, waarvoor dank !

  • Mijn oma heeft er als kind gewoond met haar moeder. Het pand zou van haar opa’s chinese familie zijn geweest? Opa is met een zoon die hij met een andere vrouw heeft verwekt terug naar China gegaan. Die zoon is op latere leeftijd naar Canada verhuist. Hij moest als kind in China op de rijstvelden werken.

    • Opa is dus mijn oma’s vader. Herkend iemand dit? Mijn oma wilde geen bemoeienis met de familie van haar vader. Maar dat waren andere tijden.

  • Graag contact met hr / mevr Hausani.
    Ik heb uw oma’s vader gekend want hij is familie van mij .

  • Weet iemand misschien of er eind 17e eeuw een brood en koekenbakkerij gevestigd was. Zegt de naam Hendricus van den Bergh iemand iets?

1 Trackback/Ping

Your response at Hausani

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter