blog | werkgroep caraïbische letteren

Stephen Small & Gerard Spong & Slavernijclaim

 
Afgelopen vrijdag 5 oktober heeft Stephen Small Ph.D., als associate professor verbonden aan de University of California, Berkeley, de functie aanvaard van bijzonder Hoogleraar Nederlands Slavernijverleden en -erfenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het initiatief voor deze nieuwe leerstoel is genomen door het Slavernij-instituut NiNsee, dat wegens stopzetting van de subsidie aan het eind van dit jaar zijn poorten moet sluiten. De keuze voor Small was misschien verrassend, maar hij heeft een uitgebreide kennis over de slavernij. Hij heeft boeken en essays geschreven over het slavernijverleden in het Caraïbisch gebied en de Verenigde Staten en over het zwarte tegenover het witte perspectief, hij is bekend met alle invalshoeken. Small heeft met een Jamaïcaanse vader en een Engelse moeder zowel zwarte als witte roots.
Helaas heb ik over deze oratie alleen nog maar het verslag kunnen lezen van de babbelzieke, obsessief-compulsieve Sandew Hira in zijn wekelijkse column op StarNieuws. Aangezien Small duidelijk niet gedekolonialiseerd hoeft te worden, leest Hira’s column als een grote loftrompet, waarschijnlijk wel terecht, maar gezien Hira’s gebruikelijk gekleurde stellingnames is enige reserve op zijn plaats. Want ook hier kan hij het weer niet nalaten zijn stokpaardje te berijden: “In Suriname is ons blikveld beperkt geweest tot wat de witte koloniale professoren in Nederland te melden hebben, en dat is niet veel meer dan dat het wel meeviel met slavernij in de Nederlandse koloniën.”
Afgaande dus op Hira moet ik begrijpen dat de oratie van Small een aantal opmerkelijke highlights bevatte, waarvan Hira – uiteraard als eerste – noemt: “Het eerste is dat in tegenstelling tot veel onderzoek naar het slavernijverleden hij zich voor een groot deel richt op de erfenis van dat verleden in het heden. Honderden jaren lang was ‘indeling op basis van ras’ het principe waarop de samenleving in de Nederlandse koloniën was ingericht. Racistische ideeën zijn geïnstitutionaliseerd en vastgelegd in politiek, economie en samenleving. Lang na de afschaffing van de slavernij is het idee van witte superioriteit vastgelegd in allerlei onderdelen van de samenleving. De keerzijde daarvan is het gevoel van zelfvernedering, zelfhaat en ‘mental slavery’ bij de gekoloniseerden. Ook dat is geïnstitutionaliseerd in allerlei delen van de koloniale samenleving, zelfs na de onafhankelijkheid van Suriname.”
“New perspectives on slavery and colonialism in the Caribbean”, Marten Schalkwijk en Stephen Small
Uiteraard haalt Hira ook aan wat Small zegt over herstelbetalingen: “Small doorbreekt taboes. Dat geld ook voor andere onderwerpen zoals herstelbetalingen. Small zet dat onomwonden op de onderzoeksagenda. Small geeft het voorbeeld van herstelbetalingen die uitbetaald zijn aan de slavendrijvers in Engeland bij de afschaffing van slavernij. Net als in Suriname hebben zij geld ontvangen als compensatie voor het verlies dat zij hebben geleden doordat hun misdaad was gestopt. Beschaafde naties compenseren de slachtoffers van een misdaad. Onbeschaafde naties compenseren de daders. In Engeland is uitgebreid onderzocht wie deze mensen zijn, waar ze woonden en wat ze met het geld hebben gedaan. Hij pleit ervoor om een soortgelijk onderzoek te doen in Nederland. Wat is er gebeurd met het geld dat de slavendrijvers hebben ontvangen als herstelbetaling? De Afrikanen die tot slaaf waren gemaakt hebben – net als in Engeland – geen cent herstelbetalingen ontvangen.”
Sandew Hira verdient een compliment dat vrijdag a.s. vanaf 17.00 uur de oratie van Small is te downloaden via  de website van Hira’s International Institute for Scientific Research: www.iisr.nl
Gerard Spong wil slavernijclaim indienen tegen Nederlandse Staat
Het is natuurlijk niet toevallig dat de van origine Surinaamse advocaat Gerard Spong zojuist via NCRV-radio heeft laten weten dat hij overweegt een schadeclaim in te dienen tegen de Nederlandse Staat vanwege de vier eeuwen lang gevoerde slavernijpraktijken. Ik weet niet of hij bij de oratie aanwezig was, maar hij heeft er ongetwijfeld kennis van genomen.
“Deze zomer bracht een onderzoeksgroep van de Vrije Universiteit in kaart waar in 1863, het jaar dat Nederland de slavernij afschafte, slaveneigenaren woonden. De eerste inventarisatie richtte zich op Amsterdam, een uitgebreider onderzoek volgt. Dit onderzoek is aanleiding voor een discussie over schadevergoeding in de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap in Nederland. Ik zou het de moeite waard vinden om samen met andere advocaten een zaak te beginnen”, zegt Spong. Volgens hem is het niet onaannemelijk dat de nazaten nu nog last hebben van de gevolgen van de slavernij. “De slavernij was een geïnstitutionaliseerd fenomeen dat honderden jaren heeft geduurd.” 

Spong roept andere advocaten op om samen met hem een rechtszaak te beginnen. Hij wil niet zelfstandig een rechtszaak beginnen omdat het volgens hem een te omvangrijke procedure is die vele jaren gaat duren.
Volgens Spong is een claim tegen de staat het meest voor de hand liggend. “De slavernij was een door de staat geaccordeerd instituut, waar de staat zelf ook aan meedeed.” De onderzoekers van de VU vonden in het Amsterdamse stadsarchief stukken waaruit blijkt dat de bank Insinger vroeger betrokken was bij de slavenhandel. Insinger is inmiddels opgegaan in de bank Insinger de Beaufort, die nog steeds bestaat. “Zo’n bank is een interessant object voor een claim”, zegt Spong. Volgens de advocaat lopen alle instellingen en families die hebben geprofiteerd van de slavernij het risico om een claim tegemoet te zien. “Er zitten veel juridische haken en ogen aan, dus we zullen revolutionair bezig moeten zijn.”
Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter