Srefidensi! de kunst van het goede leven in Suriname
Wat is ‘Srefidensi’? Onafhankelijkheid, ja. Als men in een land naar echte onafhankelijk streeft, gebeurt dat via ‘natievorming’. In ons land, Suriname, dat al sinds 1975 formeel onafhankelijk is , speelt natievorming een rol in de politiek. Maar wat houdt het in? Wat moet het inhouden? Daarover schreef Wim Bakker (arts en politiek denker) het boek’Srefidensi! De kunst van het goede leven in Suriname’ (2013). Voorin het boek, op pagina 1, staat in grote zwarte letters wat ‘Srefidensi’volgens Bakker inhoudt:
‘Srefidensi: de staatkundige zelfstandigheid en culturele identiteit van Suriname, / welzijn gebaseerd op de creativiteit van vrije, zelfstandige burgers, / de ontwikkeling van achtergestelden en het beschermen van het leefmilieu.’
Deze woorden spreken aan. Je leest ze en denkt na: voldoet de zelfstandige staat Suriname aan deze criteria? Daarover gaat het boek. Wim Bakker kijkt naar het verleden en het heden en kijkt vooral ook vooruit. Hij geeft zijn eigen duidelijke visie op echte onafhankelijkheid en hoe die tot stand kan komen. Dan gaat het om de mensen in het land. De politiek is geen doel, maar een middel. Bakker geeft duidelijk aan wat een land is: een ‘maatschappij’, waarin politieke en economische zaken een grote rol spelen, maar vooral ook een ‘samenleving’, waarin mensen, vaak van verschillende culturele en religeuze achtergronden, samen leven. Dat is volgens Bakker het belangrijkste: dat ze zich daarvan bewust zijn, elkaar ondersteunen, achtergestelden vooruit helpen en streven naar gelijkheid als burgers van de samenleving.
Duidelijk geeft Wim Bakker aan dat natievorming, ‘Srefidensi’ in Suriname mislukt is. Het houdt opbouw en emancipatie in, maar heeft niets te maken met de populistische situatie nu. Oorzaken voor het mislukken zijn onder andere dat het steeds weer gaat om machtsstrijd en machtsrelaties ten opzichte van productie en distributie, ongelijkheid in de samenleving!
Culturele integratie is ook een belangrijk punt voor een land als Suriname. Na 1863 moest iedereen die creools was op Europa gaan lijken. Dat veranderde toen er volken kwamen met een Aziatische cultuur. Zij behielden die en langzaam maar zeker ontwikkelden ook de creolen een eigen identiteit. Wim Bakker geeft mooi aan wat het verschil is tussen ‘assimilatie’en ‘accommodatie’. Als mensen uit een andere cultuur massaal immigreren naar een ander land (denk ook aan Nederland nu) is van de ene kant ‘assimilatie’nodig, ze moeten zich aanpassen, maar vanuit de bewoners van het landd ook ‘accommodatie’, zich openstellen voor en aanpassen aan de nieuwe landgenoten. Dit is enerzijds een psychologisch proces, vanuit de mensen en anderzijds een politiek proces.
Wim Bakker geeft ook het begin van de nationale ontwikkeling van Suriname weer waarin politici als Wim Bos Verschuur, Johan Ferrier, Johan Wijngaarde en Pieter Polanen een rol gespeeld hebben en op cultureel gebied bijvoorbeeld Stanley Noordpool, Marlène Lie A Ling en Erwin de Vries die ervoor zorgden dat eigen kunsten ook een belangrijke rol gingen spelen in de culturele identiteit van Suriname. Hij noemt ook Jack Menke die in het boek Natievorming en natiecreatie in Suriname dat hij redigeerde, het onderscheid bepleit tussen ‘nation building’en ‘nation creation’. Oftewel: beleidsaangelegenheid van de overheid en creativiteit van de burgers.
Dat laatste is de centrale gedachte van Wim Bakker in zijn boek, die ons ook erg aanspreekt: onafhankelijk is een land als de bevolking onafhankelijk is, dat wil zeggen dat iedereen in dat land een voor zichzelf en het land zinvol leven kan leiden, doordat men in staat is zelfstandig te zijn, maar ook open te staan voor de ander. Wim Bakker geeft aan dat er zich een ‘managerklasse’ moet ontwikkelen, dat wil zeggen dat mensen die dicht bij het volk leven vanuit een positieve, mensgerichte visie, leiding kunnen geven bij de ontwikkeling van de bevolking. Niet alleen politieke leiders bedoelt hij, maar wetgevers, wetenschappers, zakenlieden en vooral ook onderwijsgevenden, kunstenaars, sportleiders enzovoorts. Die ‘klasse’ kan een pedagogische en politieke rol spelen bij de integratie en de strijd om nationale hulpbronnen voor iedereen. De Surinaamse economie is immers kwetsbaar. De economische ongelijkheid is groot en rijke bodemschatten dragen nauwelijks bij tot duurzame nationale ontwikkeling. Een ontwikkeling die vooral van binnenuit geschiedt dus, en niet alleen maar van bovenaf.
Het boek van Wim Bakker over srefidensi is vrij theoretisch. Zijn theorie is wel zeer de moeite van het bestuderen en erover discussiëren waard. Zo’n theorie moet gaan leven! Dat kan doordat het boek, vooral in de door hem genoemde ‘managerklasse’gelezen wordt en besproken. Als we het boek lezen en na afloop zeggen, ja, mooi idee en overgaan tot de orde van de dag, werkt het niet in op de ontwikkeling van het land.
Om dat doel te bereiken zou het boek ook neutraler moeten zijn. Al heeft Bakker ook kritiek op het beleid van de NPS door de jaren heen, hij verbindt zich te veel met deze partij. Het feit dat hij het boek opdraagt aan Ronald Venetiaan is al niet zo neutraal. Wim Bakker heeft het boek in eigen beheer uitgegeven, zonder redacteur, en dat is te merken. Het boek zit slapjes in elkaar, valt gauw uit elkaar. De letters zijn klein, vooral voor oudere lezers. Vaak is het betoog abstract met moeilijke termen en er zitten nogal wat fouten in de taal. Deze druk kan flink gelezen worden en betrokkenen bij de thematiek kunnen commentaar geven. Een tweede druk kan dan stevig en eenvoudiger worden, voor een groter publiek! We zien ernaar uit!
Wim Bakker: Srefidensi! de kunst van het goede leven in Suriname, 2013, uitgegeven in eigen beheer