blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Sociologisch onderzoek invloed kaseko- en kabula-muziek op seksualiteit

PARAMARIBO – ‘De invloed van kaseko- en kabulamuziek met betrekking tot seksuele percepties en gedragingen van Afro-Surinaamse en marronjongeren’ is de titel van het ruim zeventig pagina’s tellende onderzoeksrapport dat Mariëlle Te Vrede succesvol verdedigde. Ze is afgestudeerd aan de bacheloropleiding sociologie van de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Mariëlle Te Vrede heeft onderzoek gedaan naar de invloed van kaseko- en kabulamuziek. Foto: Peter Thielen / BNO 2017  

Te Vrede was eerst twee jaar rechtenstudent voordat ze overstapte naar sociologie. Haar keus viel op sociologie omdat zij dat vak op de middelbare school al leuk vond. “Ik wilde er meer over weten. Carla Bakboord, die mijn thesis medebeoordeelde, heeft mij ook gemotiveerd om voor de studie te kiezen. Wij musiceerden enkele jaren terug samen in een orkest. Zij gaf aan dat muziek een deel is van cultuur en dat ik die twee – muziek en onderzoek – kon samenvoegen tijdens mijn studie. Het was echt een leerrijke ervaring.”

Te Vrede is blij met haar keuze omdat de opleiding haar veel inzichten heeft gegeven in mens en maatschappij. “Ik kon bepaalde patronen uit mijn opvoeding thuis en uit mijn persoonlijke situatie herkennen en veel beter begrijpen. Ik heb geleerd hoe verschillende omgevingen invloed kunnen hebben op de mens, hoe mensen samenleven, hoe normen en waarden ontstaan en nog zoveel meer.”

Haar eerste onderzoeksidee was om na te gaan in hoeverre Surinaamse muzikanten vreemdgaan. Tijdens het brainstromen met haar docent tevens thesisbegeleider Helmut Gezius, maakte dit idee plaats voor het onderzoek naar handelingen binnen de kaseko- en kabula-muziekwereld. “Ik kon mij herinneren dat ik als jong meisje toen niet begreep waarover het lied ‘Boeke’ van Aptijt ging. Uit persoonlijke observatie blijkt dat jongeren vaker middels de media worden blootgesteld aan seksualiteit. Wat gaat er om in de jongeren als ze de seksueel getinte kaseko- en kabulaliederen beluisteren en de video’s bekijken? Luisteren zij eerder naar de tekst of audio? Zijn zij zich bewust van de seksuele inhoud? Zo ja, wat is de reden dat zij blijven luisteren naar en dansen op de muziek?”

Er zijn ook veel meningen over kinderen en jongeren die dansen op en luisteren naar seksueel getinte kaseko- en kabula-muziek. Er is weinig over dit onderwerp geschreven en ook weinig onderzoek verricht in Suriname. Met haar onderzoek wilde zij meer duidelijke informatie over dit thema. Het idee werd direct goedgekeurd waarna zij aan de slag ging. Het veldonderzoek heeft drie maanden geduurd met gebruik van de kwalitatieve onderzoeksmethode. Dat houdt in dat zij de meningen, ervaringen, belevingen en percepties van haar onderzoeksdeelnemers wilde achterhalen over kaseko- en kabula-muziek. Naast het stellen van vragen heeft zij vier liederen met haar onderzoeksdeelnemers beluisterd en een video met ze bekeken. “Daarover mochten zij hun mening geven en ze vertelden ook over hun interpretatie van de teksten.”

Te Vrede interviewde tien Afro-Surinaamse en marronjongeren tussen 16 en 24 jaar. Daarnaast sprak zij met Rudy Spa van muziekformatie Orchestra Alafa, Joey Lansdorf van Stichting Lobi, Siegmien Staphorst en Clifton Braam van Naks en de radio-omroepers Carlos Pinas van SRS en Quincy Bigiman van Radio Boskopu. “De boodschappen die de jongeren haalden uit de vier liederen waren: seksuele omgang, uitloperij, geslachtsdelen, relaties, orale seks, ‘vulgaire’ dansbewegingen (billen schudden, vooroverbukken waarbij een man achter de vrouw gaat staan) en vrouwen die seks hebben met mannen om geld te verdienen. Hieruit kunnen de jongeren geen positieve boodschappen halen.”

Volgens de jongeren waren er toch wel enkele positieve boodschappen in de kaseko- en kabula-liederen die zij beluisteren via de radio, televisie of sociale media. “Ze konden uit de liederen halen dat ze hun best moeten doen op school en in de maatschappij, dat het vooral volwassenen zijn die in odo praten, hoe een vrouw op een romantische manier te behandelen en dat zij moeten waken voor verkeerde vrienden.” De jongeren gaven aan deze positieve boodschappen mee te nemen en toe te passen in hun leven. “Zij zijn van mening dat veel kaseko- en kabula-liederen seksueel getint zijn en dat ze daarom eerder luisteren naar het ritme en niet zozeer naar de teksten. De muziek heeft een leuk en pakkend ritme waar zij gezellig op kunnen dansen. De jongeren bekijken de video’s nauwelijks, omdat er vaak alleen dames te zien zijn die dansend hun billen schudden. Zij vinden dat zij daaruit niets kunnen leren”, licht Te Vrede de antwoorden toe.

In de vier liederen wordt orale seks volgens de jongeren aangeduid als het zuigen van een lollipop en het eten van een boyo. Het geslachtsdeel van de man wordt in de vier liederen aangeduid als ‘Johannes de doper’ en ‘lollipop’. Het geslachtsdeel van de vrouw wordt aangeduid als ‘boyo, bolu, fowru, zoete poete’. Het woord ‘fowru’ kan ook ‘vrouw’ betekenen. Uit het onderzoek werd duidelijk dat er wel degelijk een mate van invloed is die voorkomt uit het luisteren naar deze muziek. “Een deelnemer neemt het ritme van de muziek mee tijdens de seksuele omgang in de slaapkamer. Dit doet hij om de relatie met zijn partner spannend te houden. Twee deelnemers gaven aan dat zij de woorden die in de teksten voorkomen soms gebruiken om met vrienden onderling grappen te maken. Een deelnemer geeft aan dat zij voor de gezelligheid meedoet met de handelingen die de zanger opdraagt aan het publiek tijdens een dansi. Deze handelingen doen de jongeren binnen hun persoonlijk gestelde grenzen. Bijvoorbeeld, het moet voor de deelnemer geen overdreven dans zijn zoals ‘het hoofd op de vloer en een voet in de lucht’. Daar zal zij niet aan meedoen.”

De jongeren gaven aan niet seksueel opgewonden te raken van de kaseko- en kabula-liederen. Zij geven aan dat zij hun eigen gedrag bepalen, niet de liederen. “Ze zijn wel van mening dat jongeren beneden achttien jaar die in de experimentele fase van seks zijn door onverantwoordelijkheid of door peer pressure de handelingen kunnen uitvoeren die zij in de liederen horen zoals orale seks of vreemdgaan.” Ondanks dat de jongeren zich bewust zijn van de seksualiteit die voorkomt in kaseko- en kabula-liederen, zullen zij blijven luisteren naar deze muziek. Het gaat echt om het leuke en pakkende ritme waar zij op kunnen dansen en van genieten. De liederen hebben geen invloed op de perceptie van de jongeren over seksualiteit, omdat seks heel ruw, grof, niet netjes en niet romantisch overgebracht wordt door de zangers in de liederen. “Volgens de jongeren is seks zielcontact en een liefdesuiting tussen twee mensen die in een relatie zijn en van elkaar houden. Seks betekent ook plezier en het verwerken van stress. De jongeren kunnen zich niet terugvinden in de teksten. Zij vinden de teksten vies en smerig.”

[uit de Ware Tijd, 20/09/2020]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter