blog | werkgroep caraïbische letteren

Sociëteit van Suriname: het bestuur van de kolonie.

Tot nu toe hebben we altijd gedacht en werden via schoolboekjes geleerd dat Suriname bestuurd werd door de West-Indische Compagnie. Echter in de periode 1693-1795 werd deze suiker- en koffiekolonie door een Sociëteit bestuurd; een samenwerkingsverband bestaande uit het stadsbestuur van Amsterdam, de WIC en de familie Van Aerssen van Sommelsdijck.

door Quito Nicolaas

Besturen

De WIC was meer een samenwerkingsverband tussen vermogende particulieren, Amsterdamse ondernemers en bestuurders die deze onderneming in de West beschouwden als een opstapje in hun carrière bij terugkeer in de republiek. In die tijd had het begrip ‘besturen’ een andere betekenis dan het land ontwikkelen tot een hogere status, en betrof het louter en alleen het aanhalen van de commerciële banden met andere mogendheden, directe inmenging in de lokale machtspolitiek en het inrichten van de rechtspraak naar eigen inzichten. Het verdienmodel werd niet alleen gebaseerd op het handeldrijven doch ook door plunderingen buitgemaakte goederen werden opnieuw verkocht, het bewaken van het productieproces en het eigenhandig heffen van belastingen over de goederen. Over de belastingheffingen hoefde men waarschijnlijk niets aan de republiek af te dragen.

De regentenklasse

Intern had deze constructie van een samenwerkingsverband – vergelijkbaar met de rechtsvorm van een maatschap – een veelkoppige directie, waarbij elke directeur ervoor zorgde dat zijn netwerk in aanmerking kwam voor o.a. leveringscontracten. Echter ook betaalde baantjes werden onder elkaar verdeeld en markeerde het begin van een patronagesysteem: Verschillende bedrijfssectoren, zoals de industrie, nijverheid en dienstverlening concurreerden met elkaar om een gunst van de WIC-directeuren. Het kan niet uitgesloten worden dat doordat de regentenklasse de afvaardiging leverde voor de WIC-besturen en vroedschap, men elkaar behalve de bal toespeelde ook de hand boven het hoofd hield.( cursief van QN).

De elite

Vanaf 1750 ging het Suriname steeds beter af en werd het niet langer beschouwd als een nutteloze kolonie. De koffieproductie en daarmee samenhangend de scheepvaart van en naar deze kolonie nam toe. Dit bracht een verschuiving in de financieringsstructuur met zich mee op een manier dat nu de bancaire sector tevens mee ging doen. Met de invloed van bankiers ging ook de Nederlandse politiek zich steeds meer met Suriname bemoeien. Suriname werd door de gestage economische groei een plek bij uitstek om de overvloedige kapitaal van de Republiek te parkeren. Hierdoor verkreeg de financiële elite een grotere greep dan de West-Indische Compagnie op de totstandkoming van lokaal beleid.

De WIC op retour

Nu blijkt dat de WIC nooit een doorslaggevende rol speelde in de financiering van ondernemingen die door kolonisten werden opgezet. Wel was men hierbij faciliterend geweest, terwijl andere bedrijven in de sectoren nijverheid en industrie nogal wantrouwig werden bekeken door de Sociëteit en derhalve geen fiattering voor hun plannen kregen. De verhouding tussen de directeuren van de Sociëteit en de WIC kreeg een deuk, nadat de WIC zich terugtrok uit de slavenhandel.

Staatseigendom

De status van de kolonie Suriname kreeg als gevolg van de plantage leningen en de financiële crisis die daarop volgde, een dodelijke klap te verduren. Daarnaast speelde de behandeling van de slaven een doorslaggevende rol en bepaalde de toonzetting in het discours. Zo meende Elias Luzac die in 1780 het boekje ‘Hollands Rijkdom’ deed verschijnen, met zijn uitspraak dat “door wrede mishandeling was de afspraak – de slaaf is gehoorzaamheid verschuldigd en de eigenaar gehouden is hiervan behoorlijk gebruik te maken”- geschonden en dat de slaafgemaakten het recht hadden om te vluchten.

Nadat Nederland – in tegenstelling tot Frankrijk en het Britse rijk – geen rol meer van betekenis speelde als eersterangs macht en in een oorlogssituatie met Engeland verkeerde, werd Suriname geheel geïsoleerd van het koloniaal moederland. Door de machtsovername in 1795 van de Patriotten kwam er een einde aan de Sociëteit die Suriname bestuurde. In plaats van de WIC werd de Raad van de Koloniën opgericht. De auteur heeft gedegen onderzoek verricht om zijn argumenten te kunnen onderbouwen. Het ontbreken van een afbeelding van enkele documenten – waarop de aangehaalde historische feiten zijn gebaseerd – als bijlagen naast het notenapparaat en databestanden is wel een gemis. Dit boek werpt in elk geval een aanvullende blik op de gebeurtenissen in de periode 1683-1795 en zoomt in op enkele aspecten die van belang zijn om een nadere afweging te maken.

Titel: Sociëteit van Suriname (1683-1795)
Auteur: Karwan Fatah Black
ISBN: 9789462491625

 

2 comments to “Sociëteit van Suriname: het bestuur van de kolonie.”

  • Hoezo “hebben we altijd gedacht dat Suriname werd bestuurd door de West-Indische Compagnie” ? Met “we” zal Quito wel bedoelen “ik” want in het uitvoerige lemma “Bestuursregeling” van de Encycopedie van Suriname staat wat Quito als nieuwe kennis vermeldt al uitvoerig besproken in het aparte hoofdstukje “Sociëteit van Suriname”. Quito, houd je dus bij je leest!

    • Zowel in de tekst als in het notenapparaat van het boek ‘Sociëteit van Suriname’ wordt geen melding of verwijzing gemaakt dat de tekst – waarvan een datum van het lemma Bestuursregeling ontbreekt – in de Encyclopedie van Suriname is aangepast. Het boek is juist bedoeld om enkele nieuwe feiten meer bekendheid te geven. Punt!

Your response at Quito Nicolaas

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter