blog | werkgroep caraïbische letteren

Slemppartijen op kosten van de overheid – Leren van geschiedenis 10

door Hilde Neus

Het einde van het jaar nadert weer, en meestal worden er dan feesten georganiseerd op de ministeries. Vorig jaar vonden deze geen voortgang vanwege Corona, maar hoe het dit jaar zal lopen is nog niet bekend. Wel weten we dat deze feesten veel geld kosten, met een portie eten voor alle ministeriemensen, de genodigde gasten niet eens meegeteld.

Daarbovenop komt de drank, in grote hoeveelheden. Elke werkplek tracht de andere te overtroeven. Ook de vraag op welke tonen van welke band we de voetjes van de vloer heffen, speelt mee in de populariteit van de partij. Ambtenaren bij dienstverlenende overheidsinstanties vieren feest, het is een traditie geworden. Men sluit de kantoren en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de instantie wordt overboord gegooid. Allemaal betaald door de staat, wel uit de belastinggelden van het volk.  

Sea captains carousing in Suriname, door John Greenwood 1754. Het feestmaal in het fort ging ook vergezeld van drank, maar werd vroegtijdig onderbroken.

Feestjes bij de overheid waren vroeger niet anders, zoals blijkt uit het Receuil van echte stukken […] (1752) waarin de ruzie tussen gouverneur Mauricius en de Cabalen, de hem vijandige planters, in extenso is vastgelegd. Hier is opgenomen een fragment uit Deel III; een verslag van een lachwekkende gebeurtenis, die op 7 februari 1747 plaatsvond in Fort Zeelandia.

Vaandrig Rochemont was vanaf het begin van zijn dienst ongehoorzaam en daardoor al diverse keren malen opgesloten. Nu had hij f 5000 geleend van de heer Visser, een van de Cabalen, waarmee hij zich aan hen gelieerd had. De gouverneur sprak hem daarover ernstig aan. Toch kwam het Mauricius ter ore dat op de dag dat enkele vijandige planters zich bij het gerechtshof moesten verdedigen, Rochemont ‘toevallig’ wachtliep. De mannen waren zo zeker van de uitslag van de rechter, dat ze de vaandrig gevraagd hadden alvast een feestmaal te organiseren in het fort, op de overwinning. Na de zitting van het Hof liepen deze Cabalen fier voorbij de open deur en vensters van de gouverneurswoning, richting Fort Zeelandia. Zo luidruchtig dat Mauricius dat niet kon ontgaan, evenals de spijzen en wijn die in grote kwantiteit daarnaartoe werden gedragen.

Mauricius nodigde de commandeur en de Fiskaal uit om ’s avonds bij hem te komen eten, en na overleg met hen stuurde hij zijn adjudant naar het Fort om vaandrig Rochemont af te laten lossen en op te sluiten. Daarop heeft de adjudant aan de heren gasten, die reeds aan tafel zaten, een compliment gemaakt en ze bevolen direct uit het Fort te vertrekken. Vervolgens riep hij de soldaten bij elkaar en heeft hen het eten en de wijn ten beste gegeven. De Cabalen zijn ‘in het wederkeren stilletjes de Waterkant een voor een langs gedropen.’ Dit beeld kunnen we ons goed voorstellen. Natuurlijk gingen ze na deze afgang niet langs de gouvernementsresidentie, waar Mauricius op zijn balkon zat om ze over het Plein te zien sluipen.    

’s Lands hoogste man stelde zich tevreden met deze correctie, waar men om lachen kan. Maar hij was van mening dat ‘deze impertinente bravade serieuzer bestraffing had verdiend.’ Logischerwijs was hij boos dat zijn tegenstanders op kosten van het gouvernement een slempartij hadden aangericht. Enkele dagen later werd Rochemont ondervraagd over het banket in het Fort, maar hij deed alsof hij van de prins geen kwaad wist. Hij ontweek de vragen en verwees naar een verslag dat hij aan de gouverneur zou sturen. Dit kwam inderdaad enkele dagen later, en in dat (Franse) stuk legde de vaandrig uit hoe de zaken waren verlopen. Het feestje was bedoeld om de vrijspraak van Van Daalen te vieren, en hij had hen slechts geaccommodeerd omdat hij met enkele bevriend was. Natuurlijk nam de gouverneur het hem kwalijk dat hij zo met zijn vijanden heulde. Per slot van rekening was hij nog altijd de bevelhebber, en de vaandrig moest zijn bevelen opvolgen. Uiteindelijk had de adjudant de vijftig feestvierende mannen uit het Fort gegooid. De soldaten op wacht mochten het achtergebleven eten en de drank verorberen en die zullen vast Rochemont, in een van de cellen, een kippenboutje hebben toegeworpen.

Dit is een geval van verspilling en ongehoorzaamheid, een verhaal dat we helemaal naar deze tijd kunnen verplaatsen. Feesten betaald uit de belastinggelden van het volk worden nog steeds gevierd.  Er zijn zelfs ministers om afgetreden. Want eten en drinken zijn anno nu ook heel belangrijk hier, binnen het politieke gebeuren!     

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter