blog | werkgroep caraïbische letteren

Slavernijverleden ook in Tilburg herdacht

door Rihana Jamaludin

De Nederlandse historie zou er heel anders hebben uitgezien zonder koloniën. Koloniale geschiedenis vormt een significant deel van de vaderlandse geschiedenis, de basis van de Nederlandse identiteit werd erop gebouwd. Immers, wie is er niet trots op de Gouden Eeuw, Rembrandt en (zelfs) de VOC? En welke Nederlander kan zonder koffie?

Foto © Desirée Brooks-Mulders.

 

De basis voor tal van industrieën o.a. de Nederlandse koffieindustrie, werd in de koloniale periode gelegd. Nederlanders zijn trots op een verleden dat ze niet kennen. Want op scholen wordt slechts summier over koloniën gerept.

1 Juli wordt in Suriname altijd gevierd als een nationale feestdag, de dag waarop de slavernij werd afgeschaft. In Nederland, hoewel een belangrijke mijlpaal in de Nederlandse geschiedenis, is de dag nagenoeg onbekend. De historische gebeurtenis werd tot nu toe in slechts twee steden jaarlijks herdacht, Amsterdam en Rotterdam. Dit jaar is dat uitgebreid naar Den Haag en dankzij de inzet van de stichting Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst Tilburg, ook voor het eerst in Tilburg. Ik ben er trots op dat Tilburg zich bij de voorhoede schaart, en dat de burgemeester zelf ook een krans komt leggen.

Zondag 1 juli op het Vrijheidsplein achter het Factorium. Het is mooi weer, de zon schijnt stralend, er waait een aangename wind, niet te fris, niet te warm. Voor de herdenking hangt de Nederlandse vlag halfstok. Er is gevraagd om in kleurige kleding te komen. Koto misi’s – dames in bonte koto met anjisa, maar ook klederdrachten van inheemsen oftewel native americans, marrons, hindoestanen en javanen zijn te zien onder het publiek. Ook autochtone Nederlanders zijn belangstellend.
Burgemeester Weterings zal een krans leggen en eveneens verschillende Tilburgse verenigingen en landelijke organisaties. Ik zit op de achterste rij en kan nauwelijks iets zien, maar hoor wel alles. En vooral kan ik de sfeer proeven.

Er wordt geopend met drums, traditionele zang en dans. De Nigeriaanse drummer Peto Cadmus laat met zijn instrument donkere tonen resoneren over het plein. Surinaamse zanger Humphrey Pinas heft een lied aan voor Mama Aisa, Moeder Aarde. En dan gebeurt er iets bijzonders. De klanken van de drums lijken door te dringen tot in de aarde, wortelen zich vast. Voor mijn geestesoog zie ik een reusachtige boom razendsnel omhoog groeien, onzichtbaar haar bladerkroon spreidend over de aanwezigen.
Tijdens de daarop volgende twee minuten plechtige stilte, zwelt de wind aan boven het plein, veel meer dan eerder en erna, wervelt de wind in de beschutte binnentuin. In het ruisen van de wind hoor ik suizende stemmen. Het is alsof er opeens een enorme menigte bij is gekomen, alsof generaties Afrikaanse voorouders erbij willen zijn. Misschien zelfs de witte voorouders, want zoals de verschillende sprekers later zullen zeggen, gaat het niet om schuld of verwijten. De naamloze onzichtbaren schijnen het daarmee eens te zijn, want de atmosfeer tintelt van vreugde. Het is een dag waarop de historie erkend wordt en daarmee de boom der verzoening geplant wordt.
Kinderen, zwart, wit en bruin, dragen vlaggen aan van landen die ooit Nederlandse koloniën waren. Een dertienjarige jongen, Noéh de Bruin, draagt een gedicht van Margo Morrison voor dat over hemzelf kan gaan, een dubbelbloed. Wit en zwart vermengd.
Als de plechtige viering is afgelopen, voel ik me heel licht en blij. De wind blijft maar om me heen dansen. En de glimlach raakt niet meer van mijn gezicht, een hele dag lang.

 

[Column geschreven voor Stokhasselt]

 

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter