blog | werkgroep caraïbische letteren

Slavernijverleden in het Onderwijs [5]

door Fred de Haas
In de afgelopen  decennia is er vanuit bepaalde gemeenschappen in Nederland, met name vanuit de assertieve Surinaamse bevolkingsgroep, een niet aflatende druk uitgeoefend om meer aandacht te besteden aan het slavernijverleden van Nederland. Dat heeft o.a. geleid tot een verandering in de samenstelling van informatie over dat verleden in de Canon van Nederland (2006), die in 2020 verrijkt is met ‘voortschrijdend inzicht’ op dat gebied. Een Canon is immers een product van tijdgebonden Vergeten en Herinnering.

Zo heeft Karel V zijn plaats in de Canon van Nederland moeten afstaan aan de Surinaamse schrijver Anton de Kom wiens werk in de jaren ’60 van de vorige eeuw herontdekt is. Zijn boek Wij slaven van Suriname uit 1934 legde voor een breed publiek de machtsverhoudingen in de koloniale samenleving van die tijd bloot.

Karel V / Titiaan 1548

Nu gun ik Anton de Kom graag een Venster in de Nederlandse Canon, maar om Karel V voor hem in te ruilen getuigt van weinig inzicht. Het betekent  een onbegrijpelijke buiging maken vooreen modetrend, een historicus onwaardig. De Kom en Karel V zijn onvergelijkbare figuren. Als de Canon, in plaats van vijftig, zestig of meer Vensters zou hebben (en wat is daar op tegen?), zouden zowel Karel V als De Kom een welverdiende plaats hebben gekregen.

In  de vorige afleveringen hebben we  aan de hand van een aantal voorbeelden uit andere landen dan Nederland bestudeerd hoe het slavernijverleden daar wordt behandeld binnen het onderwijs. Zo zijn Portugal, Frankrijk, Engeland, Senegal, Guatemala, Honduras, Panama, Nicaragua, Costa Rica, Mexico en, in het Caribisch gebied, Haiti, Curaçao en Aruba de revue gepasseerd. In deze aflevering citeren we, zoals wel vaker in het verleden, de Martinikaanse psychiater, schrijver en activist Frantz Fanon die nooit naliet een beroep te doen op het gezond verstand.
Hoe het verleden nog steeds doorwerkt in het heden laten we zien door middel van een bijdrage van de Braziliaanse muzikanten Caetano Veloso en Gilberto Gil. Voor de scholen drukken we de wens uit dat zij kennis nemen van wat er in andere landen gebeurt op het gebied van de implementatie van het slavernijverleden in het onderwijs. Het is aan te bevelen dat er werkgroepen tot stand komen waarvan een aantal creatieve docenten deel uitmaakt om het materiaal dat scholen al zelf hebben ontworpen met elkaar te vergelijken en er een voorlopig, gemeenschappelijk programma uit te distilleren, zodat de lespraktijken over dit onderwerp niet teveel van elkaar verschillen. Er zal daarbij moeten worden opgepast dat leerlingen niet overvoerd worden en het ‘zat’ worden.

Misbruik van Geschiedenis
We moeten ervoor waken dat de geschiedenis van het slavernijverleden niet wordt misbruikt om er hedendaagse problematiek op te projecteren. De geschiedenis kan namelijk makkelijk worden gebruikt om het te hebben over ervaringen met discriminatie of met vastgeroeste vooroordelen van racistische aard. Laten we vooral de lessen van Fanon niet vergeten. Ik citeer uit Peau noire, masques blancs (Paris, Editions du Seuil, 1952):

  • Moet ik aan de blanke man van tegenwoordig vragen om verantwoordelijk te zijn voor de slavenhalers uit de 17e eeuw ?
  • Moet ik met alle middelen schuldgevoel in de mensenziel proberen op te roepen?
  • Ik ben geen slaaf van de slavernij die mijn voorouders ontmenselijkte;
  • Ik wil als kleurling maar één ding: dat de knechting van de ene mens door de andere voorgoed verdwijnt;
  • Er bestaat geen Neger. Evenmin als een Blanke.

Het moge duidelijk zijn dat de geschiedenis van het slavernijverleden een vooraanstaande plaats verdient te krijgen in de leerplannen van het Onderwijs en niet mag worden ‘verstopt’ tussen de serie vakken die dagelijks op school de revue passeren. Doel van het onderwijs in de geschiedenis is om aan elke generatie een herzien collectief geheugen te geven dat bijdraagt aan de vorming van de identiteit van het individu. Tegenwoordig wordt dit onderwijs, gelukkig,  hoe langer hoe meer ondersteund door wetenschappelijke inzichten en hoeft niet gedomineerd te worden door allerlei waardeoordelen.

school op Bonaire / foto Aart G. Broek
onderwijsmotiveringsslogan op school ‘beneden de wind’ / foto Aart G. Broek

Nieuwe Horizonten
Ik zou graag nog een lans willen breken voor het leggen van contacten tussen Antilliaanse scholen en scholen of instanties in Brazilië en Colombia. Beide landen hebben een grote Afro-Braziliaanse en Afro-Colombiaanse bevolking, zijn een rijke bron van inspiratie en besteden veel aandacht aan dat grote en belangrijke volksdeel. Hierin ligt een taak voor de Overheid.
In 2003 en 2008 werden er in Brazilië wetten ingevoerd die het onderwijs in de geschiedenis van Afrika, de Afro-Braziliaanse cultuur en de cultuur van de inheemse gemeenschappen verplicht stelden in het funderend en middelbaar onderwijs, zowel op openbare scholen als op privéscholen.

Artikel 39 van de Colombiaanse Wet no 70 uit 1993 creëerde het vakgebied Afro-Colombiaanse Studies (Cátedra de Estudios Afrocolombianos) dat ‘gebaseerd is op de noodzaak dat het nationale onderwijssysteem de erkenning en verspreiding uitdraagt van de culturele eigenheid van de zwarte, Afro-Colombiaanse en inheemse gemeenschappen en hun bijdragen aan de geschiedenis, de cultuur en de vorming van een nationale identiteit’. Wie de inhoud van dit streven wil proeven kan eens luisteren naar een interview uit 2014 over dit thema (met Spaanse ondertiteling) dat werd gehouden in Bogotá:

As Camélias do quilombo do Leblon
Ik zou willen eindigen met muziek als illustratie van een stukje Afro-Braziliaans verleden. Het gaat om een compositie van Caetano Veloso en Gilberto Gil uit 1963 dat herinnert aan de tijd dat de Emancipatie plaatsvond (1888) in Brazilië:  As camélias do quilombo do Leblon.  Hierbij een korte samenvatting in het (gezongen) Portugees, gevolgd door een vertaling in het Nederlands:

As camélias do quilombo do Leblon, as camélias nas lapelas. Vimos as tristes colinas logo ao sul de Hebron, rimos com as doces meninas sem sair do tom.  O que fazer, chegando aqui? Brandir. Somos a Guarda Negra da Redentora. As camélias da Segunda Abolição, cadê elas?Somos assim, capoeiras das ruas do Rio, sera sem fin o sofrer do povo do Brasil. Nele, em mim, vive o refrão: as camélias da segunda abolição virão.
[= De camelia’s uit de nederzetting van Leblon. De camelia’s op de lapel van een jasje. We zagen de droeve heuvels ten Zuiden van Hebron, we lachten met de lieve meisjes zonder vals te zingen. En wat moeten we doen als we hier zijn? Zwaaien met een camelia, natuurlijk! Wij zijn de Zwarte Garde van de Verlosser. De camelia’s van de Tweede Emancipatie, waar zijn ze? Wij vertegenwoordigen de straatvechters van Rio, eindeloos zal het lijden zijn van het Braziliaanse volk. In mij leeft het refrein van de Tweede Emancipatie en van de camelia’s die nog zullen komen.]

Deze tekst refereert aan de 80-er jaren van de 19e eeuw toen er in Brazilië een sterke – zwarte en blanke-  bevrijdingsbeweging opkwam. De quilombo is een woord uit het Kimbundu en betekent ‘dorp’. Het was de naam voor de plaatsen  waar gevluchte slaven een onderkomen zochten en een vrij leven konden opbouwen. Leblon is een naam die is afgeleid van de eerste eigenaar van het stuk grond (quilombo), de Fransman Le Blond. Later kwam de Quilombo in handen van de Portugees Seixas Magalhães. Deze laatste was een voorvechter van de emancipatie van de slaven.

Het symbool van de radicale bevrijdingsbeweging was de camelia, de bloem die werd geteeld in Leblon en waarmee een vluchteling zich kon identificeren bij de Bevrijdingsbeweging. De camelia moest worden gedragen aan de linkerkant van jas of bloes.
 Een voorvechtster van de Emancipatie was de dochter van Pedro II, de laatste Keizer van Brazilië, Prinses Isabel, die als Verlosser (Redentora) van de slaven werd gezien.
Enigszins spottend wordt er gezongen over de Tweede Emancipatie. Daarmee wordt bedoeld de volledige economische gelijkheid, waarvan natuurlijk in die tijd geen sprake was. En nog steeds niet.

Eerder gepubliceerd in Antilliaans Dagblad, 9 augustus 2021; tik hier door naar de eerste vier afleveringen: een, twee, drie en vier.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter