blog | werkgroep caraïbische letteren

Slavernij-excuses?

Hoogleraar Lamur (88) heeft liever beter onderzoek

door Seada Nourhussen


De wreedheden tijdens de Nederlandse slavernij waren extreem”, vertelt Lamur. “Het kwam voor dat tot slaaf gemaakten levend werden verbrand of met paarden gevierendeeld. Dat soort dingen doen mij nog steeds pijn.” Lamur, emeritus-hoogleraar culturele antropologie, was in de jaren 70 een van de eerste Nederlandse academici die onderzoek deed naar het Nederlandse slavernijverleden in Suriname.

Humphrey Lamur

Hoewel hij al ruim twintig jaar met pensioen is, publiceert hij nog steeds. Inmiddels heeft de Surinaams-Nederlandse Lamur negentig publicaties op zijn naam staan. Veelal over de levens van de tot slaaf gemaakte mensen in Suriname, maar ook over de vele wreedheden op de plantages. “Ik heb het idee dat de gemiddelde Nederlander, ook Afro-Surinamers, de gruwelijke details van de slavernij niet kent.”

PRIMITIEF
Begin jaren 50 kwam Lamur als zeventienjarige naar Amsterdam per oceaanstomer – een tocht van 17 dagen. “In die tijd kwam je zelfs in Amsterdam maar eens in de drie maanden een zwart persoon tegen! Die groette je niet alleen, je omhelsde elkaar. Eens omhelsde ik een man, denkend dat het een Surinamer was. Bleek het een Amerikaan te zijn. ‘Who are you?’, vroeg hij.” Vader Lamur, een gerespecteerd hoofdonderwijzer in destijds nog gekoloniseerd Paramaribo, had net als de witte ambtenaren in Suriname recht op een jaar betaald verlof in Nederland met zijn gezin. Ze zonden Humphrey en zijn twee broers vooruit om in Nederland naar het voortgezet onderwijs en de universiteit te gaan; vader en moeder zouden een jaar later naar Nederland komen.
De broers Lamur belandden op tweehoog in Amsterdam-Zuid bij een hospita. “Geen leuke vrouw, ze gaf veel af op Suriname. ‘Jullie met je trage trein’, zei ze steeds. Terwijl ik zo trots was op onze trein van Paramaribo naar luchthaven Zanderij. Suriname is zo’n leuk, mooi land, met aardige mensen. Bovendien woonden wij daar in een huis met tien kamers en twee toiletten. Maar de hospita noemde Suriname steeds ‘primitief.’ Op een dag pikte ik het niet meer en zei: ‘Hier in Amsterdam moet ik mijn fiets twee trappen op sjouwen, in Suriname rij ik gewoon de poort door.

Humphrey Lamur

[…] Net als in Amerika, zouden ook Nederlandse wetenschappers meer onderzoek moeten doen naar de doorwerking van het slavernijverleden, zegt Lamur, “op ons zelfbeeld, maar ook op de relatie tussen zwarte mensen onderling. Het idee bestaat bijvoorbeeld onder Afro-Surinamers dat wij vandaag de dag nog wankele gezinsstructuren hebben met bijvoorbeeld afwezige vaders omdat slaven niet mochten trouwen van de overheid, maar dat klopt niet helemaal. Er waren veel stellen die een kerkelijke belofte – verbontu – sloten bij de zendelingen. Ik vind het belangrijk dat die informatie wordt verspreid. Ik wil dat wij, Afro-Surinamers, sociaal stijgen en daarvoor moeten we solidair zijn en onze geschiedenis goed kennen.”

Nationale aandacht voor slavernij vindt hij belangrijk, maar “actievoeren is niet mijn stijl. Ik heb er geen bezwaar tegen om dingen aan te kaarten, maar ik vind dat er te veel aandacht gaat naar zaken zoals de Gouden Koets, Zwarte Piet, naar bepaalde taal zoals blank en wit, slaaf of tot slaaf gemaakt. Ik maak me meer hard voor kansen. Of het naast elkaar kan bestaan? Misschien, maar ik ben zo bang dat mensen zich verliezen in randzaken. Ik wil oplossingen zien voor ongelijkheid, zoals het gebrek aan zwarte academici.”

Lees het interview hier op de website One World, 30 juni 2022



Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter