blog | werkgroep caraïbische letteren

Slavenregisters in Unesco regionaal register

Elf Surinaamse archieven zijn op genomen in het regionaal register van Mowlac (Memory of the World program for the Latinamerican and Caribbean region). De archieven maken deel uit van 16 van de 21 voorstellen die waren ingediend. In totaal hadden 14 landen hun documentair erfgoed ingediend voor opname in het regionaal register van de Memory of the World van de Unesco.

 

Nu is het documentair erfgoed van de tot slaafgemaakte mensen en hun nakomelingen van Suriname, Curaçao en St. Maarten opgenomen in het regionaal register van Unesco’s Memory of the World. De gezamenlijke nominatie van deze drie landen was heel opvallend en stak met kop en schouders boven de overige nominaties uit. Onder de naam The Documentary Heritage of the Enslaved people in the Dutch Caribbean and their descendants (1830-1969) heeft het Unesco Mowlac-bestuur de nominatie met unanieme stemmen aangenomen. Het bestuur heeft ook de aanbeveling gedaan om deze archieven volgend jaar te nomineren voor het internationaal register van de Unesco Memory of the World.

De Surinaamse archieven die zijn opgenomen in het regionaal Mowlac register zijn: de Slavenregisters 1830-1862, Manumissi registers 1832-1863, Emancipatieregisters 1863, het archief van de Administrateur van Financiën 1833-1937 (Borderrellen), Suriname na 1828, Commissariaat der Inlandse Bevolking 1828-1876, Archief na 1828, Administrateur van Financiën, Archief na 1828, Onbeheerde boedels en Wezen 1828 (1876), Archief van de Hooge Raad der Nederlandsch West Indische Bezittingen 1828-1832 en het archief van Petrus Donders. St. Maarten heeft de slavenregisters en diverse brieven genomineerd.

Van het Nationaal Archief Curaçao zijn opgenomen het Gouverneursarchief waarin stukken over de slavernij in de rubriek: Arbeid, het archief van de Burgerlijke Stand (Geboorte, Overlijden, Doopregisters en registers van vrijgemaakte Slaven) en de Collectie Juliana-Brenneker 1856-1914 (1940). De National Archeological Anthropological Memory Management (NAAM) van Curaçao heeft de liederen (orale bronnen) van de nakomelingen van de tot slaafgemaakten (Zikinza collectie) genomineerd.

Het documentair erfgoed van de tot slaafgemaakte mensen is uniek en onvervangbaar. Het zijn de enige registers en documenten die informatie bevatten over het brute systeem van uitbuiting in de regio waarbij mensen werden mishandeld, onderdrukt, geëxploiteerd en waarbij zij geen rechten hadden. De documenten weerspiegelen niet alleen het bewijs van de gedwongen migratie van Afrikanen naar de regio, maar ook de manier waarop dwangarbeid in de regio werd uitgeoefend. Voor het Unesco-project over de slavenroute is de opname van dit erfgoed in het regionaal Mowlac register ook belangrijk.

De andere nominaties die zijn goedgekeurd betreffen die van Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia, Costa Rica, Cuba, Haïti, Mexico, Peru en Uruguay. De nominaties van de ingediende voorstellen heeft plaatsgehad op de jaarlijkse vergadering van de Mowlac in Willemstad, Curaçao van 25 tot 27 oktober, meldt het Nationaal Informatie Instituut. Op dezelfde bijeenkomst is een nieuw bestuur gekozen voor de Mowlac. Bestuursvoorzitter Rita Tjien Fooh-Hardjomohamad die vier jaren heeft aangezeten, heeft de functie overgedragen aan haar collega uit Boliva, Luis Oporto. De twee vicevoorzitters zijn Yolia Tortolero van Mexico en Richenel Ansano van Curaçao.

[van Starnieuws, 4 november 2017; met correcties]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter