blog | werkgroep caraïbische letteren

Simia Literario gaat zich landelijk positioneren

door Quito Nicolaas

Met de tweede lustrumviering van Stichting Simia Literario in 2011 maakte Sandra Sue haar entree als bestuursvoorzitter. Sindsdien waait een andere wind, nadat Gerarda Lauf het voortreffelijk had gedaan en afscheid nam. Sandra Sue is afkomstig uit het bestuurderscircuit en heeft jaren ervaring achter zich als lid van diverse organisaties, commissies en werkgroepen. Het is aan haar om deze nieuwe uitdaging vaste vorm te geven en de schrijvers-organisatie nieuwe impulsen te geven. Als communicatiemedewerker bij de provincie Utrecht zal ze bruggen moeten slaan tussen de eigen achterban en het grote publiek, het Nederlandse publiek dat heel sporadisch in aanraking komt met de Caribische literatuur. Alom redenen genoeg om een kort gesprek met haar te voeren.

Als bestuursvoorzitter van Simia Literario heb je nu een inkijk in de schrijverswereld. Wat valt jou dan meteen op? 
Wat mij opvalt, is met hoeveel ‘hart’, emotionele betrokkenheid en inzet mensen schrijven.In een tijd dat de meeste organisaties worden opgeheven a.g.v. dat hun subsidie wordt stopgezet. Wat is de formule die Simia hanteert om de broek op te houden? 
Simia probeert het simpel te houden. Het gaat vaak om kennisoverdracht, deskundigheidsbevordering en kennis maken met elkaars werk. Door die eerder genoemde betrokkenheid, gaat het niet om een hoog honorarium, maar meer om een onkostenvergoeding. Veel vrijwilligerswerk dus.Hoe groot is het bereik bij Simia-activiteiten en wie is dat publiek?

Bereik is moeilijk te definiëren. Het is een beetje afhankelijk van de activiteit. Soms zitten er vijftien mensen, bij ons lustrum een paar honderd mensen, ondanks het feit dat zij voor de lustrumviering entree moesten betalen. Ons publiek bestaat uit literatuur minnende Arubanen, Antillianen en mensen uit het Caraïbisch gebied of mensen die daar gewoond hebben.

Waarom is Simia tot nu toe niet in geslaagd een nieuwe groep schrijvers de markt op te stoten?
Dat is niet de eerste doelstelling van Simia. Wel om de huidige leden zoveel mogelijk te ondersteunen en verder te helpen. Wij zijn een kleine club en kunnen niet alles.De publicatiedrift van Simia auteurs op andere vlakken zoals toneel, essays is erg laag te noemen. Hoe zou dat komen, denk je?
Iedere vogel zingt zoals die gebekt is. Essays en toneel zijn vaak niet de vormen waarmee Simialeden zijn opgegroeid. Poëzie en proza wel.Zou de uitreiking van een Caribische literatuurprijs de motivatie van de in Nederland verblijvende auteurs ietswat kunnen stimuleren? 
Misschien. Veel beginnende schrijvers zijn verlegen. Dat is anders met de gevestigde schrijvers. Ik kan mij voorstellen, dat zo’n prijs een stimulans kan zijn of een tweedeling kan veroorzaken. Het is moeilijk te voorspellen.

Opereert Simia op basis van samenwerkingsverbanden, en zo ja welke zijn die?
Ja, wij staan open voor alle samenwerkingsverbanden die mogelijk zijn op literair gebied. Bijvoorbeeld presentaties in de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam). Laatst had een lid van ons nog een optreden bij de presentatie van Slavernij Online. Hij presenteerde hiermee niet alleen zijn eigen werk, maar ook onze laatste publicatie Topa Tula.

Is het niet tijd dat Simia ook het Nederlandstalige publiek gaat opzoeken?
Dat doen wij al door werken in het Papiamento, Engels of Spaans zoveel mogelijk te vertalen in het Nederlands als wij publicaties uitbrengen of presentaties houden.

Waar staat Simia Literario in 2017 als schrijversorganisatie?
Wij hopen een wat landelijker uitstraling en meer bekendheid te hebben, met name onder jongeren.

[van Caribe Magazine, 6 februari 2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter