blog | werkgroep caraïbische letteren

Signalement: Binyavanga Wainaina

door Hilde Neus

Hij is overleden. Wie zegt u? Wainaina was een belangrijke schrijver en voorvechter van gay rights in Kenia. We besteden deze week een klein stuk aan hem, omdat deze week ook in het nieuws kwam dat Kenia de ban op gay-relaties nog steeds niet heeft opgeheven. En in de Ware Tijd stond een stukje over de vrolijke film Rafiki die gaat over een lesbische relatie en die is verboden in het land van de regisseuse, Kenia, maar wel furore maakt op het filmfestival van Cannes.

Wainaina was een van de bekendste hedendaagse auteurs van Kenia, en hij schreef een magistraal artikel over hoe je over Afrika zou moeten schrijven. Dit verscheen in het literaire tijdschrift Granta, nr. 92, in 2006. Maar het is nog steeds uiterst actueel, en wat hij daarin zegt, geldt zeker ook voor landen in het Caribisch gebied. De hoofdgedachte is dat men vanuit een bepaalde bril over ‘het donkere’ continent schrijft, wat de beeldvorming steeds bevestigt: het Westen heeft een bepaald idee van Afrika en door wat er aan nieuws in de moderne en traditionele media verschijnt, maar ook door literatuur en films, wordt dat beeld steeds bevestigd. Hierdoor verandert wat we zien over de mensen en de natuur bijna niet, en handelen we ook daarnaar: een self fullfilling prophecy.

Edward Said (1935-2003), de beroemde Palestijnse filosoof benoemde en beschreef dit gegeven voor het midden en verre oosten en noemde het Oriëntalisme (1978). Deze theorie gaat over de Westerse wetenschap over het Oosten, direct verbonden met het Imperialisme en die daardoor een neerbuigende kijk heeft op die samenlevingen. In het Westen is alles beter. Een automatisch gevolg daarvan is dat het in andere gebieden niet automatisch zo goed is. Deze denkwijze stamt uit de koloniale tijd, maar het vervelende is, dat nu nog steeds zo over ‘de ander’ wordt gedacht door de Westerse mens.

Wainaina geeft dat heel duidelijk aan hoe eenvoudig dat in zijn werk gaat. Het zijn namelijk gewone woorden die je kiest bij het schrijven. Hij zegt:

‘Gebruik altijd de woorden Afrika, duister of Safari (reis) in de titel. Ondertitels kunnen dan woorden bevatten als: Zanzibar, Masai, Zulu, Zambezi, Congo, Nijl, groot, zon en schaduw. Heel bruikbaar zijn ook woorden als: guerrilla, tijdloos, tribaal of primitief. Let op: mensen zijn Afrikanen die niet zwart zijn, en DE mensen zijn zwarte Afrikanen. Gebruik geen foto’s van goeddoorvoede en welgeklede Afrikanen op de kaft. Beter zijn AK-47 geweren, uitstekende ribben en naakte borsten. Als je er toch een Afrikaan op moet zetten: plaats dan een Masai, Zulu of iemand in een Dogon kleed.

In de tekst kan je Afrika behandelen alsof het een groot geheel is. Preciese gedetaillerde beschrijvingen hoeven niet. Creëer vooral de indruk dat het overal vol is met oerwouden of woestijnen; veel drumgeluiden en diepe ritmes in hun harten.’

En zo schrijft Wainaina voort. Als het niet zo waar en triest was, was het bijna komisch, zoals hij het beschrijft. Met een zure glimlach eindigt hij: ‘Zeg ook nog iets over Nelson Mandela.’

Wilt u het gehele artikel ‘How to write about Africa’ van Wainaina nalezen, dan kan dat op  https://granta.com/how-to-write-about-africa/

Ook zeer de moeite waard is het gesprek dat Chimamanda Ngozi Adichie, de Nigeriaanse schrijfster van onder meer ‘Paarse Hibiscus’ had met hem. Zeer inspirerend en leerzaam.

Dit artikel maakt ook dat de kritische lezer anders omgaat met literatuur uit of over Afrika. Ik moet Het zingende gras van Doris Lessing toch maar weer eens oppakken. Het maakte 40 jaar geleden een verpletterende indruk op me. Hoe zou ik het nu lezen, naast de woorden van deze grote Afrikaanse schrijver? 

[de Ware Tijd Literair, 8 juni 2019]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter