blog | werkgroep caraïbische letteren

Sharda Ganga – Bij de uitvaart van Clinton Kaersenhout

Tekst bij de uitvaart van Clinton Kaersenhout. (Dank voor alle lieve gebaren en woorden).

Vanochtend stond ik op met dit gedicht van Glenn Sluisdom in mijn hoofd:
Had ik je omlijnd –
Binnen het gezicht –
Van dit gedicht –
In alles ben je meer.
In alles was Clinton meer.

Clinton Kaersenhout

Hij was de lawaaiigste in een groep van zeer lawaaiige acteurs van het Theatercollectief en CAST2. Hij was de meest hongerige in deze groep van eeuwig hongerige mensen.
Hij zweette het meest, hij lachte het hardst, hij was altijd de laatste die binnenliep. Hij kon mij en de rest het meest tot wanhoop drijven.
Ik kan hem niet omlijnen, want hij was zoveel. Hij was natuurlijk allereerst zoon, broer, vader: als hij sprak over zijn familie glom hij altijd een beetje van trots. En dan had je zijn publiek gezicht.
Het lijkt altijd een zegen te zijn als mensen multi-getalenteerd zijn, maar soms denk ik dat het eigenlijk een probleem is. Want dan is er niet 1 ding waarin je je kan vastbijten, maar je wil proeven van alles. En alles wordt al gauw teveel. En wat teveel is, is nooit goed. Te mooi, te getalenteerd, te uitbundig, te goedgelovig, te trouw, te lief, ik heb menig uur met Clinton doorgebracht om hem van het TE-probleem te overtuigen. Focus, Clinton, Focus, was steeds mijn aanmaning. Maar hoe kan je focusen als je begiftigd bent met zoveel talenten. Teveel talenten.
Voor mensen die niet in het theater hebben gewerkt is het soms moeilijk te begrijpen wat het met je doet. Je bent deel van een team. Je moet op elkaar kunnen rekenen. Als een acteur een fout maakt op het toneel moet jij dat opvangen. Als je emotioneel zware rollen speelt, eist dat zijn tol van jou als acteur. Je kruipt in de huid van de personages. Het gevecht wordt jouw gevecht. Hun pijn wordt jouw pijn.
Hoe beter je bent als acteur, hoe meer impact de rollen op je hebben. En hij speelde altijd de grootste, de moeilijkste van de rollen: Elzaro het ongeboren kind dat moet kiezen tussen de dood, en een leven in Suriname, dat achterlijk stuk Guyana ellende, waar de grond waar we recht op hebben, vanonder onze voeten is verdeeld door onze heersers.
Hij speelde Oroonoko, een Afrikaanse prins die tot slaaf werd gemaakt; hij speelde een patient in het Mama Sranan psychiatrisch tehuis die de briljantste en heftigste aanklacht tegen ons land uitte.
En hij speelde tot slot Kurumu, de enige overlevende van de massaslachting van Moiwana. Avond na avond hoorde je concerten van gesnotter in de zaal. En dat maakte hem trots.
Hij wist dan dat hij het publiek rechtstreeks in het hart had geraakt, het grootste compliment voor acteurs.
Ik denk niet dat één van ons had kunnen bedenken dat hij al gauw de spil van ons theatergezelschap zou worden, toen hij zich aanmeldde bij ons op de training voor het stuk Yorkafowru, nu alweer bijna 20 jaar geleden, net na zijn eerste Suripop succes. Hij kwam, in een sneeuwwitte broek. Haar helemaal gekamd en gegeld. Die ijdelheid zullen we wel even uit hem timmeren, dacht ik.
Ik wist zeker dat we hem na die eerste training nooit meer zouden zien – theater is hard werk, fysiek en emotioneel. Je zweet, je huilt, je rent, je moet uren stil zitten en tekst leren – en,misschien het allerbelangrijkste: ik duld geen diva’s of divo’s. Dus zo een popi moi boi, die zou het niet lang maken bij mij.
Maar hij bleef. Wat we hem ook lieten doen, hij bleef. Binnen een uur was die witte broek grijs, zijn mooi nieuw shirt was geruineerd, en we maakten kennis met de overuren draaiende zweetklieren van Clinton – hij was doorweekt. En toen gingen we naar de tekst.
De eerste keer dat hij begon te lezen dachten we dat hij half analfabeet was. Hij stotterde, hij stokte, hij las verkeerde woorden. Al gauw bleek dat hij gewoon een bril nodig had, maar hij was te ijdel om dat toe te geven. Toen hij eindelijk goed kon zien, mocht hij meteen Elzaro spelen, want de acteur die eigenlijk de rol zou spelen trok zich midden in de repetitieperiode terug. De rol was te moeilijk en zwaar. Clinton sprong erin, en we never looked back.
Ik sta vandaag hier het woord tot u te richten, omdat we onbescheiden zijn.
Omdat we werkelijk willen geloven dat Clinton de waarheid sprak als hij zei: met jullie, dat waren mijn beste tijden. Het waren ook onze beste tijden.
Als Elzaro vroeg hij: “Geef me mijn onbestaan terug. Geef me de zuiverheid terug van mijn kroon, de godsrust van mijn ziel.”
Clinton, mijn theaterkind, je hebt je godsrust terug. Je bent terug naar de zuiverheid van je kroon.
De wereld was je speeltoneel, je hebt je deel vol overgave gespeeld.
Dank je voor alles wat je voor mij, voor ons, voor het publiek hebt betekend.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter