blog | werkgroep caraïbische letteren

Schrijversgroep ’77 bestaat 35 jaar

 

door Rolf van der Marck

De onbegrijpelijke uitspraak van voorzitter Ismene Krishnadath, dat Schrijversgroep ’77 vanwege zijn politieke onafhankelijkheid “bij uitstek geschikt is om te bemiddelen in kwesties waar schijnbaar onoverbrugbare politieke tegenstellingen zijn”, deed mij van mijn stoel vallen van verbazing. Was ik lid geweest dan zou ik onmiddellijk hebben bedankt. Krishnadath noemde als voorbeeld de plannen van het kabinet van de president om het Fort Zeelandia-complex terug te brengen “in de schoot van het beleids- centrum”. Uiteindelijk gingen deze plannen niet door, “maar, mochten er bemiddelaars nodig zijn geweest, dan hadden wij als S’77 een rol kunnen spelen.” Hoe haalt Krishnadath het in haar hoofd?

Doel & leden

Alvorens onjuiste uitspraken te doen, heb ik mij op Wikipedia geïnformeerd over ontstaan, doelstelling en geschiedenis van de groep, die op 31 oktober haar 35ste verjaardag viert. De statuten van de Vereniging Schrijversgroep ‘77 hebben als doelstelling te streven naar de bevordering van de Surinaamse letterkunde, de bevordering van de geestelijke en maatschappelijke belangen van haar leden en de bevordering van internationale literaire contacten, in het bijzonder die van de eigen regio.

Als gewone leden kunnen personen ouder dan 18 jaar worden toegelaten die literair werk hebben geschreven en gepubliceerd in een van de in Suriname gangbare talen en die in het bezit zijn van de Surinaamse nationaliteit, of geboren uit een of twee Surinaamse ouders, of die in Suriname geboren en getogen zijn. De voorwaarden impliceren dat ook Surinaamse schrijvers zonder Surinaams paspoort lid kunnen worden.

Frank Martinus Arion & Trudi Guda in 1977, het jaar van hun huwelijk en van de oprichting van S’77
Geschiedenis

De groep werd mede door de inzet van de toen in Suriname wonende en werkende Antilliaanse schrijver Frank Martinus Arion en diens Surinaamse vrouw, de dichter Trudi Guda, op 26 augustus 1977 in Paramaribo opgericht. Het eerste bestuur bestond uit: Mechtelli Tjin-A-Sie (pseudoniem Mechtelly), Harry Reeberg (pseudoniem Imro), Orsine Nicol, Stanley Slijngard (pseudoniem S. Sombra), Eddy Pinas, Gerrit Barron en René Isselt.

De belangrijkste activiteit van de Schrijversgroep ‘77 werd het organiseren van literaire avonden, zowel rond werk van de eigen leden, als rond het werk van buitenlandse schrijvers of in Nederland woonachtige Surinaamse auteurs, waaronder Henk Barnard en Corly Verlooghen. De groep nam niet deel aan maatschappelijke debatten, hetgeen begrijpelijk is gezien zijn doelstelling.
Geheel anders moet echter worden geoordeeld over het uitblijven van enige stellingname inzake de coup van 25 februari 1980 en de toenemende mensenrechtenschendingen sindsdien, zeker nadat de schrijver Jozef Slagveer op 8 december 1982 lafhartig is gemarteld en vermoord. Kennelijk vanwege de revo-sympathieën van onder andere Barron, Mechtelly en Sombra was de Schrijversgroep ’77 niet in staat en/of niet bereid onderscheid te maken tussen deelname aan maatschappelijk debat en verzet tegen dictatuur.

Geheel begrijpelijk ebde de belangstelling weg en werd de Schrijversgroep gemarginaliseerd tot een kleine club met over het algemeen zeer matig bezochte avonden rond de figuren Frits Wols, S. Sombra, Mechtelly en Albert Mungroo. Leden als Michael Slory, Shrinivási, Bhai en Orlando Emanuels lieten zich nog maar zelden zien.

Stand van S’77 
Wedergeboorte
In de tweede helft van de jaren ’90 beleefde de S’77 zijn wedergeboorte. Er kwam een nieuw bestuur, bestaande uit Ismene Krishnadath, voorzitter, Robby Parabirsing (pseudoniem Rappa) secretaris, en Alphons Levens, bestuurslid. Sinds 1992 organiseert S’77 elke laatste woensdag van de maand activiteiten in Tori Oso aan de Frederick Derbystraat. In de nu 35 jaar van zijn bestaan heeft Schrijversgroep ’77 zich naar zeggen van Ismene Krishnadath ontwikkeld van een groep linkse creoolse intellectuelen tot een politiek onafhankelijke organisatie.
 
Dat laatste, de status van een politiek onafhankelijke organisatie,verhoudt zich volgens mij absoluut niet met een bemiddelingsrol bij politieke tegenstellingen. Ook zou daarvoor tenminste een statutenwijziging noodzakelijk zijn, indien een ledenvergadering deze wezenlijke wijziging van de doelstellingen al zou goedkeuren. Mijns inziens moet de S’77 lering trekken uit het verleden, en begrijpen dat wel degelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen deelname aan maatschappelijk debat en verzet tegen dictatuur. En daarmee bedoel ik heel direct de zelfcensuur die de schrijvende pers onder dictator Bouterse moest toepassen om te overleven, maar die onder ‘democratisch’ president Bouterse niet meer nodig zou zijn maar toch nog voortleeft. Dan heeft de groep geen andere politieke geschillen meer nodig.

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter