Rudi Kross – Lamento voor Hugo Olijfveld
op 19 juni 1967
Waar je gezeten hebt en verdween
knipte het licht aan over de wachtzaaltegels
in de djebel van Sinaï *
op het verraderlijke drijfzand waar wij als vrienden
liepen, laveerden op weg naar ons land,
tussen rokende pantserwagens vol olie en schedels
tolt nu non‑stop de klapband van de wagen uit Amsterdam
waarmee je in dit slagveld bent blijven steken.
Levend zoals alleen je dood ons kon doen leven.
Met doorzeefde kogels uit ons hol gehaald
hebben we je naam van mond tot mond geademd:
waarom je niet opstond, waarom je niet voor bleef gaan.
Hoe lang nog duurt het lang moment
waarin wij vragen met versteende tanden:
Hugo, wat moeten wij met onze handen
die je gegroet hebben, jou en de politieman
die je laatste tijdelijke manoeuvre in kaart bracht
in een land waar slechts grondwater
je eigen land weergalmt?
Kan je de eigen watervallen horen
in deze vreemde grond waaraan je oor zich hecht?
Zwijgzamer dan ooit zal je antwoorden dat het went
zoals wij leren wennen aan deze
eerste mortier‑inslag in onze stellingen die ver
reiken van Ismaïlla naar Wanica naar Vietnam.
Er is geen wet die iedereen laat sterven als een held;
men kan neutraler sterven in een sloot in Holland
zodoende moeten ànderen sterven als een held
Tussen woorden moest men je altijd zoeken
en woorden die je roepen uit je dood
ketsen vernietigd naar ons toe uit dit ontzettend graf
als een verloren loopgraaf;
woorden in een aula die ondenkbaar is,
woorden als verdorde juni‑wespen in een dood seizoen
woorden rond je graf dat zinkt tussen cypressen
en woorden tussen nog vreemdere canadassen
en de bloemen die wij huurden voor je krans.
Op het naadloos gelaste ijzer van je dood glijden
de woorden af waarmee op slagvelden stervende en
gewonde vrienden elkaar liefhebben.
We leren zwijgend werken zoals jij,
toen je nog bij ons was.
[* djebel (Arabisch): woestijn]
[Uit: Fri, 1 juli 1968. Vereniging Ons Suriname, Amsterdam 1968. Ook verschenen in de Spiegel van de Surinaamse poëzie. Samengesteld door Michiel van Kempen. Amsterdam: Meulenhoff, 1995.]
—
Klik hier voor het gedicht van Michael Slory – In memoriam Hugo Olijfveld