Rijkdom niet te bevatten
Piet Boonekamp roept op om Suriname te compenseren voor ons slavernijverleden (Brieven, 7/7; ook hierna [red.]). Echter, …
Suriname is al in 1975 gecompenseerd, toen het na een vrije stemming een schitterend land kreeg, vol goud, olie en hout, viermaal zo groot als Nederland met veel minder mensen, altijd mooi weer, en met miljarden guldens er nog bij. Het land hoeft alleen maar goed bestuurd te worden om weldra het mooiste en meest welvarende land in Zuid-Amerika te worden. De potentiële rijkdom van Suriname is nauwelijks te bevatten. Laten we er maar over ophouden.
Theo N. Olsthoorn, Heemstede
NRC, 9 juli 2021.
Compenseer Suriname
Slavernij moet in de wet als „misdrijf tegen de menselijkheid”, vindt het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden (1/7). Vreemd, want 150 jaar geleden is juist hierom de slavernij afgeschaft en in de Grondwet staat dat iedereen gelijk is. Waarom dan nog een wet? Het tweede advies is excuses maken. Aan wie? De handel in slaven was van alle tijden: vraag en aanbod. Tot 1000 domineerde de handel vanuit Oost-Europa en Rusland naar Byzantium, en vanaf 1000- 1500 vanuit Afrika naar het Midden-Oosten. Vanaf 1500 waren de aanbieders dezelfde Afrikaanse groepen, maar de kopers waren Europeanen, en ging de afzet naar het Westen. Moeten de excuses komen van de kopers? Of juist van de aanbieders? Excuses worden vaak gekoppeld aan compensatie. Het compenseren van de zoveelste graad van afstammelingen van slaven gaat niet meer, bij gebrek aan goede criteria. Maar excuses op basis van erkenning kan wel. Vanuit aandacht voor historische kennis kan erkenning volgen.
Tot slot, bij de afschaffing van de slavernij werden slavenhouders in Suriname gecompenseerd en de vrijgemaakte slaven helemaal niet. Hierdoor verrijkte Nederland zich ten koste van Suriname, wat mogelijk nooit voldoende gecompenseerd is. Als dit zo is, dan moet Nederland alsnog compenseren via ondersteuning van de huidige Surinaamse economie.
Piet Boonekamp, Bennekom
NRC, 7 juli 2021.