blog | werkgroep caraïbische letteren

Rihana Jamaludin brengt in jeugdboek de 19de eeuw tot leven

door Michiel van Kempen

Een vriend van mij dacht zijn zoontje van vier een groot plezier te doen door met het manneke van 4 naar een dierentuin te gaan. En wat is daar dan zowat het meest spectaculaire: het verblijf van de olifant, de goeiïge allemansvriend met de schattige kleintjes die trompetterend achter hun moeder aanrennen en van puberteit en computergames geen weet hebben. En terwijl mijn vriend zichzelf tussen veel andere family-minded mensendieren opstelde, wees hij zoonlief waar hij kijken moest. Maar junior had andere interesses: die had zich met zijn rug naar het olifantengeluk opgesteld en wees naar het dier in het gras aan de andere zijde dat hem zo fascineerde: “Kip! Kip!”

Mijzelf, auteur van – ik geef het toe – twee niet bijster goed gelukte kinderboeken, bewees dit voorval maar weer eens dat er over een kinderbrein niet veel verstandigs te zeggen is. Als een kip het wint van een olifant, dan hoeven we geen dure toegangskaarten voor de Zoo meer te kopen, want dan is álles prima. En dat is natuurlijk ook zo voor een kind dat de wereld ontdekt. Die hoeft niet meegesleept te worden naar peperdure Formule 1-evenementen, waar vader natuurlijk véél meer in geïnteresseerd is dan het meegesleepte kroost. Voor een kind van 3 of 4 is een Formule 1-racewagen niet interessanter dan een vleesvork of een sliert spaghetti.

Maar dit vastgesteld zijnde, rijst dan natuurlijk de vraag hoe wij, grote opgegroeide Mensdieren, kunnen bepalen wat er in een boek voor kleine kinderen moet. Er zijn natuurlijk kinderboekenschrijvers die dat intuïtief heel goed aanvoelen, een Annie M.G. Schmidt of in Suriname een Orlando Emanuels. Maar het is lastig te toetsen waarom het ene kinderboek wel uitstekend van tekst is en het andere niet – en recensenten weten er zich meestal ook geen raad mee en monkelen dan maar iets over de prachtige illustraties.

Ik heb mij verbaasd over de eindeloze reeks boekjes voor kleine kinderen die er door allerlei goedwillende dames en heren in Suriname sedert ongeveer 1990 zijn uitgebracht. Die kun je beoordelen op hoe ze gedrukt zijn, op hoe mooi de tekeningen zijn, maar over de teksten ben je in wezen gauw uitgepraat: je kunt wat vooronderstellen of ze aansluiten bij de leefwereld van de peuters en kleuters en je kunt kijken of er geen taalfouten in staan. Maar of die kinderen ze ook leuk zullen vinden: onmogelijk te zeggen.

Jeugdboeken

Dat ligt heel anders bij de jeugdboeken voor kinderen vanaf ongeveer 12 jaar. Want in wezen zijn die niet zoveel anders dan boeken voor volwassenen. Plot en taal zijn misschien iets eenvoudiger, maar verder kun je die als elk ander boek beoordelen: de stijl moet verzorgd zijn en als het kan ook een persoonlijke signatuur dragen, de plot moet goed in elkaar steken, het moet logisch en historisch allemaal kloppen en er moet een leuke boodschap worden uitgedragen, liefst niet al te nadrukkelijk, dank u.

Rihana Jamaludin bij de presentatie van het boek in Slot Zuylen, 19 augustus 2021

Zou het aan deze criteria liggen dat het jeugdboek voor de wat oudere kinderen zo’n schaars goed is binnen de Surinaamse letteren? Er zijn er bitter weinig geschreven. Tussen de boekjes voor kleine kinderen en de volwassenenliteratuur gaapt nog altijd een groot gat. Thea Doelwijt (Wajono), Ismene Krishnadath (Veren voor de piai), Cynthia Mc Leod (No kwik in ons bos) en Henna Goudzand Nahar (De Bonistraat) en ik vergeet er misschien nog een handvol, maar dan hebben we het ook echt gehad voor die leeftijdscategorie. Dus wat een feest om nu te kunnen melden dat er een geweldig jeugdboek bij is gekomen: Geheimen van het tuinhuis van Rihana Jamaludin.

Stoomfiets

Het boek is een historische roman en speelt zich af in 1870, dus ná de afschaffing van de slavernij, in het industrialiserende Suriname. Hoofdrolspeelsters zijn de meisjes Josephine en Alexandra Belgrave, of kortweg Jo en Alex, die tot de gegoede stand van Paramaribo behoren, maar wel een verschillende huidstint hebben – niet onbelangrijk in het laatkoloniale Suriname – en die net niet behoren tot de ‘echte élite’: de ‘blanke meisjes van de Fransche Klas’. Jo en Alex zijn bijdehante tieners die hun dialogen graag doorspekken met Engelse uitdrukkingen. Er wordt wat geflirt in de salons van Paramaribo, maar het avontuur komt pas goed op gang wanneer de twee jongedames voor de vakantietijd verkassen naar het district Commewijne. Daar ontmoeten zij Ernst Martzil, die het hulpje is van plantagehouder Eduard van Beek, geen doorsnee zweepdrager, maar een man die jaren in Brits-Indië is geweest en die daarvandaan, behalve een buitengewone liefde voor de Indiase cultuur, ook een betulbante Sikh heeft meegebracht. Met hem doet dus de vroegste Hindostaanse aanwezigheid in Suriname haar intrede, al speelt hij verder niet een grote rol. Plantage-assistent Ernst doet dat wel: hij is gefascineerd door alles wat techniek is en is bezig in een oud tuinhuis in het geheim een stoomfiets te ontwikkelen. Alex is er direct door gegrepen, wordt zijn hulpje en onttrekt zich daarmee aan het meisjesgetut dat haar stadsmilieu haar zo graag wil opdringen. Jo daarentegen ziet niets in techniek, zij is content met haar genderhokje.

Een stoomfiets (Matthijs Ramselaar)

De spanning in het verhaal wordt opgevoerd met een heuse wedstrijd tussen roeiers, paard-en-wagen en stoomfiets, maar vooral wanneer enkele schurkachtige Amerikanen ten tonele verschijnen die zich maar wat graag van de nieuwe uitvinding willen meester maken. Meer zeg ik nu niet.

Geheimen van het tuinhuis is een volwassen jeugdboek, waarmee ik bedoel: een jeugdboek waarin de lezers niet worden lastiggevallen met de flauwiteiten en kinderachtigheden waarmee kinderen van boven 12 ook niet langer lastiggevallen willen worden. Rihana Jamaludin schrijft in een mooi en verzorgd Nederlands met een fraaie Surinaamse taalkleuring en zij bouwt een prima plot op. Zij doseert de historische informatie goed (daaraan wil het in menig boek ook nog al eens ontbreken) en vergeet niet dat zij geen geschiedenisboek maar een literair boek aan het schrijven is. Zij heeft zich bijzonder goed ingelezen in de periode van haar verhaal. Dat is nog niet eens zo eenvoudig, want de slaventijd biedt aanknopingspunten genoeg voor goede verhalen (het wachten is op een literair boek over de ondergang van het slavenschip Leusden), maar de decennia ná de slaventijd zijn voor een romanauteur minder spectaculair. Jamaludin laat zien dat dat uiteindelijk niets hoeft uit te maken. Zij kiest tot uitgangspunt de vroegste jaren van de man die later met zijn schoenmachine in de VS furore zou maken: Jan Ernst Matzeliger. Mooi ook dat zij met de boevenrol voor de Amerikanen al preludeert op het stelen van zoveel Zuid-Amerikaanse voortbrengselen in de 20ste eeuw: United Fruit, American Tobacco Company, Alcoa…

Valkuil voor de historische roman is altijd het anachronisme, de historische vergissing: de Middeleeuwer met een zonnebril op, de SS’er die een mailtje verstuurt…. Ik vroeg mij af of het logisch is dat Josephine wanneer zij de stoomfiets van Ernst voor het eerst ziet, direct uitroept: ‘Hé, het lijkt wel op een fiets!’ Bij mijn weten reed er in 1870 nog niet één fiets rond in Paramaribo en heeft er ook niets over in de kranten gestaan. Ook heb ik nooit gehoord dat er in 1870 al kruidenierswinkels van Chinezen waren, volgens mij trokken Chinezen toen nog rond als marskramers – maar ik kan me vergissen. En dat de meisjes in het werkatelier van Ernst een ‘zithoek’ maken (p. 131) klinkt mij ook wat al te Ikea in de oren. Maar goed, ik geef toe: dit is werkelijk gemier met de microscoop. Geheimen van het tuinhuis biedt verder een zeer authentiek beeld van het eind-19de-eeuwse Suriname.

Dus ik herhaal nog maar eens: dit boek is een feest van een aanwinst. Voor alle lezers. Ik zal zelf nooit vergeten hoe de bibliothecaresse van mijn dorpsbibliotheek doorhad dat ik alle voor mij geschikte jeugdboeken al uit had, en zij naar mij knipoogde en zei: ‘Wel, ga dan maar eens kijken of er in de volgende kast iets voor je bij zit.’ Dat zat er en het is nooit opgehouden. Mag ik in het geval van dit jeugdboek van Rihana Jamaludin nu ook aan volwassenen de raad meegeven één kast terug te gaan? Om met Jo en Alex te spreken: ‘Have fun!’

Rihana Jamaludin, Geheimen van het tuinhuis. Blossom Books, paperback met flappen, 352 blz.; prijs € 18,99. Als e-book, prijs € 9,99.


Lees hier een fragment van het boek.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter