René van Nie – Mooie jaarwisseling
Een mooie herinnering is goud waard. Als het leven ons goed gezind was, bezitten we een ketting van goud aan mooie herinneringen. Zo niet dan dragen veel mensen een ketting van prikkeldraad met zich mee omdat ze geplaagd worden door een teveel aan hartverscheurende herinneringen. Maar aan elke gouden ketting ontbreekt ook wel een schakel en elke ketting van prikkeldraad heeft hier en daar wel een gouden tussenstukje. Zowel het een als het ander dringt zich veelal op tijdens de jaarwisseling. We sluiten een jaar af en een deel van leven. Want elk jaar is ‘n jaar en daar hebben we er normaal gesproken niet zoveel van voorhanden. Toch wil, wie jong is, graag een jaartje of meer ouder zijn en wie oud is, graag een jaartje of meer jonger. Ik dring bij voorkeur zowel het goud als het prikkeldraad naar de achtergrond. Op een gegeven moment draag je zoveel aan herinneringen mee dat je bijna niet anders kan dan daar een punt achter te zetten. Of het leven moet je zo vreselijk in de maling hebben genomen dat je daar, ongeacht je leeftijd, nooit meer van los komt en het verlies van wie je dierbaar was, een open wond is die nooit zal helen. En voor deze mensen kan de jaarwisseling een hel zijn waar ik, terwijl de vreugdevuren in de lucht vervliegen, toch altijd even bij stil sta. Daarom houd ik er persoonlijk niet zo van om het eind van het een en het begin van het ander te vieren en heb ik in mijn leven maar één jaarwisseling mee gemaakt die mij écht gelukkig maakte. Zo’n twintig jaar geleden, net gehuwd en nog kinderloos, zaten mijn vrouw en ik op de porch in afwachting van de klok van twaalf toen er een klein vogeltje ons huis binnen vloog. Het beestje fladderde even doelloos in het rond, knalde toen tegen de muur en viel achter de ijskast. “Oh nee”,riep mijn vrouw, “dat arme beestje.” Maar je kan toch moeilijk een beetje vrolijk het nieuwe jaar in gaan als je weet dat er achter de ijskast een zielig vogeltje op sterven na dood is. Dus begon ik aan een soort van reddingsoperatie. Helaas stond de ijskast muurvast ingeklemd en moest er een koevoet aan te pas komen om de kolos naar voren te schuiven. Jammer genoeg sprong de deur open en rolde de inhoud naar buiten. Alle flessen kapot en wat eetbaar was, zat onder de wijn, mayonaise, aardbeien, jam en ander ongemak. Een niet geringe puinhoop die ik eerst moest opruimen voor ik verder kon gaan. Bang dat er nog meer ongelukken konden gebeuren, raadde ik mijn vrouw aan op bed televisie te gaan kijken want daarbij was haar ‘oh’ en ‘ah’ en ‘wat vreselijk’ ook niet bevorderlijk voor mijn humeur. Ze verdween en ik ging weer aan de slag. Ruim een half uur later kreeg ik genoeg ruimte om het vogeltje op te pakken. ‘Dood’, dacht ik even. Maar toen vloog het beestje opeens weg uit de palm van mijn hand, knalde opnieuw tegen de muur en kwam nu onder de zware ijskast terecht. “Het is bijna twaalf uur schat,” riep mijn vrouw uit de slaapkamer. Maar die informatie liet ik aan me voorbij gaan en ik ging opnieuw aan de slag om dat stomme beest te redden. Een hels karwei dat zeker weer een half uur duurde. Met geschaafde handen kreeg ik het vogeltje uiteindelijk te pakken, liep er snel mee naar buiten maar kon me niet voorstellen dat er nog enig leven in zat. Ik opende de palm van mijn hand maar er gebeurde niets. ‘Dood als een pier,’ ging het door mijn hoofd. En toen, als een klein wonder, gingen de oogjes van het vogeltje weer open, schudde met de vleugeltjes en vloog weg. Maar draaide, -was het uit dank?- nog even een rondje boven mijn hoofd en verdween in de tropennacht. “Gelukkig Nieuwjaar,” riep ik nog. Toen ik terug kwam in huis lag mijn vrouw in een diepe slaap. “Ook jij een gelukkig Nieuwjaar schat,” fluisterde ik.
Terug op de porch trakteerde ik mezelf op een lauw biertje. Dat niemand mij een gelukkig Nieuwjaar had gewenst deed niets af aan mijn geluk. Want ik had mezelf geen beter nieuw jaar kunnen wensen.
[van Amigoe.com, 31 december 2010]
René,
WAT BEN JE SENTIMENTEEL GEWORDEN.
GROET: HANS KOEKOEK