Rehabilitatie gevraagd voor De Marchena
Afgelopen jaar werd de zwarte Curaçaose verzetsheld Tula gerehabiliteerd, 228 jaar na zijn dood. De leider van de grootste slavenopstand op Curaçao wordt ook dit jaar weer herdacht, onder meer met de Tula Lezing in Rotterdam. Daar is vanmiddag [zaterdag 17 augustus 2024] gepleit voor de rehabilitatie van een andere Curaçaoënaar: Pedro Pablo Medardo de Marchena.
Hij was vanaf eind jaren 20 van de vorige eeuw een kritische activist en probeerde de bevolking wakker te schudden omdat ze niet in opstand kwamen tegen de Nederlandse koloniale regering, de katholieke kerk en Shell, de grootste werkgever van het eiland. Hij hekelde onder meer het racisme en de hypocrisie van de witte elite en de uitbuiting van de Afro-Curaçaose bevolking.
Als ‘staatsgevaarlijk’ naar een interneringskamp
In de Tweede Wereldoorlog werd Medardo de Marchena vanwege zijn ideeën en activistische pamfletten door Nederland als “gevaar voor de rust en veiligheid in het gebiedsdeel” aangemerkt. Hij werd verbannen naar Bonaire en zat daar in het interneringskamp, waar ook buitenlandse sympathisanten van nazi-Duitsland werden vastgehouden.
“Eerherstel is heel terecht”, vindt onderzoeker Margo Groenewoud, gespecialiseerd in de geschiedenis van het Caribisch gebied. “Bij Tula is het heel duidelijk, slavernij is fout en iemand die daartegen in opstand kwam is goed. In de samenleving van de jaren 20 en 30 ligt dat lastiger, er waren veel meer belangen.”
Volgens Groenewoud, die vandaag de Tula Lezing houdt, ging De Marchena “als een olifant door de porseleinkast” en sprak hij ook de bevolking zelf kritisch aan. “Hij werd daardoor niet alleen buitengesloten door het koloniale gezag, maar ook door de samenleving. In termen van nu zou je kunnen zeggen dat hij gecanceld werd. Nog steeds is hij relatief onbekend.”
Ze pleit voor zijn rehabilitatie, omdat hij als individu en solist extreem hard werd aangepakt bij wijze van waarschuwing aan de hele samenleving, net als bekende antikoloniale denkers als Anton de Kom. Terwijl niet hij gevaarlijk was, maar de vele grote politieke bewegingen die in de regio opkwamen.
‘Durfde zich uit te spreken’
Dat De Marchena het ongemakkelijke benoemde vindt Groenewoud nog het belangrijkst. “Dit maakt hem nog altijd relevant. Dat we hem niet kennen heeft een reden, het gaat niet alleen om gebrek aan informatie. Medardo staat symbool voor het ongemakkelijke gesprek over sociale uitsluiting van mensen die anders denken. Dat gesprek wordt nog steeds veel te weinig gevoerd.”
Kleinzoon Kenneth de Marchena (68) heeft zijn opa één keer ontmoet, maar herinnert zich vooral zijn moeder die moest huilen als ze met haar vriendinnen over hem sprak.
De Marchena verdiepte zich in zijn opa nadat hij zelf naar Nederland was verhuisd. “Hij was de enige in de massa die zich uit durfde te spreken”, vertelt hij met tranen in zijn ogen. “Het was een man die democratie naar de eilanden bracht. Dat velen zijn verhaal niet kennen, doet pijn.”
Ieder jaar op zijn geboorte- en sterfdag plaatst hij een foto van zijn opa op Facebook. “Dat doe ik als eerbetoon, voor hem en voor mijn moeder. Eigenlijk vind ik dat hij een standbeeld verdient.”
Theatervoorstelling
Ook achterkleinzoon Sean Hauser (31) verdiept zich sinds een aantal jaar in zijn overgrootvader. Anders dan zijn achteroom Kenneth groeide hij op in Amsterdam en heeft hij zijn overgrootvader nooit ontmoet.
Hauser is nu bezig met een muzikale theatervoorstelling over het werk van zijn overgrootvader. “Ik heb een diep verlangen om meer te weten te komen over mijn familie, maar ik vind ook dat het verhaal van mijn opa moet worden verteld.”
Hauser speelt ook een korte voorstelling bij de Tula Lezing vanmiddag. “Dat is heel eervol. Zijn verhaal is heel belangrijk. Hier én op de eilanden. “
Ontleend aan NOS-website, 17 augustus 2024
Citaat uit het artikel c.q. de lezing: “[Medardo de Marchena] werd […] niet alleen buitengesloten door het koloniale gezag, maar ook door de samenleving.” Dit vereist nuancering.
Nadat De Marchena zijn vermaledijde pamflet ‘Ignorancia ó Educando un pueblo’ had gepubliceerd, in 1929, was hij actief lid van de debatingclub Jong Curaçao, een gemêleerd gezelschap van ontwikkelde (mannelijke) leden die over van alles en nog wat debatteerden, zelf een krant uitgaven – de Onpartijdige (1932-1934) -, waarvan De Marchena redactielid was. Zijn pamflet werd uiterst serieus genomen en er verscheen (dan ook) een kritiek op, dat twee keer zo dik was als het pamflet van De Marchena! Kortom, De Marchena had een draagvlak voor zijn gedachtegoed, dat was beperkt maar voldoende bedreigend voor de machten die hij kritiseerde om hem flink tegen te werken en uiteindelijk – toen dit wettelijk mogelijk werd door de oorlog – in een interneringskamp op te sluiten.
Voor details, zie mijn Medardo de Marchena; Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao (Haarlem, 2021)