blog | werkgroep caraïbische letteren

Rechtsgeldigheid traktaten nader bekeken

door Bert Eersteling

Ik heb zeer bruikbare reacties gekregen op het eerder verschenen artikel naar aanleiding van het artikel van Mr. Carlo Jadnanansing over de kanttekening van Prof. Walther Donner op de vredestraktaten met de bosnegers in de jaren 1760, 1762 en 1764 [zie hieronder – red. CU].

De heer Donner vroeg zich af of de traktaten rechtsgeldigheid hebben. Hij maakte een vergelijking tussen de totstandkoming van het traktaat in Jamaica en de traktaten in Suriname. Hij constateert dat het traktaat in Jamaica onder gezag en met machtiging van de koning van Engeland tot stand is gekomen, terwijl de traktaten in Suriname niet onder gezag/machtiging van de koning zijn geschied, maar onder gezag van de gouverneur en de Raad van Politie en Criminele Justitie. De heer Donner vroeg zich af of Suriname in die periode een onafhankelijke status kende.

Hierop heb ik gereageerd door te stellen dat de heer Donner een retorische vraag heeft opgeworpen, omdat hij zelf weet dat Suriname pas in 1975 een onafhankelijke status heeft gekregen. Uit de reacties die ik kreeg en het raadplegen van enkele historische bronnen, blijkt dat zowel de heer Donner als ik niet erop hebben gelet dat Nederland van 1588-1795 een Republiek werd die uit zeven onafhankelijke staten of provincies bestond. In de Franse tijd werd Nederland zelfs een Eenheidsstaat, die aangeduid werd als de Bataafse Republiek. Deze Eenheidsstaat duurde van 1806-1813. In 1813 herwon Nederland zijn vrijheid en in 1815 riep de uit ballingschap teruggekeerde Willem Frederik, bekend als Koning Willem I, zich uit tot Koning van het Koninkrijk der Nederlanden.

Het is dus logisch dat de Koning nooit de traktaten met de bosnegers kon hebben getekend of onder diens gezag of machtiging kon zijn aangegaan, omdat de koning of het koninkrijk der Nederlanden in de periode van de traktaten in Suriname gewoonweg niet bestonden. Ik ben dan verplicht de denkfout mijnerzijds te corrigeren. Ik schreef namelijk als reactie op de redenering van de heer Donner voor wat betreft de status van Suriname tussen 1760-1764 het volgende: “Omdat Suriname geen onafhankelijk land was, zijn de traktaten dus onder gezag en met machtiging van de koning tot stand zijn gekomen”. Dit is zoals eerder betoogd incorrect. Deze foutieve vaststelling is gemaakt zonder goed in herinnering te nemen de kennis die wij hebben opgedaan bij het vak vaderlandse geschiedenis.In elk geval blijft mijns inziens, ondanks de correctie als hierboven gepleegd, de opgeworpen stelling van de heer W. Donner met betrekking tot de vredestraktaten recht overeind. Het is van belang in de nadere bestudering van dit vraagstuk mee te nemen het feit dat de traktaten herzien zijn na herstel van het koninkrijk der Nederlanden. Ik neem gevoeglijk aan dat de ondertekening van de herziene traktaten wel in naam van het herstelde koninklijke gezag moet zijn geschied.
Dus zijn de traktaten zoals herzien in respectievelijk 1835 en 1837 wel of niet rechtsgeldig?

[uit Starnieuws, 25 september 2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter