blog | werkgroep caraïbische letteren

Quito Nicolaas: ‘Ons verhaal moet verteld en gelezen worden’

door Wim Rutgers

 

“Als je een roman leest moet dit deuren openen naar een nieuwe wereld. Een wereld waarin je kennis neemt van een andere cultuur, geschiedenis en de verhoudingen tussen mensen.”

Wie het Wikipedia-lemma van Quito Nicolaas (Aruba) opzoekt vindt er naast de gebruikelijke korte beschrijving van leven en werk de opsomming van elf afzonderlijk verschenen publicaties met voornamelijk poëzie en proza, ook lijsten van bloemlezingen, korte verhalen en los verschenen gedichten die in diverse lokale en internationale bladen verschenen zijn. De lange lijst wordt besloten met de vermelding van kritisch werk in de vorm van bijdragen voor lokale kranten en een aantal essays van langer adem. Om die publicaties van de hand van de creatieve auteur als criticus gaat het mij hier.

Nicolaas - Met open ogen

 

Deze – voorlopig – laatste publicatie Met open ogen (2016) bevat uit de in diverse media gepubliceerde essays een keuze van ruim veertig korte bijdragen, door de uitgever ook wel als columns gekarakteriseerd, waarvan ongeveer de helft over literaire onderwerpen gaat. De bundel is een verzameling van tussen 2007 en 2012 geschreven bijdragen voor het inmiddels opgeheven e-zine Caribe Magazine onder eindredactie van Yvette Kramer.
De bundel bevat een keuze uit een diversiteit van onderwerpen zoals een columnist betaamt, zoals actuele zaken rond folklore, exposities, theater, muziekfestivals en literatuur. Omdat Quito Nicolaas ook en vooral creatief literator is beperk ik me tot deze letterkundige bijdragen.

In mijn begin 2016 digitaal in ‘Caraïbisch Uitzicht’ verschenen ‘Balans, Arubaans Letterkundig Leven; De periode van Autonomie en Status Aparte; 1954 – 2015’ ben ik in de laatste paragraaf van dat boek uitvoerig ingegaan op de poëtica – de literatuuropvatting – van Quito Nicolaas en het is opvallend hoe ook in deze onlangs verschenen columns diezelfde poëtica steeds weer aandacht krijgt, zoals “kunst is er en bestaat om de andere kant van de werkelijkheid te laten zien” (57) in een proces om “door middel van een stukje geschiedenis en een onsje mensenkennis door een andere bril naar de samenleving te kijken.” (62).
Maar tegelijkertijd zien we dat Quito Nicolaas in Met open ogen in feite op zoek is naar de positie van het literaire bedrijf in het land Aruba, naar de plaats van de letterkunde in het culturele en dagelijkse leven: schrijvers en lezers, maar ook boekhandel en bibliotheek en niet te vergeten de taal- en cultuurpolitiek van de overheid. Met aandacht voor historische elementen vraagt hij vervolgens aandacht voor de actuele situatie – een column is immers vooral op actuele gegevenheden geschreven.

Bonding, bridging, belonging
De positie van de migrantauteur die zijn vaderland heeft ingeruild voor een nieuw moederland beweegt zich onvermijdelijk tussen de bekende begrippen bonding, bridging en belonging. De columnist Quito Nicolaas positioneert zich in Met open ogen als een bruggenbouwer tussen auteurs die zich vooral in eigen kring van herkomst blijven bewegen en die auteurs die elk contact met hun land van herkomst verloren hebben en geïntegreerd zijn én zich daarbij ook in hun nieuwe vaderland geaccepteerd weten. Er loopt in dit proces van aansluiting zoeken maar ook buitengesloten worden een rode draad in de stukken over literatuur in de positie van de migrantauteur die zich in het Nederlandse letterkundige leven naar een perifere positie verbannen ziet, ook als die auteur zich richt op een Nederlands publiek. Uit de onderwerpkeuze in deze bundel spreekt een sterke verbondenheid met het eiland van geboorte, dat hij evenwel beschrijft voor een Nederlands publiek dat van Arubaanse toestanden weinig op de hoogte is: ook hier dus een bruggenbouwer, zoals in het gebruik van de Nederlandse taal.

curacao-emmabrug-joop-bijkerk1

Emmabrug, Curaçao. Foto Joop Bijkerk

De positie van meertalige auteurs is specifiek ten aanzien van persoonlijk gevoelde identiteit en ervaren erkenning van buitenaf: “Als schrijver heb je meerdere identiteiten die je kunt aannemen en dat voorrecht heb je als stadgenoot, landgenoot en migrant.” (111) De bruggenbouwer bepleit een eigen plaats voor Arubaanse literatuur binnen de diversiteit van de Nederlandse: “Wellicht moet de Nederlandse literatuur opnieuw gedefinieerd worden als een literatuur ter weerspiegeling van een samenleving, die zich onderscheidt naar regio, religie, etniciteit en culturele identiteit, een literatuur waarin onder andere de Friese, Amsterdamse, Utrechtse, Arabische en ook de Antilliaanse en Surinaamse literatuur beter gewaardeerd worden.” (86)

Behartigenswaardig
Quito Nicolaas maakt in zijn bundel een aantal behartigenswaardige opmerkingen waarbij hij consequent de literatuur in een ruimere sociaal-culturele context plaatst. Daarbij is hij een kritisch observator naar twee kanten, zowel naar de overheid als naar de auteurs zélf: “Na 1986 heeft nog nooit een regering belangstelling getoond daadwerkelijk een beleid te voeren dat op termijn zijn vruchten afwerpt. Aan de ene kant willen we als beste van de klas uitblinken, maar laten we de Arubaanse literatuur doodbloeden.” (157)
Maar ook de andere kant: “De auteurs hebben dit zelf in de hand als het om schrijven gaat. Iedereen stort zich op de kinderliteratuur, met als gevolg dat er amper jeugdliteratuur en volwassen literatuur ontstaat. Of dat iedereen zich beweegt op de markt van poëzie in plaats van zich in de wereld van proza te verdiepen.” (158) Nicolaas constateert ook een gebrekkige leescultuur op het eiland en een nagenoeg afwezig recensiewezen in de media: “Een recensie is een onderdeel van het proces: schrijven – boekpresentatie – recensie – boekhandel.” (147)

 

Literatuur en onderwijs
De auteur pleit voor een belangrijke rol van literatuur in het onderwijs, waarbij hij uitgaat van een proces van recentrage – begin bij jezelf op je eigen eiland en kijk vervolgens naar de wereld in een opeenvolging en samengaan van concentrische cirkels van lokaal naar regionaal naar mondiaal: “Kennis van de Zuid-Amerikaanse en Caribische literatuur naast de wereld- en de Arubaanse literatuur leidt tot beter begrip en inzicht in de regionale en mondiale ontwikkelingen” (153) is zijn adagium. Op regionaal niveau zouden ‘onze (lokale) schrijvers zich meer moeten afficheren als Caribische schrijvers en minder als Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse schrijvers.” (17-18) Omarm ook de mondiale literatuur en eigen je die toe voor je lokale doeleinden, zoals Jossy Tromp en Joe Fortin in hun verhalen dat bijvoorbeeld doen, of de jonge rappers die met woord en muziek lokale kritiek ‘met thema’s als armoede, achterstelling, criminaliteit en uitsluiting’ presenteren in de vorm van de wereldwijd populaire rap of performance poetry. (166)

Met open ogen
Quito Nicolaas heeft in zijn columns aandacht voor zowel Nederlandstalige als Papiamentstalige literatuur van Aruba, maar ook die van schrijvers uit andere landen. Zo wijdt hij literaire jaarkronieken aan de literatuur van Aruba, een bijdrage aan Tip Marugg die de AKO-prijs in 1988 misliep maar ook necrologieën aan Erich Zielinski en Elis Juliana van Curaçao, Federico Oduber van Aruba en Clark Accord uit Suriname, en een artikel over Nobelprijswinnaar Derek Walcott van St. Lucia. Hij schrijft over de rol van de BBC ten aanzien van de Engels-Caribische literatuur, over literaire activiteiten in Sint-Maarten, Simia literario en de Caribische Letterendag in Nederland.
De titel van de bundel ‘Met open ogen’ is programmatisch: “In de Papiamentstalige literatuur moet het mogelijk zijn dat verschijnselen in de metropool die ook op een eiland voorkomen, tot de thematiek gaan behoren. Ik denk aan thema’s over: een lesbische relatie, een ontspoorde advocaat, eerwraak en jeugdprostitutie. Zonder dat zo’n roman qua thematiek gediskwalificeerd wordt als niet behorende tot de eigen literatuur.” (85)

 

quito-nicolaas

Quito Nicolaas

Kritische beschouwingen over sociaal-culturele en literaire aspecten van Arubaans lokale aard, geschreven door auteurs van het eiland zélf, zijn schaars en dus welkom. Er wordt vaak geklaagd over een gebrek aan leescultuur op het eiland, ook en betreurenswaardig onder de auteurs zélf die zich slecht op de hoogte stellen van wat lokaal en elders gebeurt. Deze bundel Met open ogen biedt hun de mogelijkheid hun polemische pen te scherpen.

Quito Nicolaas: Met open ogen; columns over cultuur, literatuur en politiek.
Eindredactie Yvette Kramer
Totemboek 2016
167 pagina’s
ISBN 978 94 91683 25 1
www.totemboek.nl

Artikelen van langer adem van Quito Nicolaas zijn opgenomen in enkele bijdragen rond de publicaties van de ECICC-conferenties (2009; 2013 & 2014) die door de FPI en de (toen nog) UNA uitgegeven werden. Hierin geeft de auteur korte overzichten van auteurs en werken uit de Arubaanse literatuurgeschiedenis.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter