Pure vrijheid verpakt in wegwerpmateriaal
door Mineke de Vries
Hij was de laatste weken van januari het middelpunt van belangstelling in Nederland, Curaçaos cultureel icoon Yubi Kirindongo. Zijn museumhuis aan de weg naar Hato, gemaakt van wegwerpmaterialen en met een palapa van limonadekratjes, zal weinigen op Curaçao onbekend zijn. De komende maanden is zijn unieke beeldhouwwerk te zien in museum Beelden aan Zee aan de Scheveningse kust.
Filmploegen en journalisten lopen om hem heen, terwijl de laatste hand wordt gelegd aan de inrichting van zijn overzichtstentoonstelling Rebel in Art and Soul in het vooraanstaand museum op het gebied van moderne beeldhouwkunst. Zijn werk vanaf de jaren zeventig tot heden is hier te zien. Het kost hem moeite iedereen te woord te staan, zeker in het Nederlands en bijna verloren loopt hij met zijn hoed op door de grote zaal van het museum die aan zijn kunst is gewijd. Containers die de oversteek hebben gemaakt staan achter het museum, sjofels rijden rond met beelden, overal staan steigers, er liggen elektriciteitsdraden en er wordt gezaagd en getimmerd. In alle hectiek zitten we even rustig aan een tafeltje in het restaurant. Hij verzucht lachend: “Vandaag is het bijna een straf om zo bekend te zijn.” Hij houdt niet van de aandacht, maar weet dat het nodig is voor de publiciteit. Toch kijkt hij erg uit naar de opening waarvoor hij veel mensen heeft uitgenodigd en waar ook de monografie die over zijn werk is geschreven wordt gedoopt.
Yubisme
Een zware vaderloze jeugd in het arme Wishi, geen andere scholing dan slechts de lagere school zijn uiteindelijk de ingrediënten die het beste in hem hebben wakker gemaakt, denkt hijzelf. “In elk geval ben ik niet het product van een of andere meester. Ik kan origineel en vrij zijn zonder de beperking van regels.” Pas toen hij later de Pedagogische Academie ging doen, besefte hij hoe minimaal zijn theoretische achtergrond was. “Maar ik ben blij dat ik geen kunstacademie heb doorlopen, waar ik gedrild en ‘afgericht’ ben. Omdat ik buiten de regels denk, loop ik niet het risico vast te lopen. Nu ben ik tenminste somebody.” Het feit dat hij autodidact is maakt hem tot rebel, zegt hij: “Geen rebel in de zin van een politieke herrieschopper, maar in mijn eigen manier van zijn. Mijn stijl heb ik het Yubisme genoemd. Iedereen moet een ‘isme’ hebben, kubisme, fauvisme, zelfs chauvinisme. Mijn Yubisme is gebaseerd op de afgedankte spullen van de wegwerpmaatschappij. De restjes van de consumptiemaatschappij, die zijn voor mij.” In Yubi’s stijl, de recycle-kunst gaat het om het componeren van bestaande voorwerpen tot een kunstwerk. Losse objecten blijven meestal in hun originele staat, blijven herkenbaar, maar worden tot iets anders: “Een vork is zo opeens een kam geworden.”
Aanvulling op kunstgebied
“Mijn leerschool was de straat. Ik ging alleen naar school voor tekenles en hielp andere kinderen met teken- en handvaardigheidopdrachten.” Hij woonde met drie zussen (van twee verschillende vaders) bij moeder. Als kind al kon hij niet stilzitten en zag overal wat in. “Als we spaghetti aten, zag ik daar figuurtjes in en ik maakte van de aardappelschillen allerlei beestjes.” Op zijn negentiende vertrok hij als verstekeling op een vrachtschip naar Europa, werkte als ziekenverpleger en bokser, maar kwam terecht aan de zelfkant van de Nederlandse samenleving van de zestiger jaren, met als dieptepunt negen maanden gevangenis. Daarna blijkt zijn werkelijke interesse, de kunst. Hij begint met schilderen, maar midden jaren zeventig – terug op Curaçao – ontdekt hij dat hij meer beeldhouwer is. Wel stond hij nog een jaar of tien voor de klas als docent handvaardigheid op scholen voor ZMLK en in het voortgezet onderwijs. “Van dat geld heb ik mijn huis gebouwd, dat eigenlijk een museum, een beeldentuin is geworden.” Met die beeldhouwwerken – die overigens een uitvloeisel waren van de halfruimtelijke hangobjecten waarmee hij begon – vult hij een leegte in de kunstwereld op het eiland: “Zoveel mensen schilderen, maar niemand maakt beeldhouwwerken. Ik ben trots dat ik als Yu di Korsou een aanvulling ben op datgene wat we te kort komen op kunstgebied.” Hij deed mee aan veel internationale evenementen en ontving op Curaçao de Cola Debrot-prijs.
Toverkist
Vanuit zijn zorgen om de natuur, de aantasting van de ozonlaag, het motto keep your island clean besloot hij iets moois te gaan maken van het afval. “In alle troep ging ik een mogelijkheid zien, oftewel andermans trash is my cash.” In het verlengde daarvan wilde hij met zijn kunstuitingen sociale problematiek en misstanden op het eiland aan de kaak stellen: de emancipatie van de zwarte bevolking, het aanklagen van de slavernij, wat uiteindelijk steeds weer resulteert in het thema de vrijheid van de mens. Dit is overigens ook vertegenwoordigd in de vele (figuratieve) dierenfiguren die hij maakt, een dier staat voor vrijheid. “Daarbij ben ik gehecht aan het visuele, niet de conceptuele kunst, het moeten concrete, realistische beelden zijn, die toegankelijk zijn. Ik blijf tenslotte Zuid-Amerikaan, die houden van concrete dingen. Ik wil bovendien altijd verrassen, wil materiaal gebruiken dat nog nooit iemand anders heeft gebruikt. Soms ben ik bang dat de inspiratie opeens ophoudt, het moment dat de toverkist leeg is, dat ik in herhaling ga vallen. Ik kan in paniek raken als het te lang weg blijft, op welke knop moet ik dan drukken.” Tot nu toe echter kwam de inspiratie gelukkig altijd terug.
Tijd voor mystiek
“De rode lijn in mijn kunst en in mijn leven is hoe je klappen opvangt voor jezelf en voor anderen. Daarvoor staan mijn eerste werken symbool, het gebruik van glimmende chromen bumpers, de beschermers die harde stoten opvangen.” Inmiddels is er meer rust in zijn leven, hij is tevreden met wat hij heeft bereikt. “Ik ben gelukkig met mijn museumhuis, vind het leuk dat mensen komen kijken. Maar ik heb alles gehad, alles gedaan en het wordt steeds moeilijker iets te doen wat nog niet gedaan is.” De man die zo aards is in zijn beelden, is op een punt in zijn leven gekomen waarop hij zich wil gaan bezighouden met het geestelijke. “Voor mij ligt de oorspong van alle geloven in het oude Afrikaanse geloof, het geloof van mijn afstamming. Ik heb wat met de ceremonies, het feit dat elke dag zijn eigen heilige, zijn eigen kleur heeft. In de wildernis van Afrika heb je geen tv, dan ben je vanzelf meer bezig met spirituele dingen. Sommige mensen zijn er bang voor, voor mij is het mystiek, een roeping om je in de tijd hier op aarde bewust te worden van en te verbinden met datgene wat de zich afspeelt in de kosmos; ik ga me erin verdiepen en wil het uitdragen om bewustwording in gang zetten. Ik wil graven naar de antwoorden op die dingen die onvoorstelbaar zijn.” De kralen in zijn oorlellen symboliseren de herkomst én de verbinding uit die Afrikaanse oertijd. “En daarmee onderscheid ik me meteen van alle andere Yubi’s.”
Museaal niveau
Het museum Beelden aan Zee is uitermate trots de werken van Kirindongo te mogen tentoonstellen. Directeur Jan Teeuwisse: “Kirindongo is een authentiek persoon die authentieke kunst maakt. Werken en leven loopt bij hem door elkaar, dat maakt hem erg speciaal. Zo plastisch als hij over dingen vertelt, zo plastisch zijn ook zijn werken. Zijn veelbewogen leven heeft hem aangezet tot deze bron van kunst, hij heeft altijd die urge gevoeld om dingen te maken.” Het is toonaangevend dat een museum – dat ten opzichte van een galerie nog scherper moet kiezen of een kunstenaar museumwaardig is en of hij zich onderscheidt in artisticiteit – zijn werk tentoonstelt. “Het is uniek als iemand zonder artistieke omgeving, zonder opleiding een museaal niveau bereikt. Hij heeft hiermee een eigen bijdrage aan de kunstgeschiedenis geleverd” Met deze woorden van Teeuwisse krijgt Kirindongo wellicht het grootste compliment dat een kunstenaar kan toekomen.
Plastisch vermogen
Beelden aan Zee, dat dit jaar twintig jaar bestaat, is een particulier museum dat met haar binnen- en buitenruimtes speciaal is ontworpen voor driedimensionale kunst. Het kan drie tentoonstellingen herbergen en wisselt deze drie keer per jaar. Teeuwisse vertelt over de geschiedenis ervan: “Nederland stond bekend om haar schilderkunst, maar er was weinig aandacht voor beeldhouwkunst, die Nederland overigens wel degelijk bezat. Vanuit die gedachte begon de gepromoveerd econoom Scholten in de jaren zestig met zijn vrouw vanuit liefhebberij beelden te verzamelen. De kennis van de kunst maakten ze zich eigen. Ze hadden een persoonlijke band met de kunstenaars en bezochten hen in hun atelier. Hun droom was hun uiteindelijke collectie te delen met een breed publiek om kennis te maken met het niveau van schoonheid, zoals zij ook zelf hadden gedaan.” Samen met architect Wim Quist ontwierpen zij in 1994 het huidige museum dat pal aan zee staat en waarvan het dak is bedekt met duingras. Teeuwisse is als kunsthistoricus sinds het begin adviseur van het museum, dat een vaste collectie heeft van duizend beelden. In 2000 gaf het echtpaar Scholten hem de leiding over Beelden aan Zee. “We zijn een publieksvriendelijk museum, wat betekent dat je geregeld moet wisselen van expositie.” Met je producten trek je je publiek, wat soms best lastig is, als het sneeuwt komt er niemand naar zee. “De uitdaging is die elementen uit het werk van een kunstenaar te halen die zich goed laten vertalen. De artisticiteit en de plastische vermogens van Yubi’s werk lenen zich daar uitstekend voor.”
Diepgang
“Wat mij het meest fascineert is het feit dat hij bestaande materialen vervreemdt uit hun context om er vervolgens nieuwe schoonheid aan toe te kennen. Het is geen knappe, decoratieve handvaardigheid, maar hij realiseert een geheel nieuwe wereld door gebruikte voorwerpen te hergebruiken Het is tegelijkertijd esthetisch en ruig, een prachtige combinatie. Zijn werken zijn intrigerend en overtuigend. En als dingen je gaan fascineren, bereik je diepgang in je kunst.” Teeuwisse, zelf zoon van een beeldhouwer, was hoofdconservator voor het wetenschappelijk archief van de overheid en schreef inmiddels als professor doctor in de kunstgeschiedenis veel over hedendaagse kunstenaars. Hij verwacht hoge bezoekersaantallen en denkt dat mensen lang in de zaal blijven hangen, omdat je geboeid raakt, zelf associaties gaat bedenken. “De grootste bijdrage voor mij persoonlijk zijn de chromen reliëfs, de bumper-art. Deze hebben een enorm groot onderscheidend vermogen.” Als we tegen zonsondergang het strand oplopen om foto’s te maken, ontspant Yubi Kirindongo zichtbaar, ondanks de vrieskou. Met één van zijn beelden onder de arm voor de foto op het strand, komt opeens de kwajongen in hem naar boven en hij grapt uitgelaten naar omstanders: Pas op, deze zwarte heeft een beeld gejat, en zijn lach schalt uitbundig over de boulevard. Op alle manieren blijft hij de rebel, die hem heeft gevormd maar die hem ook heeft grootgemaakt.
Rebel in Art & Soul: 31.01.2014-01.06.2014 Museum Beelden aan Zee Scheveningen.