blog | werkgroep caraïbische letteren

Promovenda Cynthia Abrahams: ‘Dobru is de dichter des vaderlands’

door Stuart Rahan

“Met zijn gedicht Wan bon heeft Robin “Dobru” Raveles voor mij zijn stempel gedrukt als dichter des vaderlands. Het feit dat hij Suriname deelgenoot heeft gemaakt van de Caraïbische kunst-, literatuur- en cultuurgemeenschap zie ik als zijn grootste nalatenschap. Dobru is één van de grondleggers van Carifesta.”

Dit zijn enkele conclusies van promovenda Cynthia Abrahams, die vorige week promoveerde aan de UvA, de Universiteit van Amsterdam, met haar proefschrift Wan bon, wan Sranan, wan pipel, Robin “Dobru” Raveles, Surinamer, dichter, politicus (1935 – 1983). Maar bovenal was Dobru nationalist tot zijn dood en heeft hij zich altijd ingezet voor de bestrijding van armoede in zijn vaderland. “Het nationalisme heeft geen hoger doel dan gezamenlijke verbondenheid met en de liefde voor hetzelfde stuk grond en het besef gezamenlijk het eigendom van deze natie te hebben en gezamenlijk tot deze natie te behoren.” Een citaat van Dobru, die door promovenda Abrahams gezien wordt als een product van zijn tijd, het dekolonisatieproces.

Carifesta
De belangstelling voor de persoon van Robin Raveles ontstond eind jaren negentig van de vorige eeuw toen Abrahams Engels doceerde aan de Hogeschool Holland in Nederland. In een Caraïbische bloemlezing bleek Dobru namelijk de enige Surinaamse dichter en schrijver te zijn die er in vermeld stond. Van weduwe Wonny Raveles – Resida kreeg Abrahams pas in december 2002 toestemming om in de persoonlijke archieven van Dobru te mogen duiken. Er was een aantal biografen haar voor geweest maar die hebben nooit toestemming gekregen. Volgens weduwe Raveles was het de wens van Dobru om door een Surinamer geportretteerd te worden. De meest interessante ontdekking over het leven van Dobru door Abrahams is dat Suriname bij het Caraïbisch gebied werd betrokken.

In februari 1970 was Robin Raveles aanwezig bij de proclamatie van de socialistische Coöperatieve Republiek van Guyana door de People’s Progressive Party van Cheddi Jagan toen hij hoorde dat er een writers conference werd gehouden. In een punt van orde vroeg hij waarom Suriname en andere Caraïbische, niet-Engelssprekende landen niet waren uitgenodigd. Het bleek dat men er toen nooit anders over had nagedacht. Dobru vond dat Suriname en andere Caraïbische landen ook tot die gemeenschap behoorden en als zodanig betrokken moesten worden. In 1971, werd het idee uitgevoerd onder de naam Recommendation for the planning of Caribbean arts festival. Het jaar daarop werd het eerste Carifesta, zoals wij die nu kennen, gehouden.

Terminaal ziek terug
Dat Dobru doordrenkt was van het Surinaams nationalisme blijkt ook uit zijn vertrek in 1983 uit Cuba. Hij was er voor medische behandeling van een terminale ziekte. De politieke relaties met het communistische eiland waren begin dat jaar verbroken en de toenmalige Surinaamse regeringsleiding onder legerleider Desi Bouterse had besloten dat alle Surinaamse militairen en studenten, die toen daar aanwezig waren, terug moesten. Er werd een vliegtuig gecharterd om de hele groep op te halen. Zijn Cubaanse artsen vonden dat Robin Raveles niet terug moest. Maar Dobru vond dat zijn land hem terugriep en dus ook terugging met het oog op de gewijzigde relatie. In een toespraak tot de aanwezige Surinaamse studenten stelde Dobru zich als voorbeeld. “Als je land je terugroept, ga je terug. Neem mij als voorbeeld, ik ben doodziek maar ik neem toch de beslissing om terug te gaan.” (Eén van de studenten, die weigerde terug te gaan, is Gilmore Hoefdraad, de huidige governor van de Centrale Bank van Suriname…red dWT). Op 17 november 1983 stierf Robin Raveles.

Dobru was heel consequent in zijn keuze. Hij heeft de militaire revolutie altijd gesteund, ook na de decembermoorden. In een gedicht zegt Dobru: “Onze revolutie heeft een ziekte, er is al drie jaar een virus dat alles vernietigde vanwege ondermeer de machtstrijd en het individualisme. Het proces is onomkeerbaar.” In haar onderzoek zegt Cynthia Abrahams niks op schrift gevonden te hebben over goed- of afkeuring van de decembermoorden of personen in zijn directe omgeving die wisten hoe hij over de situatie dacht. “Hij is wel loyaal gebleven en daaruit zou je zijn goedkeuring kunnen concluderen en dat hij zijn invloed ten goede zou kunnen aanwenden”, concludeert promovenda Cynthia Abrahams, die met haar proefschrift de titel van Doctor in de Letteren verkreeg. Zij is ook de eerste Surinaamse die promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op een Surinaams onderwerp.

[Uit de Ware Tijd, 29/11/2010]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter