blog | werkgroep caraïbische letteren

Promotie Benoît Verstraete-Hansen over zendingsliteratuur

De storm Eunice dreigde even roet in het eten te gooien: de voor 16.00, vrijdag 18 februari, geplande promotieplechtigheid voor Benoît Verstraete-Hansen werd om 13.00 gecanceld: alle UvA-gebouwen gingen onmiddellijk dicht. Maar met een snelle actie kon er toch een online verdediging van zijn proefschrift over P.M. Legêne, Leven in dienst van de Heiland, plaats vinden. Hoogleraren verschansten zich achter hun laptops op zolders en in hotelkamers. En na afloop was er wèl een echt diner. Wie de Agnietenkapel gesloten vond, kan hieronder alsnog kijken hoe het toeging. Daaronder de laudatio’s van zijn promotores Prof. Michiel van Kempen en prof. Bert Paasman.

Hier een link naar de opname van de promotieplechtigheid

Laudatio, deel 1, voor Benoît Verstraete-Hansen, UvA, Amsterdam, 18 februari 2022, door Michiel van Kempen

Zeergeleerde doctor Verstraete-Hansen, cher Benoît,

De storm is voorbij! Het is voor mij een gelukkige dag nu ik je als eerste kan feliciteren met het behalen van de doctorsgraad na een lange, lange weg. Die weg begon in feite met jouw eerste stappen – erg onzeker nog – op het terrein van de Caraïbische letteren, toen je nog werkte in Lille – of ik kan tegen jou als Deense Vlaming misschien beter zeggen: Rijsel. Het was daar dat ik je ontmoette op een congres dat jij grotendeels had georganiseerd, en dat ik mij herinner vanwege de buitengewone gastvrijheid en de heerlijkheden waarop de deelnemers getrakteerd werden, maar ook vanwege het feit dat ik daar de koffer van Astrid Roemer droeg (ik ben sindsdien eigenlijk in zekere zin altíjd de kofferdrager van Roemer gebleven). Jouw fascinatie voor het Caraïbisch gebied zou altijd blijven bestaan, maar er was eerst een Deense vrouw, een echte lille havfrue, voor nodig om je naar Kopenhagen te lokken. Je kende ongetwijfeld het gedicht ‘Kopenhagen’ van de grote dichter Trefossa en je moet gedacht hebben dat Denemarken een uitstekende plek was voor je toekomst. En die heb je daar ook gevonden, en ook zelf gecreëerd, samen met Lisbeth en jullie twee zonen Gustav en Albert, het drietal dat je altijd aanduidt als ‘ma petite Trinité’. Maar wat Denemarken je óók bracht was een nieuw spoor: dat van de Deense zendeling-schrijver Peter Martin Legêne. Hij trok voor het ontwikkelen van zijn kennis over Indiase talen naar Brits-Indië, werkte vervolgens als zendeling onder de Hindostanen in het Surinaamse district Commewijne en werd later voorzitter-secretaris van het Zeister Zendingsgenootschap. Ons eerste mailcontact over hem dateert van dinsdag 9 mei 2006.

De nieuwe doctor, Benoît Verstraete-Hansen

Jij was de ideale kandidaat om zijn leven te reconstrueren, want binnen de Caraïbistiek is er nauwelijks iemand die Deens kent en die dus ook de vroegste sporen van Legêne goed kan naspeuren: zijn jongelingsjaren in Denemarken en zijn eerste contacten met de Luthersk Mission. Je hebt dat graafwerk in de archieven met voorbeeldige accuratesse uitgevoerd. Maar je proefschrift is heel wat méér geworden dan een biografie van Legêne. Want je bent een literatuurwetenschapper en dat betekent dat je dan ook vooral naar de betekenis kijkt van de vele boeken die Legêne heeft geschreven. Tot onze grote verbazing bleek er nooit enige aandacht te zijn geschonken aan het genre van de zendingsliteratuur, wel vanuit missionair-theologische hoek, maar nooit vanuit een letterkundig gezichtspunt – en dan niet enkel als het gaat om de Nederlandse koloniën, maar ook wereldwijd niet. Jij hebt een model ontwikkeld voor de analyse van literaire missie- en zendingsteksten, waarbij je laat zien uit welke narratieve elementen die teksten zijn opgebouwd en hoe die functioneren om de evangelische boodschap op gang te brengen. Bovendien heb je laten zien door een onderzoek naar de receptie van Legênes boeken in welke circuits zendingsliteratuur van belang werd geacht. En je hebt ook nog geanalyseerd hoe boeken van een zendeling functioneerden als postkoloniaal instrumentarium, als middel van wat genoemd wordt de imperiale macht.

Promotores Van Kempen en Paasman

Ik zal niet zeggen dat je nu ook een Legêne-revival op gang hebt gebracht, want een deel van zijn teksten is voor de lezer van nu niet meer te pruimen, ook al moet ik er direct aan toevoegen hoe lezenswaardig een boek als Suriname, land mijner dromen is gebleven. Maar zendingsliteratuur is enorm belangrijk geweest in koloniale en laat-koloniale tijden – en is dat nog steeds tot op de dag van vandaag, zendingsliteratuur wordt nog altijd geschreven en gedrukt. Jouw boek verdient niet enkel een Nederlandstalige handelseditie, maar de kern ervan moet ook in enkele goede Engelstalige artikelen terechtkomen, zodat datgene wat je  hebt geanalyseerd ook een internationaal bereik kan krijgen.

Het schrijven van je proefschrift, daar begon ik mee, is een lange weg geweest. Voor jou was die weg er ook absoluut een van persoonlijkheidsontwikkeling en ik denk dat ik gerust mag zeggen dat het tot op zekere hoogte een spirituele weg is geweest. Er deden zich serieuze crisissen voor, maar – en ik zeg dat ook voor diegenen in de zaal en thuis die nog werken aan een proefschrift – een crisis is ook en vooral een andere naam voor een periode van bezinning en heroriëntatie. Je hebt met de route die je hebt afgelegd laten zien hoe crisissen tot iets beters kunnen leiden. Je toont met dit proefschrift dat je als academicus èn als mens het beste uit jezelf hebt gehaald. Daarmee feliciteer ik niet alleen jou en je petite Trinité, maar ook je paranimfen Susan Legêne, kleinkind van P.M. Legêne, en neef Jean Verstraete, maar ook verdere familie en vrienden, en eigenlijk kan ik ons allemaal daarmee feliciteren.

Tillykke!

Dan geef ik nu graag het woord aan copromotor Bert Paasman

Promovendus met promotoren, promotiecommissie en paranimfen. V.l.n.r. dr Gábor Pusztai (Universiteit van Debrecen, Hongarije), paranimf Jean Verstraete, prof. dr Wim Rutgers (University of Curaçao), paranimf prof. dr Susan Legêne (VU), promotor prof. dr Michiel van Kempen, prof. dr Rosemarijn Hoefte (UvA), de promovendus, promotor prof. dr Bert Paasman, prof. dr Henk van der Liet (UvA) en prof. dr Elisabeth Leijnse (Université de Namur). Op de foto ontbreken prof. Humphrey Lamur en prof. Remco Raben.

Laudatio, deel 2, door Bert Paasman  

Ik zou zo graag beginnen met Beste Benoît, het is voorbij, maar het decorum vereist dat ik Zeer geleerde heer Verstraete-Hansen, zeg, en het Hora est heeft geklonken.  En natuurlijk wens ik u en uw petite trinité van harte geluk met het behalen van dit doctoraat! (Die ‘trinité’ zag ik overigens tijden onze videogesprekken wel eens als uw ‘technisch assistent’ op het scherm.) Nu mag ik wel wat informeler verder, beste doctor, in de geest van je zendeling in dienst van de Heiland zou ik bijna zeggen ‘het is volbracht’ – maar ik doe het niet, jouw promotieproces was zeker pittig, maar geen lijdensweg!

De verdediging, online

Bijna 30 jaar geleden hebben wij elkaar leren kennen op een congres in Rijsel/Lille, met als thema ‘Emancipatie in de Nederlandstalige Caraïbische literatuur’, organisé sous la direction de G. van de Louw par B. Verstraete. Door jou dus georganiseerd! Collega Van Kempen noemde het al, het was een bijzonder congres, en niet alleen vanwege de mooie wijnen die er geschonken werden. Er was een tentoonstelling bij in Roubaix, met o.a. prachtige Surinamica van Kenneth Bouwman. Op de sprekerslijst stonden vooraanstaande beoefenaren, zoals Gert Oostindie, Hein Eersel, Joice Pereira, Wim Rutgers, Jaap Oversteegen, Kenneth Bouwman, Jos de Roo, Michiel van Kempen en de schrijfster Astrid Roemer. Jos de Roo deed tussen de lezingen door verslag en gaf interviews voor de Wereldomroep, afd. Caraïbisch gebied, en zo waren ook Suriname en de vroegere Antillen getuige van dit congres. Je had mij gevraagd iets te vertellen over de rol van de Nederlandse literatuur in het debat over abolitie en emancipatie. En jij hield een voordracht over de roman Atman van Leo Ferrier (en, realiseer ik me nu, Alkmaar aan de Commewijne speelt in die roman ook nog een rol en in datzelfde Alkmaar stichtte Legêne zijn kindertehuis – maar dit terzijde). Onder de deelnemers behoorden verder bekende vakgenoten zoals Elisabeth Leijnse en Christine Levecq.  Na afloop hebben jij en anderen de lezingen in het Frans vertaald, zodat ze in een tweetalige bundel gepubliceerd konden worden. Jíj hebt het congres en de publicatie gedragen. Ik geef je graag, na bijna dertig jaar, nog mijn complimenten daarvoor!

De promovendus geflankeerd door de paranimfen, op beeldscherm

Waarom blijf ik hier zo lang over doorgaan? Geheel onverwacht lijkt jouw promotie wel een Rijselreünie: in je cortège zitten maar liefst vier congressisten van toen en online zijn er zeker nog meer. En het verhaal is nog niet af, jij besloot bij congressist Jaap Oversteegen te promoveren en ik zou meelezer worden. Samen zijn we toen bij Jaap en Suze Oversteegen in het Veluwse Vierhouten op werkbezoek geweest. Jaap is al jaren geleden overleden, maar de meelezer van toen is nu je co-promotor – zij het op een heel ander onderwerp. Op de terugweg van Rijsel naar Amsterdam, een urenlange treinreis, hebben collega Gert Oostindie en ik Michiel van Kempen zwaar onder druk gezet om te gaan promoveren, en dat heeft hij na wat wikken en wegen gedaan en daardoor kon hij hoogleraar worden en jouw promotor. Kort samengevat, Benoît:  In den beginne was Rijsel. Er is in het kielzog van Rijsel nog veel meer intrigerends gebeurd, maar ik moet het kort houden.

Geniet van deze prachtige prestatie in goede gezondheid!

                                                                                       

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter