blog | werkgroep caraïbische letteren

Proefschrift Girjasing: Aanbevelingen voor een democratie

Dr. Bharti Girjasing (34) promoveerde medio november aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op de democratische rechtsstaat Suriname. In haar proefschrift zet ze 45 jaar Surinaamse geschiedenis uiteen en laat ze zien waar (nog) de pijnpunten liggen. Het bevat ‘klip en klare’ aanbevelingen om de democratie te verbeteren. ‘Het is aan Suriname om daar iets mee te doen.’

Dr Bharti Girjasing. Foto Sunny Jagesar

door Iwan Brave

Netto genomen deed Bharti Girjasing vier tot vijf jaar over haar proefschrift De Democratische Rechtsstaat Suriname – De ontwikkeling in de periode 1975-2020, maar de ‘doorlooptijd’ was elf jaar. Dat kwam omdat ze ‘buitenpromovendus’ was, dus onderzoek deed naast haar werk en nevenactiviteiten. Ze is hoofd van de afdeling Staatsschuld en schatkistbeheer op het Nederlandse ministerie van Financiën. Er waren ook jaren dat ze niet aan het promotieonderzoek werkte, omdat het niet goed uitkwam met haar werk of nevenactiviteiten. Maar dat ze het zou afmaken, daar had ze alle vertrouwen in.

“Er zijn zeker momenten geweest dat ik mezelf moest motiveren om door te zetten, met name bij het theoretische kader”, zegt Girjasing via Zoom vanuit haar werkplaats in de Nederlandse regeringsstad Den Haag. Diepte-interviews afnemen vond ze leuker dan uren achtereen in de bibliotheek zitten of archieven doorspitten en stukken doornemen. “Ik kreeg veel meer energie als ik gesprekken kon voeren of dialoogsessies kon begeleiden.” In totaal sprak zij tussen de vijftig en zestig personen.

De hoofdvraag van haar promotieonderzoek luidt: ‘Hoe heeft de democratische staat van de Surinaamse rechtsstaat in termen van democratische principes en wetenschappelijke kenmerken zich ontwikkeld gedurende de periode 1975-2020?’ Om tot de beantwoording te komen deelde Girjasing deze periode op in drie fasen: 1975 tot 1980; vanaf de staatkundige onafhankelijkheid tot de militaire coup. 1980 tot 1987; de militaire dictatuur. En 1987 tot 2020; vanaf het herstel van de democratie tot de laatste verkiezing.

De hoofdvraag werd opgedeeld in enkele deelvragen, waaronder: ‘Welke gebeurtenissen in de periode 1975-2020 hebben bijgedragen aan de aanwezigheid en doorontwikkeling van de democratie-idealen?’ en ‘Op welke wijze komen de wetenschappelijke democratie-idealen terug in het Surinaams bestuur en hoe hebben deze zich ontwikkeld gedurende bovengenoemde perioden?’

De eerste journalistieke vraag die zich opdringt is: wat hebben we aan dit onderzoek? “Suriname krijgt een set aanbevelingen en het is aan het land om daar iets mee te doen”, antwoordt Girjasing. “Ik heb dit onderzoek gedaan omdat ik vind dat mogelijke verbetering van een democratische rechtsstaat bij de gratie bestaat van het besef waar je vandaan komt als staat.” Vandaar ook haar keus om te kijken hoe de Surinaamse democratie zich manifesteerde gedurende de afgelopen 45 jaar en waar nog verbeterpunten zijn.

Zevental democratie-idealen

Girjasing nam een zevental democratie-idealen onder de loep, waaronder staatsinrichting, vrijheid van meningsuiting en de aanwezigheid van onafhankelijke informatiebronnen zoals de media. Ze bekeek op welke manier die zich hebben ontwikkeld gedurende vijfenveertig jaar. “Wat je ziet is dat zes van die democratie-idealen in de tweede fase, dus de militaire periode, achteruit gingen. Sommige drastisch, maar die kregen weer een soort opleving in de periode daarna tot 2020.”

Haar aanbevelingen hebben vooral betrekking op het ‘beter positioneren’ van deze democratie-idealen en ‘versterken van de check en balances’ die er op dit moment zijn. Bijvoorbeeld ten aanzien van de onafhankelijke posities van het parlement en de Rekenkamer. “Deze instituten zijn van uitermate belang in een democratische rechtsstaat, waarbij we waarde moeten hechten aan de uitkomsten van bijvoorbeeld een Rekenkameronderzoek ”, benadrukt zij. “Het Constitutioneel Hof had eerder aanwezig moeten zijn, het Onafhankelijk Kiesbureau moet ook echt onafhankelijk opereren. En het parlement mag geen verlengstuk zijn van de uitvoerende macht.”

Van de drie overheidsmachten, stelt Girjasing, opereerde de rechterlijke macht gedurende de periode 1987-2020 het ‘meest onafhankelijk’ qua ‘organisatie en functioneren’. “Dat komt mede doordat de stakeholders die daar binnen opereren continu van zich lieten horen op het moment dat zich iets cruciaal voordeed.”

De cover van het proefschrift met een afbeelding van Erwin de Vries

De wetenschapper baseert dat op verschillende gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan. Bijvoorbeeld het benoemen van de procureur-generaal, in principe een bevoegdheid van de regering als uitvoerende macht. Maar wel in afstemming met de rechterlijke macht, zo stelt de Grondwet. “Alleen, wat organisch gegroeid is, is dat eigenlijk de rechterlijke macht – dus de rechters – die het akkoord geeft”, aldus haar bevinding.

Een andere cruciale gebeurtenis is het Decembermoordenproces. Het parlement had in 2012 een Amnestiewet aangenomen met als doel dit strafproces te doen eindigen. “Hier was sprake van inmenging van de wetgevende macht bij een lopend proces. Dat is door de rechterlijke macht teruggedraaid”, zegt Girjasing.” Als onafhankelijk onderzoeker gaat het haar hierbij niet om de inhoud van de rechterlijke uitspraak. “Dat zijn wel gebeurtenissen waardoor ik zeg: er is wel degelijk sprake van een onafhankelijke rechtspraak.”

Aanbevelingen

Een aanbeveling van Girjasing is het verduidelijken van wet- en regelgeving: “Kom niet alleen met een memorie van toelichting op de Grondwet, maar evalueer deze eerst en pas aan zodat onduidelijkheden voorkomen worden.” Er is één democratie-ideaal waarvan zij zegt dat die beter ging in de militaire periode: die van (burger)participatie.

In die periode werden volkscomités ingesteld en werd hiermee ‘een zaadje geplant’ voor de decentralisatie die in 1987 is geformaliseerd in de Grondwet. Girjasing: “Die volkscomités waren weliswaar de oren en ogen van de militairen. De gedachte erachter was dus anders dan zoals wij nu burgerparticipatie definiëren, maar uit mijn onderzoek blijkt dat er serieus is nagedacht over diverse vormen van burgerparticipatie tijdens de periode van de militaire machthebbers.”

Daarnaast is er een drietal democratie-idealen waarvan de wetenschapper concludeert dat ze van ‘hetzelfde niveau’ zijn zowel in de periode vóór als na de militaire macht. Dat zijn staatsinrichting, verkiesbaarheid van openbare ambten en onafhankelijke informatiebronnen. Bij sommige onderdelen daarvan is sprake van ‘herstel en verbetering’. Girjasing geeft aanbevelingen voor hoe ze ‘nog beter’ kunnen.

Maar haar voornaamste aanbeveling is die ten aanzien van ‘maatschappelijke betrokkenheid’. “Alles valt en staat daarmee. Het is van belang dat elk Surinaams staatsburger beseft welke rechten en plichten hij of zij heeft. Elke Surinaams staatsburger zou ervan doordrongen moet zijn dat macht bij hem of haar ligt.”

‘Verplicht maatschappijleer’

Als aanbeveling stelt Girjasing daarom voor dat maatschappijleer ‘verplicht onderdeel’ van het onderwijs wordt. “Zodoende weten Surinaamse staatsburgers dan bijvoorbeeld al in een vroeg stadium welke tools benut kunnen worden als de gekozen volksvertegenwoordigers zich niet aan afspraken houden.”

Ook belangrijk vindt zij dat het Surinaamse ‘politieke hokjesdenken’ op de schop moet. “Het is heel erg in hokjes denken en vaak naar aanleiding van een achternaam; dus zal jij wel bij die politieke partij behoren. Dat is iets waar ik zelf tegenaan ben gelopen tijdens mijn onderzoek.”

Haar achternaam wordt gelinkt met de VHP, want wijlen voormalig justitieminister Soeshiel Girjasing was familie. “Terwijl ik gewoon een onafhankelijke onderzoeker ben.”

De kersverse doctor vindt dat personen ook te vaak de politiek ‘inrollen’ vanwege ‘toevallige’ relaties. “Maar heb je ook werkelijk de juiste bagage om bijvoorbeeld als onafhankelijke parlementariër te kunnen functioneren of als minister?”

Girjasing wil niemand uitsluiten als parlementariër of bestuurder wegens zijn of haar onderwijsniveau. Wel pleit zij voor een verplichte gedegen opleiding als ‘startpakket’ voor elke parlementariër (en bestuurder), over zaken zoals het enquêterecht, het interpellatierecht en het amendementsrecht. “Je moet ervan doordrongen zijn hoe belangrijk je rol als onafhankelijk parlementariër is en welke instrumenten je kunt benutten zoals de rapporten van de Rekenkamer.”

Kleine gemeenschap

De laatste aanbeveling is niet zozeer een advies als wel een ‘dilemma’ dat ze aankaart. Namelijk de kleine omvang van de Surinaamse gemeenschap qua inwonertal. Dat heeft een ‘enorme impact’ op bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting. “Men is voorzichtig met de mate en de toon bij het uiten van een mening. Vaak wordt eerst nagedacht in welke setting men zich begeeft en wat de consequentie kan zijn van de meningsuiting.”

Dat is ook van invloed op de rol van journalisten, die vanwege de lagere salarissen vaak afhankelijk zijn van meerdere opdrachtgevers. “De kleine omvang van de gemeenschap is vaak belemmerend voor het volledig ontwikkelen van een democratische rechtsstaat”, aldus Girjasing.

Hoe pakken we dit aan dan? Lachend: “Alle Surinamers die buiten Suriname wonen gaan in één keer terug en met zijn allen kinderen produceren. Dat is onrealistisch en onwenselijk. Het is dus echt een dilemma. Daarop weet ik op het moment ook niet het gepaste antwoord.”

Voor het overige vindt zij haar aanbevelingen ‘klip en klaar’. Als het gaat om de invoering van de aanbevelingen, vindt Girjasing dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de ‘eerst aangewezene’ is. “Je zou een taskforce kunnen oprichten die ook echt aan de slag gaat met de implementatie van de aanbevelingen voor het verder versterken van de democratie-idealen.”

Sommige aanbevelingen bevinden zich toevallig door recente ontwikkelingen ‘al in een invoerfase’. Bijvoorbeeld de aangepaste Kiesregeling, de op handen zijnde wet Openbaarheid Bestuur (WOB) en het onlangs gelanceerde fonds voor onderzoeksjournalistiek. Girjasing: “Er worden dus stappen in de goede richting gezet. Ook de opstelling van met name de jonge generatie tijdens de laatste verkiezingen behoort tot de lichtpunten. Daar moet je op voortborduren.”

[Overgenomen uit de Ware Tijd, 28 december 2023]

Het proefschrift is hier te downloaden

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter