Print in de archieven – Leren van geschiedenis 99
door Hilde Neus
We schrijven bijna niet meer, behalve dan met de computer. En bij onze politie worden af en toe nog wel documenten opgemaakt met de hand, die de aangever dan vervolgens mag ondertekenen. Veel stukken worden gedrukt en hoeven we alleen nog maar in te vullen, zoals het formulier dat nodig is bij een aanrijding. Dit scheelt mankracht bij de politie.
Een van de grote ergernissen bij het binnenkomen van ons land te Zanderij (of een ander douanepunt) is het stuk papier waarop we persoonlijke gegevens in moeten vullen (in veel te kleine vierkantjes), dat eindeloos door lijkt te gaan. Deze zijn voor de statistieken in verband met toerisme. Ik ben altijd blij als de papieren op zijn en ik me niet hoef te vermoeien met de vakjes.
De overheid geeft steeds meer drukwerk uit om het administratieve proces te vergemakkelijken. Voor de burger is dat vaak ook gemakkelijker, en zeker voor de instituten die de gegevens moeten inventariseren en archiveren. Vroeger was het niet anders.
Print in Suriname
In 1774 verscheen de eerste krant, wat betekent dat in dat jaar de eerste drukkerij op schaal in gebruik werd genomen. Met op de laatste pagina onderaan vermeld; ‘Gedrukt te Paramaribo, ter gepriviligeerde Sociëteits- en lands boekdrukkery’. Vanaf dat moment werden er ook overheidsstukken gedrukt. Dit waren dan vooral standaarddocumenten die veelvuldig werden gebruikt, zodat het ook economisch verantwoord was om deze te vermenigvuldigen. Soms waren ze gerelateerd aan financiën, zoals laadbrieven van de schepen of wisselbrieven. Deze waren een vorm van garantiestelling in verband met het gebrek aan baar geld. Maar ook brieven van manumissie, die vrij gekochte slaven in steeds grotere hoeveelheden verstrekt kregen, werden op de drukkerij vermenigvuldigd.
Of stukken van de kerk, zoals geboorteaktes en andere codicillen. Voor de administratie waren er ook overzichtsbladen, waarop bijvoorbeeld meerdere huwelijken of dopen konden worden ingevuld. Deze zijn nog terug te vinden in de archieven waarin de doop- en trouwboeken zijn gedeponeerd. Er zijn geschreven stukken vanaf 1662 bewaard gebleven.
Kranten
Het komt ook voor dat we hele kranten in het archief tegenkomen, of delen daarvan. Zoals bijvoorbeeld de Leidse Maandagse Courant van 12 mei 1738, waardoor we kunnen stellen dat deze informatie algemeen bekend was onder het leespubliek in de Nederlanden. Een pagina van deze krant is opgenomen in ‘Overgekomen Brieven en Papieren van de Sociëteit van Suriname’. Hierin staat een advertentie waarin gevraagd wordt naar handelaren die zich kunnen adresseren tot Mr. Joan van Meel, gevestigd te Amsterdam (en secretaris van de Sociëteit van Suriname). Dit was voor meer informatie in verband met het vervoeren van negerslaven vanaf de Afrikaanse kust naar Suriname. Verder worden allerlei goederen te koop aangeboden, waaronder ook boeken. Deze kranten zijn een goede bron om de handel en daaraan gerelateerde kooplui (ook vrouwen) in de Nederlanden te bestuderen, maar geven ook de connecties met Suriname aan. Veel van deze stukken zijn gedigitaliseerd en in te zien op de site van Delpher, ook achttiende-eeuwse kranten. Typ maar Suriname in, en er komt een schat aan informatie, allerlei zaken rakende, tevoorschijn.
Andere belangrijke stukken
Archieven waren vroeger handgeschreven stukken, maar bij tijd en ijlen waren de autoriteiten van mening dat bepaalde informatie ook in druk diende te verschijnen, vanwege het belang voor politieke beslissingen. Een voorbeeld is ‘Memorie van grieven tegen de heren Directeuren van de Sociëteit ingediend bij de Staten-Generaal door de Raden van Politie en de kolonisten betreffende het onderhoud van de forten en het maken van nieuwe versterkingen. Met bijlagen. Gedrukt. 1733 (februari 27)’. Dit drukwerk is opgeslagen in het archiefonderdeel onder 1733, maar de inhoud beslaat veel meer. Zo is er een kopie van het Octrooi opgenomen (origineel handgeschreven), met alle regels in de kolonie, zodat de lezers daarover geen verkeerde zaken zouden bedenken. Het leek wel of deze eerder genomen besluiten richtinggevend dienden te zijn voor de beslissingen van de Raad.
Zo dateert een ander stuk terug tot 1713, wat niet zal verwonderen. De inval in 1712 van de Franse militair Cassard, die een groot bedrag aan losgeld eiste van het Surinaamse gouvernement (wanneer ditniet ingewilligd zouden ze Paramaribo platbranden) leidde ertoe dat het besluit genomen werd een nieuw fort te bouwen. In dit drukwerkje is de hele polemiek en het gesteggel opgenomen tussen de planters in de kolonie en de directeuren in Amsterdam, over wie de bouw van de Nieuw Amsterdam moest financieren. Geïnteresseerden kunnen dus hier veel achtergrondinformatie over deze beraadslagen vinden. Misschien was richtlijnen voor huidige politieke discussie en besluiten.