blog | werkgroep caraïbische letteren

Prijswinnaar Michael Tedja: ‘Experimenteel zijn is noodzakelijk voor de wereld’

Literaire prijs Michael Tedja wint de Beranováprijs: een oeuvreprijs voor onafhankelijke auteurs die zich niet laten leiden door conventionele, modieuze, of morele criteria in de kunst.

door Toef Jaeger

„Experimenteren is mijn natuurlijke habitat”, zegt Michael Tedja. De opmerking past bij de Jana Beranováprijs die hij voor zijn literaire oeuvre ontvangt. De organisatie Woordnacht maakte dit maandag bekend. De Jana Beranováprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een auteur die „artistieke vrijheid en integriteit vooropstelt, zonder te hechten aan waardering op grond van conventionele, modieuze, of morele criteria”. De winnaar ontvangt 4.000 euro.

Kunstenaar en dichter Michael Tedja, omringd door zijn kunst. Foto Malcolm Tedja

Niet alleen in zijn proza en poëzie is Tedja (Rotterdam, 1971) iemand die constant het experiment opzoekt, ook in zijn beeldende werk doet hij dat, waarbij hij inhoudelijk en fysiek grenzen opzoekt en authenticiteit en engagement met elkaar confronteert. „Ik omzeil het eendimensionale karakter van een louter politieke kunst die vaak de neiging heeft tot instrumentaliseren”, schrijft Tedja in zijn roman Briljante man. Tegelijkertijd is zijn werk geëngageerd, want hij schrijft over politiek, kunst, cultuur, en identiteitspolitiek. Maar eendimensionaal is het inderdaad niet. Briljante man valt op omdat alle ‘romanwetten’ worden overtreden, alleen al wat betreft de hiërarchieloosheid van het plot.

Vindt u dat autonomie in de kunst onder druk staat?

„Of je dat zo kan zeggen, weet ik niet. Wat me opvalt is – ik geef ook les aan de Rietveld Academie – dat de jonge generatie erg bezig is met engagement. Het doet me een beetje denken aan de jaren tachtig, ik zag dat ook bij mijn ouders. Ik wil kunst maken die draait om de kunst.”

Als je aan experimentele romans denkt, denk je al gauw aan Sybren Polet, die in uw gedicht ‘Regen’ wordt aangehaald als een van de dichters die zich racistisch uitlaat in poëzie. Hoe zit dat?

„Polet was een vriend van me, tot aan zijn dood. In het gedicht haal ik meer dichters aan, ik vind enkele ervan heel goed. Pas als het complex wordt, wordt het voor mij makkelijk. Het gedicht refereert ook aan Lucebert. De Vijftigers vond ik geweldig, ze experimenteerden, zochten het engagement in de zwarte cultuur die ze verder heeft geholpen.”

Zou dat nu nog kunnen, wat de Vijftigers deden, of zou dat als culturele toe-eigening worden gezien?

„Culturele toe-eigening? Daar heb ik echt lak aan. In mijn werk vermeng ik politieke stellingname, maar ik ontkracht ze ook. Ik sluit niets uit als vorm. Alles is een gedachte en in kunst moet alles mogelijk zijn. Als iets niet experimenteel is, kan ik er niks mee.”

Als je experimenteel opvat als onbegrensd – zou dan niet alleen de kunst, maar de hele wereld bij experiment gebaat zijn?

„Niet alleen gebaat, experimenteel of onbegrensd zijn is noodzakelijk, dat is toch wel gebleken. De maatschappij heeft de illusie gehad dat we van elkaar verschilden. Maar opsluiten in je eigen groep – of je nu een zwarte of witte huidskleur hebt – dat werkt juist niet. De brede ruimte zoeken, dat is noodzaak.”Michael Tedja ontvangt de prijs op 7 november tijdens het Woordnachtfestival in Rotterdam. Meer info: woordnacht.nl

[overgenomen uit NRC, 12 oktober 2020]

Lees ook:Gedichten die de taal uit elkaar schroeven

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter