blog | werkgroep caraïbische letteren

Pretminor Srananistiek


De Hogeschool van Amsterdam heeft er een nieuwe minor bij: ‘Srananistiek’, een collegereeks over Suriname. Dansen en zingen tijdens de les, en als toetje een excursie naar de tropen.

door Kirsten Dorrestijn

‘Zoals jullie weten is het Sranantongo een klanktaal’, poneert docent Michiel van Kempen tijdens zijn les over de Surinaamse literatuur. Hij heeft de studenten zojuist het gedicht ‘Kopenhagen’ van de dichter Trefossa laten vertalen. ‘Maar wat houdt dat dan precies in, een klanktaal’, vraagt hij. ‘De kleine woordjes als “eh-eh!” en “a-a!” zijn uitroepen van verbazing. Die spreek je niet uit als een locomotief -“a-a”-, maar je zingt ze, op hoge toon: “AaaaaAAAaaa-AaaaAAAaaa” of “Eèèèèhhhh-Eèèèhhhh”, schalt het door het lokaal.

San dya na mofo se?
Eh-eh!
Watramama na yu Sidon
na ston?

Van Kempen leert dat Trefossa in 1957 de eerste was die het Sranantongo als literaire taal gebruikte. In Suriname is het Nederlands de officiële taal waarin men leert lezen en schrijven. Het Sranantongo is de lingua franca, de straattaal. ‘Maar Trefossa heeft met zijn dichtbundel laten zien dat het Sranan ook een literaire taal is, en er niet alleen is om een bos kousenband te kopen op de markt’, legt Van Kempen uit.

De les over de Surinaamse literatuur is een onderdeel van de nieuwe minor Srananistiek. Het leren van de grammatica en spellingsregels van het Sranantongo is een belangrijk doel. Zeventien studenten zijn in september van start gegaan. De meesten hadden al een passieve kennis van het Sranan en hebben Surinaamse familie, maar spreken de taal niet vloeiend. In de minor komen ook de geschiedenis en de economie van het land uitgebreid aan de orde. Voor het eerst wordt er in Nederland op deze schaal lesgegeven over Suriname.

MSN’en
Je bent toch Surinaams? Dan weet je toch alles over Suriname?’, krijgt Loraine (20, derdejaars MER) steeds te horen als ze vertelt welke minor ze volgt. ‘Ik ben dan wel Surinaams, en ik ga er vaak op familiebezoek, toch weet ik echt nog niet alles. Over de economische ontwikkelingen wist ik niks, de spellingsregels van het Sranantongo kende ik niet en over het slavernijverleden wist ik ook weinig. Bijna alles wat ik hier hoor, is nieuw voor me. Ik vind het echt interessant om bezig te zijn met mijn achtergrond, want mijn hart ligt bij Sranan.’

Loraine profiteert direct van de kennis die ze opdoet. Voorheen antwoordde ze vaak in het Nederlands als iemand Sranan tegen haar sprak. Nu durft ze terug te spreken. ‘Eerder schaamde ik me vaak voor mijn accent. Of soms probeerde ik wel Sranan te praten, maar kon ik niet de juiste woorden vinden. Door de lessen ben ik zekerder geworden.’ Ook de spellingsregels van het Sranan kan Loraine direct toepassen in de dagelijkse praktijk: ‘Soms, als ik gezellig wil doen met vrienden, schrijven we op MSN in het Sranan. Voorheen deed ik meestal maar wat. Nu let ik op de spelling en leer ik de regels aan mijn vrienden.’

De minor is het resultaat van een idee dat linguïst Gracia Blanker een tijd geleden kreeg toen ze in de trein zat. Ze had een woordenboek Sranantongo gepubliceerd, was bezig met het samenstellen van een corpus Sranan en wilde iets nieuws doen met de taal. Het was haar opgevallen dat vooral witte mensen de Surinaamse taal en cultuur onderzoeken. ‘Ik vond dat daar eens verandering in moest komen en wilde iets opzetten waarbij Surinamers zelf met hun land bezig zijn. Ik denk bovendien dat Surinamers toch het beste begrijpen wat er bedoeld wordt. Ik wilde bij het onderzoeken van de taal zo veel mogelijk jonge Surinamers bij betrekken.’

Sensuele gastdocent

Tijdens de practicumlessen leren de studenten het Sranan toe te passen. Deze keer komt zangeres en actrice Sahiensha Ramdas als gastdocent vertellen over haar leven. Ze blijkt in Suriname een ware ster. In 2004 stond ze met haar hit ‘Aleng’ (regen) wekenlang op nummer één. Ze laat via Youtube de clip zien bij het nummer. We zien de gastdocent op een sensuele manier dansen en zingen in de regen, en uitdagend in de camera kijken. Op haar 21ste was ze getrouwd met een hindoestaanse man, vertelt ze. Een situatie die haar beklemde. Ze ging van hem weg en brak al snel door als zangeres. In ‘Aleng’ verwoordt ze de vrijheid die ze toen voelde. ‘Ik heb veel reacties gekregen op deze clip. Als hindoestaan hoor je je zedelijk te gedragen. Ik spang me daar nu niet meer om. Ik bepaal zelf hoe ik het prettig vind een lied te presenteren.’

Zo leren de studenten spelenderwijs over de gebruiken en gewoontes van Suriname. ‘Het is een pretminor’, krijgt Blanker soms te horen als ze vertelt dat ze zingt en danst met haar studenten tijdens haar lessen taalverwerving. ‘Wat nieuw is wordt altijd met argusogen bekeken. Ik zorg dat de studenten op een levendige manier over het land leren. Afgelopen week hebben we een spel gespeeld waarbij je leert hoe je de klanken van het Sranan uitspreekt, en vandaag hebben we het Surinaamse volkslied geoefend. Ik sta erop dat de studenten dat uit hun hoofd kennen als ze straks in Suriname zijn.’

Want een excursie naar de tropen kan natuurlijk niet ontbreken. In november vertrekt de groep voor drie weken naar Suriname. Op 25 november zullen zij daar “Srefidensi” (onafhankelijkheidsdag) vieren. Ook zullen ze ter plekke colleges volgen en excursies naar de districten maken. Het prijskaartje van de minor bedraagt 1200 euro. Wopke Veenstra (23, derdejaars MER) heeft dat er graag voor over. ‘Het is een investering in mijn eigen toekomst. Normaalgesproken vlieg ik één keer per jaar naar Suriname voor familiebezoek. Deze studiereis wordt een hele nieuwe ervaring. Door de lessen heb ik het land beter leren begrijpen.’

Respect
Chavelli Pardam (27, vierdejaars CETO) woonde een groot deel van haar leven in Suriname. Vier jaar geleden kwam ze naar Nederland. ‘Doordat ik zo kort geleden naar Nederland ben gekomen heb ik het gevoel dat ik mijzelf steeds moet verantwoorden dat ik deze minor volg. Mensen denken dat ik al alles over Suriname weet, maar ik heb ontzettend veel geleerd de afgelopen weken. In Suriname is de scholing anders. Je leert bijvoorbeeld weinig over de Surinaamse geschiedenis. Door deze minor heb ik veel respect gekregen voor mijn land. Bijvoorbeeld hoe het na de slavernij uit een dal is geklommen. Ik weet nu wat de economische positie van het land is, en door middel van het interpreteren van gedichten heb ik geleerd hoe mensen vroeger leefden.’

Behalve dat de minor van pas kan komen als je wilt MSN’en in het Sranan, leren de studenten een ‘beroepsproduct’ ontwikkelen: ze gaan onderzoeken welke dienst of welk product nuttig kan zijn naar Suriname te brengen. Voor Loraine is dit een goede oefening, want zij wil in de toekomst misschien een bedrijf opzetten in Suriname. ‘Ik wil iets introduceren dat men daar nog niet heeft. Daarvoor moet ik me natuurlijk eerst goed oriënteren. Ik ga kijken waar vraag naar is, waar mijn kansen liggen en wat barrières kunnen zijn.’ Ook Chavelli wil iets voor haar land betekenen als ze straks is afgestudeerd. Blanker denkt dat de minor een goede voorbereiding is op een (r)emigrate. ‘Iedere Surinamer zegt dat ‘ie ooit teruggaat naar zijn geboorteland. Zij dromen ervan te helpen het land op te bouwen. En Suriname heeft die hulp hard nodig.’

Eerste uur
Wopke is door de minor op een andere manier gaan kijken naar de mogelijkheden van Suriname. ‘Eerst zag ik het echt als een ontwikkelingsland, nu zie ik ook veel kansen. Maar om reëel te blijven, ik ga geen bedrijf opstarten in Suriname. Ik volg deze minor puur om mijn kennis te verbreden. Ook verheug ik me erop mijn oma in november te verrassen door met haar in het Sranantongo te spreken.’

De minor valt goed in de smaak. Wopke, Chavelli en Loraine zijn dolenthousiast over de colleges. Wopke: ‘Bij mijn hoofdstudie skip ik wel eens het eerste uur, maar van deze minor wil ik geen les missen. De groep is in korte tijd heel hecht geworden. We gaan als zussen en broers met elkaar om. Dat is echt Surinaams. Wij kijken niet de kat uit de boom, zoals Nederlanders vaak doen. Uiteindelijk zijn Surinamers één grote familie. Dat merk je in de klas.’

[Dit artikel verscheen eerder in Havana, weekblad van de Hogeschool van Amsterdam. Foto zingende studenten: Fred van Diem]

3 comments to “Pretminor Srananistiek”

  • eerst in het Surinaams, dan in het Nederlands :
    Awinsi mi de wan Bakra, mi no man ferstan taki wi e kara a lerileri natapu a heyskoro wan sani fu lafu. A Sranantongo nanga a Sranan Kulturu na wan prinsipari sani gi ala kondreman.
    Ik begrijp niet dat deze opleiding als ‘pretopleiding’ wordt bestempeld. De Surinaamse taal en cultuur is een belangrijk goed voor de Surinamers.

  • Ik wil graag de video Aleng zien van Sahiensha Ramdas, maar ik vind hem niet op Youtube

    jeroen heuvel, Curaçao

  • de video van Aleng is te zien door deze op youtube te selecteren in combinatie met Shahz ,
    de artiestennaam van de zangeres !

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter