blog | werkgroep caraïbische letteren

Presentacion Tocante Exposicion di Arte Reino Tropical

A power point presentation & public discussion by Stan Kuiperi about the Tropical Kingdom art exhibition recently opened in the Netherlands. presented by UNOCA and the Aruba Intl. Arts Foundation. Participating artists are invited to be present and to share. Free entry, all languages spoken.

For general audiences.  

Unoca Aruba Oranjestad, Aruba Date: Friday 13 December 2013, Time 12.30 AM-2.30 AM

Monthly archive for December 2013

‘Muziek laat poëzie zweven’

door Otti Thomas Amsterdam – Het verzoek om werk van Caribische dichters op muziek te zetten, leidde deels tot herkenbare, maar vooral ook tot ongebruikelijke en gedurfde nieuwe composities. Het resultaat was afgelopen vrijdag te horen tijdens de vijfde editie van de Caraïbische Letterendag in Amsterdam.“De werkgroep Caraïbische Letteren is waarschijnlijk de meest dynamische werkgroep van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde,” zei Lilian Conçalves-Ho Kang You, de eerste voorzitter van de werkgroep, halverwege het programma in de Openbaar Bibliotheek van Amsterdam. “We geven uitvoering aan onze missie om artistieke vernieuwing te stimuleren met gedichten op muziek.”Van artistieke vernieuwing was er zeker sprake. In De Lussen van Hans Faverey bijvoorbeeld. Het was de eerste keer dat de compositie ten gehore werd gebracht, hoewel Margriet Hoenderdos het stuk al in 1990 schreef in samenwerking met de Surinaams-Nederlandse dichter Faverey. Met een schijnbaar gebrek aan onderlinge afstemming tussen de partijen voor althobo, klarinet, basklarinet, fagot en hoorn werd een ode gebracht aan de complexiteit van zijn gedichten. De consistente herhaling van deze disharmonie zorgde voor een enigszins herkenbaar patroon, vergelijkbaar met de terugkerende bewegingen in Favery’s taalgebruik.Gedurfd was ook Cultuurtuin Kawina, een compositie van de Surinamer René Samson op gedichten van landgenoten Michaël Slory en Bernardo Ashetu voor een ongebruikelijk gezelschap van een mezzosopraan, slagwerker, een achtergrondkoortje en drie dansers. Alweer leek de uitvoering weinig samenhang te hebben op het eerste gezicht of gehoor. Toch bleek de mezzosopraan geschikt voor een dramatische roep om hulp in het gedicht Waar ben je van Ashetu en werd zijn gedicht Kinderspel ondersteund door de bewegingen van de dansers.AanstekelijkIn vergelijking met beide voorgenoemde uitvoeringen waren de composities van Curaçaoënaar Randal Corsen een stuk toegankelijker. Ook dit waren allerminst ‘gewone’ liedjes, maar de relatie tussen de muziek en de tekst was wel duidelijker. Corsen transformeerde de gedichten van de Curaçaose Lucille Berry-Haseth tot kleine opera’s. De partijen voor piano, percussie en gitaar waren soms tot het minimaal noodzakelijk beperkt, bijvoorbeeld in het liefdesgedicht Konfiansa of in Misterio, waarin de zin van het leven centraal staat. Maar in Pesadia (Nachtmerrie) over het persoonlijk onvermogen om de tambú te dansen als gevolg van het verbod, klonk de percussie onheilspellend. Het enthousiasme van Corsen, Vernon Chatlein, Jean-Jacques Rojer en vooral zangeres Jeannine La Rose werkt bovendien aanstekelijk.Datzelfde was het geval tijdens de eerste en de laatste voordracht van de avond. Alwin Toppenberg had overduidelijk veel plezier bij het spelen van zes bekende walsen op piano, waaronder Atardi van Rudy Plaate en zijn eigen Much’i Scol. En de Titi-band onder leiding van de Surinaamse componist en gitarist Dave MacDonald zorgde voor een passende en feestelijke afsluiting met muziek op teksten van dichters Trefossa, R. Dobru en Shrinivási.Presentatrice Noraly Beyer, bestuurslid van de werkgroep Caraïbische Letteren had een treffende omschrijving van de avond. “Poëzie gaat zweven met muziek en muziek krijgt vleugels door de poëzie.”[uit Amigoe, 9 december 2013]

Persvrijheid, censuur en redactionele verantwoording

door Wilfred LeeuwinToen op dinsdagavond om 10 minuten over 7 de uitzending van het Jeugdjournaal werd beëindigd, had ik als journalist een bevredigend gevoel. Een journalistieke blunder en misstap was op een volwassen, verantwoorde en door de daarvoor aangewezen personen en instanties op een juiste manier aangepakt, opgelost en wat mij betreft afgesloten. De nasleep van het voorval dreigt evenwel een politiek geharrewar te worden, waarbij onjuiste accenten en foutieve uitleg over, persvrijheid, censuur en redactionele verantwoording, de boventoon dreigen te voeren..Censuur en persvrijheid 
Censuur is per definitie geen onvriendelijk woord en houdt in, controle uitoefenen op, in dit geval wat wel of niet als publicatie mag worden vrijgegeven. In de journalistiek hebben censuur en het recht op vrije meningsuiting/persvrijheid een hechte relatie met elkaar. Persvrijheid garandeert elk individu het recht, nieuws en informatie te verzamelen, ideeën te verwoorden en die middels beeld, geschrift, gesproken tekst en andere vormen van media, te publiceren. Censuur of beter gezegd controle hierop is de verantwoordelijkheid bij de beleving van het recht op vrije meningsuiting. Juist om in die beleving geen andere rechten, zoals ‘privacy’ en het aantasten van de goede naam van derden te beschadigen.De controle krijgt een tegenovergestelde en negatieve betekenis in het woord censuur wanneer de brenger van het nieuws de feiten verdraait, verzwijgt en verkleurt. Dit wordt zelfcensuur genoemd. Wanneer vanuit de overheid de publicatie van het nieuws, bij welk medium dan ook, belet, de feiten verdraaid of ongedaan maakt, is er sprake van opgelegd cesuur. Overigens moet met klem worden benadrukt dat het geenszins de taak is van de overheid controle uit te oefenen op het nieuws, ook niet bij de staatsmedia. Zelfcensuur vindt vrijwel dagelijks plaats bij de verschillende media.Voor wat betreft (opgelegd) censuur, zijn er tal van voorbeelden, maar verwijs ik hier bewust naar slechts drie gepleegd door de ene en dezelfde overheid, uit twee verschillende regeerperioden, zo u wilt dezelfde overheid met twee verschillende gezichten. Het eerste is in de jaren tachtig, tijdens en na de staatsgreep en de daarop volgende militaire periode toen censoren op de verschillende nieuwsredacties werden geplaatst om het nieuws te controleren, voordat het werd gepubliceerd. In die periode zijn mediabedrijven ook gesloten en letterlijk weggeschoten. Het tweede voorbeeld is toen op 10 mei 2007 een uitzending van het programma Suriname Vandaag, ook door dezelfde overheid, maar nu met een andere politieke geaardheid uit de uitzending werd gehaald. Dit programma onderging hetzelfde lot in 2009. In alle drie gevallen is sprake geweest van censuur door de overheid, omdat niet haar belang werd gediend. Benadrukt moet worden dat het politieke belang, zeker dat van een zittende regering niet hetzelfde is als het algemeen belang. In een democratie is het slechts aan de rechter toebedeeld uit te maken wiens en welk belang of recht zou zijn geschaad. Deze voorbeelden zijn voor de journalistiek afgrijselijke dieptepunten, die internationaal ook als zodanig staan opgetekend.

Afgaand op het moment en de omstandigheden waarop op maandag 9 december een uitzending van het Jeugdjournaal via de STVS uit de ether is gehaald, mag worden geconcludeerd en aangenomen dat op dat moment, wat de reden ook mag zijn geweest en wie dat ook zou hebben gedaan, er sprake is geweest van censuur door de STVS. Om de discussie gezond te houden is belangrijk daar niet bij stil te blijven staan. Het is juist het vervolg traject in deze kwestie die maakt dat achteraf, na hoor- en wederhoor en de acties die zijn ondernomen door de STVS en het Jeugdjournaal, er van censuur totaal geen sprake is en kan zijn geweest, maar een incident. Censuur wordt alleen opgelegd door een overheid, een gezagvoerder of aangewezen persoon of instantie. Door iemand die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt.

In het onderhavige geval is de vermeende of in eerste instantie opgelegde censuur genomen door een onbevoegde medewerker bij de STVS. De verantwoordelijken bij de STVS, in dit geval zeker twee personen (Shirley Lackin als lid van het managementteam belast met de dagelijkse leiding bij de STVS en Borger Breeveld, lid van het managementteam), hebben in overduidelijke taal niet alleen deze handeling betreurd, afgekeurd en verworpen en zich verontschuldigd, maar is ook aan het Jeugdjournaal de gelegenheid gegeven het programma alsnog zonder inmenging van de STVS, in zijn geheel uit te zenden. Het Jeugdjournaal heeft niet alleen de gelegenheid gekregen dit te doen, maar heeft zelfs de ruimte gekregen haar doelgroep (kinderen) omstandig uit te leggen wat zich heeft voorgedaan. Sterker nog, in die uitzending is aan de doelgroep/kijkers een wat mij betreft goed item gepresenteerd over het onderwerp censuur. Lackin is ook nog in datzelfde programma in beeld verschenen om aan te geven dat de gepleegde censuur/ handeling nooit had mogen plaatsvinden.

Verantwoordelijkheid 

Lackin heeft uitgelegd dat alle programma’s die worden aangeboden, worden gescreend en bekeken om na te gaan of die geschikt zijn voor de uitzending. In de journalistiek is dit een normaal gegeven. Op alle redacties is dit de taak van de hoofdredacteur die de journalistieke verantwoordelijkheid draagt binnen het medium er op toe te zien dat het aangeboden programma, ingezonden artikel of ingesproken bericht, beantwoordt aan niet alleen de rechten van artikel 19 van de grondwet (het recht op vrije meningsuiting ) maar ook de plichten. Dit heeft niets te maken met censuur en het beknotten van de persvrijheid. Ook aan de redactie waar ik mijn journalistiek beroep uitoefen, worden artikelen aangeboden. Sommige doorstaan de journalistieke criteria, bij andere wordt de aanbieder aangegeven dat het stuk door de beugel kan mits hij enkele aanpassingen pleegt, terwijl sommige aanbieders met een nette maar kordate brief worden bedankt voor het opsturen van het stuk naar onze redactie, maar dat het niet geplaatst kan worden, omdat het niet voldoet aan de voorwaarden.

Gebruikmakend van het recht op vrije meningsuiting lijkt het mij een gezonde zaak dat de publieke opinie, rond censuur, persvrijheid en de redactionele verantwoordelijkheid, zich blijft ontwikkelen met positieve, rationele en vooral goed onderbouwde stellingen, zonder dat de begrippen bewust of onbewust uit hun context worden gehaald of een foutieve betekenis aan wordt opgehangen.

Wilfred Leeuwin is journalist.[van Starnieuws, 11 december 2013]P.s. Belangwekkend onderwerp. Maar zou de heer Leeuwin voortaan een journalistieke toon kunnen hanteren in plaats van deze quasi-juridische krullendraaierij – red. CU. Voor diegenen die de context niet kennen, even een toelichting:

In de uitzending van dinsdag was een kort stukje te zien van de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de Decembermoorden die maandag uitgezonden had moeten worden. Verder werd uitgelegd wat censuur is waarom dat niet goed is. Direct na de aankondiging van het item over de Decembermoorden was de uitzending gestaakt. Dit leidde tot verbazing en verontwaardiging bij de makers en veel Surinamers. De Surinaamse Vereniging van Journalisten sprak van censuur.

Historicus André Loor heengegaan

Historicus André Loor is vanmorgen overleden. Zijn gezondheid was de laatste jaren niet zo best. Hij is 82 jaar geworden.Enkele weken geleden nog signeerde Loor in boekhandel Vaco zijn boek André Loor vertelt …, Suriname 1850-1950 is op 19 september in kleine kring gepresenteerd in het Hoekhuis aan de Waterkant. Loor is bij die gelegenheid voor het voetlicht geplaatst door Walther Tjon A Tjieuw en Hans Breeveld, die de auteur ieder in een andere hoedanigheid hebben leren kennen.Loor vertelde hoe het boek tot stand is gekomen en overhandigde het eerste exemplaar aan minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken. Ook het Nationaal Archief kreeg een exemplaar. De uitgeefster van het boek dat inmiddels zijn tweede druk kent is Audrey Hogenboom.In deze Vaco-uitgave gaat de historicus André Loor uitgebreid in op het leven in Suriname in de jaren 1850-1950. Met allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de afschaffing van de slavernij, de komst van de immigranten en instelling van de leerplicht, vormt deze periode een keerpunt in de geschiedenis van Suriname.Loor is in Suriname vooral bekend door de vele televisieprogramma’s die hij heeft verzorgd. Hij heeft meegewerkt aan meerdere geschiedkundige uitgaven en heeft talloze blijken van waardering ontvangen waaronder Officier in de Orde van Oranje Nassau en Grootofficier in de Orde van de Palm. Te Paramaribo is in 2012 een bronzen kopstuk van hem onthuld. Ook zou er een straat naar hem worden vernoemd.In 2011 droeg de historicus meer dan 1200 boeken die hij in de loop der jaren verzamelde over aan de bibliotheek van De Surinaamsche Bank; de boeken handelen allemaal over Suriname. Loor is een groot kenner van de Surinaamse geschiedenis. Hij heeft ontelbare publicaties op zijn naam staan over episoden uit het nationale verleden.[uit Starnieuws, 10 december 2013]

Onvanzelfsprekende vanzelfsprekendheid

door Christine F. SamsomDe ook in Suriname bekende schrijfster Joke van Leeuwen hield op 24 oktober – kort voordat zij de AKO-literatuurprijs won met haar boek Feest van het begin – de Albert Verweylezing aan de universiteit Leiden onder de titel: Voor en na de vanzelfsprekendheid. Zij deed in die lezing uitspraken die ook voor ons belangrijk zijn. Als een Vlaming zegt dat iemand ‘merkwaardig’ is, dan moet je niet boos worden, want dan bedoelt hij ‘opmerkelijk’. Elk land heeft zo zijn eigen vanzelfsprekendheden, ook elke cultuur, elke religie, elk verhaal, ook elk kinderverhaal. Kinderen zijn extra gevoelig voor het omdraaien van vanzelfsprekendheden, dat heeft Joke van Leeuwen goed begrepen, gezien alle gouden en zilveren Griffels die ze in de loop van haar schrijverschap heeft verworven. Opvoeders zijn druk bezig jonge kinderen vanzelfsprekendheden bij te brengen: ‘dat een vork er is om in een stukje boterham te prikken en niet in je been, dat een sigarettenpeuk niet om op te eten is’. Van Leeuwen vindt dat kinderen teveel in een keurslijf worden gepropt, ook door de speelgoedindustrie. Kreeg het kind vroeger gewoon een zak blokken of lego, waar het zelf mee aan de slag kon, nu zijn de dozen voorgeprogrammeerd met clichés en o wee, als er een stukje kwijtraakt. Met een brandweermannetje moet je een brand blussen, het kan absoluut geen baby zijn, of een vader, laat staan een moeder. En dan blijkt ook nog dat jongetjes horen te vechten en meisjes worden beziggehouden met roze hartjes en popsterretjes.

Toen ze ongeveer tien jaar was, begon Van Leeuwen te beseffen ‘hoeveel ideeën er als vanzelfsprekend over meisjes en vrouwen werden gedebiteerd’. Zij noemt het een ‘dressuur in onvrijheid’. Wie haar kinderboeken kent, weet dat haar hoofdpersonen vaak onaangepaste meisjes zijn die uitblinken in niet-vanzelfsprekendheden. In Een huis met zeven kamers zit Piesie op de tafel, niet op een stoel, ze heeft een rare koffer en spreekt met drie woorden. Kinderen vinden dat prachtig, zoals ze onconventionele Pippi Langkous bewonderen. Als Joke het in haar lezing heeft over de kinderboekenschrijver ‘die zich voorover buigt, lessen wil leren, het allemaal beter weet, of de lezers volgens verwachtingen wil binnenloodsen in een kleine, herkenbare wereld’ dan denk ik aan veel Surinaamse kinderboeken waarin kinderen braaf moeten zijn en gestraft worden als ze dat niet zijn. Als we alleen maar uitgaan van wat wij vanzelfsprekend vinden, dan kweken we kinderen op tot angstige volwassenen die alleen maar naäpen wat anderen zonder gevaar hebben voorgedaan.Van Leeuwen somt dan in haar lezing een aantal tegenstellingen op en noemt daarbij boeken die niet uitgaan van het vanzelfsprekende en waarin gespeeld wordt met vaste verhoudingen: groot-klein (Alice in Wonderland), ervaren-onervaren, weten-niet weten, afhankelijk-onafhankelijk, belangrijk-onbelangrijk. Steeds worden rollen omgedraaid.Kinderboeken moeten niet kinderachtig zijn maar kinderlijk, de schrijver moet weer worden als een kind. Er moet geen kloof zijn tussen volwassenen en kinderen, maar een brug. Ze moeten om hetzelfde kunnen huilen en lachen. De vader van Joke van Leeuwen, de bekende theoloog Gerrit van Leeuwen, schreef begin tachtiger jaren een paar artikelen over naïviteit die ik nooit ben vergeten en ik zie in de lezing van dochter Joke dezelfde inspiratie. Naïviteit heeft een negatieve klank: ‘Doe niet zo naïef!’ Maar het woord betekent ook: openhartig, ongekunsteld, ongedwongen, onbevangen, eenvoudig, puur. En dat zijn eigenschappen die elke kinderboekenschrijver zou moeten bezitten. ‘Dichter is hij die op iedere leeftijd weer kind kan zijn’, citeert Van Leeuwen ten slotte de geleerde en schrijver Albert Verwey (1865-1937), naar wie de jaarlijkse lezing werd genoemd.* De lezing is hier na te lezen.

Caraïbisch vers in foto’s

Op donderdag 28 november kon het publiek in de Centrale Openbare Bibliotheek Amsterdam Zuidoost kennismaken met de nieuwste Caraïbische boeken en hun schrijvers. Maar liefst acht schrijvers en een uitgever kwamen aan het woord in tafelgesprekken met Michiel van Kempen. Een foto-impressie.Journaliste Jeannette van Ditzhuijzen opende de avond met een portret in woord en beeld van Músika Curaçao, een boek over Antilliaanse muziek met schitterend fotowerk van Sinaya Wolfert, waarvoor Jeannette de tekst schreef.

De Antilliaans-Nederlandse schrijfster Giselle Ecury ging in op de familiebanden die aan haar romans binden, en dan met name aan haar nieuwe roman De rode appel. Eardly van der Geld schreef een roman over wat het slavernijverleden voor nu betekent: Curaçaos bloed; hij gaf een blik in de plannen die hij heeft om net nog met onderwerp door te gaan.Karin Amatmoekrim bekende dat zij na alle commotie rond haar roman over Anton de Kom., De man van veel, het boek nog altijd exact zo zou schrijven. Historicus Leo Balai vertelde gepassioneerdieerd over het slavenschip Leusden en de moord op meer dan 650 slaven. Janny de Heer vertelde over de lange weg die zij ging om onderzoek te doen voor haar historische roman over het 19de-eeuwse Suriname Gentleman in slavernij.  In de laatste ronde spraken Ricardo MacNack en uitgever Franc Knipscheer. Ricardo MacNack vertelde levendig over zijn jaar in de DDR, waar hij ervaring op moest doen om een drukkerij op te zetten en hoe er tegen hem als vreemdeling werd aangekeken; Vervlogen dagen was daarvan het gevolg. Uitgever Franc Knipscheer van uitgeverij In de Knipscheer vertelde hoe de crisis ook voordelen kan bieden aan uitgeverijen die hun nek uitsteken.

Saxofoniste Sanne Landvreugd gaf een mooie muzikale sfeer met werk van onder meer de Braziliaan Jobim. Foto © Michiel van Kempen

Presentacion Tocante Exposicion di Arte Reino Tropical

A power point presentation & public discussion about the Tropical Kingdom art exhibition recently opened in the Netherlands. presented by UNOCA and the Aruba Intl. Arts Foundation. Participating artists are invited to be present and to share. Free entry, all languages spoken.

For general audiences.

Unoca ArubaOranjestad, Aruba

Date: Friday 13 December 2013, Time 12.30 AM-2.30 AM

by Stan Kuiperi 

Fundacion UNOCA conhuntamente cu Aruba Intl. Arts Foundation ta presenta un anochi di charla y imagennan tocante e exposicion ‘Reino Tropical’ cu recientemente a habri na Hulanda.Ambos organisacion ta haya importante pa comparti e experiencia di artistanan Arubano den exterior cu e publico general y amantenan di arte aki na Aruba. Hopi biaha sa pasa cu eventonan den exterior ta tuma luga, pero sin cu despues tin feedback pa nos publico local mes. Tur artista cu a participa tambe ta invita pa ta presente y pa splica nan obra na e publico local, y lo tin oportunidad pa intercambia di idea y opinion riba un manera democratico y comunitario.Pues riba diahuebs dia 12 di december proximo, pa 7:30 te 9:30 di anochi, lo tin un presentacion pa medio di power point na edificio di fundacion UNOCA, den e sala principal di exposicion. Di e manera aki nos publico en general tambe por comparti e evento di arte aki, haya informacion di e contenido, y forma y expresa nan propio opinion riba e desaroyonan aki di arte. Interesante ta cu tin obranan di arte di tur seis isla di Caribe den Reino Hulandes, algo cu no sa pasa hopi.E presentacion tin un meta educativo y informativo, y ta pa publico en general di tur edad y interes. Pues un y tur ta keda invita pa e presentacion aki, sin gasto di entrada, riba diahuebs 12 di december. E edificio di UNOCA ta situa na Stadionweg 21, y su telefon ta 583-5681.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter