blog | werkgroep caraïbische letteren

Pleidooi voor samenwerking binnen taalgemeenschappen

door Jan Gajentaan      

Wie mijn artikelen regelmatig volgt, weet dat ik tamelijk sceptisch sta tegenover concepten als “regionale integratie” of “Zuid-Zuid samenwerking”. Ik denk dat dit nogal modieuze begrippen zijn waar velen achteraan lopen, zonder zich te realiseren wat precies de voor- of nadelen ervan zijn.  

Suriname en Nederland zijn allebei soevereine natiestaten, maar Nederland heeft als lid van de Europese Unie en de Eurozone al een groot deel van haar soevereiniteit afgestaan aan de Europese Unie. Of het nu gaat om de nationale begroting (het belangrijke budgetrecht), om wetgeving op milieugebied of om het vastleggen van richtlijnen voor immigratie, het is steeds meer “Brussel” dat bepaalt en niet “Den Haag”. Of dit per saldo voordelig of juist nadelig is voor Nederland, is een discussie die de gevestigde politieke partijen meestal uit de weg gaan.   In Zuid Amerika staat de regionale integratie nog maar aan het begin, maar ook hier zien we dat een relatief kleine politieke elite besluiten neemt en een bepaalde richting inslaat, zonder dat hier een democratische discussie of volksraadpleging aan vooraf gaat.  

Het enthousiasme van sommige diplomaten en politici voor regionale integratie en Zuid-Zuid samenwerking is haast aandoenlijk. Zo las ik afgelopen week over het vurig pleidooi van Peter van der Walt (diplomaat uit Namibië en lid van de ACP) voor meer samenwerking tussen ACP en Unasur en tussen Namibië en Suriname in het bijzonder. Van der Walt wees erop dat beide landen vergelijkbare problemen hebben zoals een slechte infrastructuur en een achterstand op ICT gebied. Het klinkt hartverwarmend, maar als je er drie tellen over nadenkt vraag je je af wat Namibië dan zou kunnen doen voor Suriname of omgekeerd Suriname voor Namibië. Zouden ze elkaars infrastructuur kunnen verbeteren? En hoe kunnen ze elkaar helpen met meer kennis van ICT, als ze daarmee allebei een achterstand hebben?   Misschien is het daarom goed om het concept van meer samenwerking binnen taalgemeenschappen in overweging te nemen, naast de concepten van regionale integratie en Zuid-Zuid samenwerking die momenteel zo in zwang zijn. Zolang er in Suriname en op de Antillen nog Nederlands wordt gesproken en dit ook in Nederland en in Vlaanderen het geval is, ligt het dan niet voor de hand om tussen deze gebieden de samenwerking te intensiveren?      

De betreffende landen hebben nu eenmaal het Nederlands als gemeenschappelijke taal. Dit maakt het makkelijker om kennis uit te wisselen, handel te drijven, investeringen te doen, werkgelegenheid te outsourcen, aan culturele en sportieve uitwisseling te doen, het toerisme te promoten, technische vaardigheden over te brengen, onderzoek te delen, etc. Zeker als we ons aan beide kanten van de oceaan kunnen ontdoen van vooroordelen uit de koloniale tijd en leren samenwerken op basis van gelijkwaardigheid en onderling respect, zie ik een goede toekomst voor dit type samenwerking.  

[uit GFC Nieuws,  21 september 2013]

on 23.09.2013 at 8:50
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter