blog | werkgroep caraïbische letteren

Pim, Wim en ik


De liefde voor literatuur heb ik van mijn vader, Pim. Romans lezen was zijn hobby, ze interpreteren zijn passie. Pim, geboren in 1926, kwam op 30 jarige leeftijd vanuit Nederland naar Curaçao.

Pim Heuvel (1990) / collectie AGB

Om les te geven aan de lagere school in alle vakken, zes jaar, aan de mulo in een hele rits vakken, zes jaar en aan de havo/vwo van 1969 tot aan zijn terugkeer naar Nederland in 1975, alleen in Nederlands. Ik herinner me de rijen ruggen van de romans en bundels in de slaapkamer van mijn ouders waarlangs mijn ogen dwaalden. Als jongetje mocht ik in die luchtgekoelde kamer de armen van Morfeus vinden. Aafjes, Blaman, Debrot stonden alfabetisch gerangschikt. Elke voornacht opnieuw waren dat betekenisloze woorden die mijn fantasie prikkelden en doorwerkten in Hypnos’ rijk. Pim kreeg regelmatig een stapeltje boeken. Met de pijp vaker uit dan aan las hij ze, begon te schrijven op papier, mijn moeder hielp hem met het uittikken daarvan en vaak mocht ik mee naar de Curom waar papa die geschreven woorden uitsprak en meneer Van Wijk, Huub geloof ik, de technicus, die mondelinge recensies de ether in zond. Pim ging ook veel naar het toneel. Om daarover te schrijven. Kijkend aantekeningen maken, naar huis, artikel schrijven, uittikken en ‘s anderendaags, op weg naar school, bij de Amigoeredactie afgeven. Dit beeld heb ik van mijn lezende en recenserende vader.

Wim

Toen hij aan het Maria Immaculata Lyceum Nederlands gaf, merkte hij dat de Nederlandstalige literatuur van de Antillen, Marugg, Van Leeuwen, De Jongh, Juliana, De Haseth, Lebacs etcetera, door recensenten in Nederland anders geïnterpreteerd werd dan door Antillianen of makamba’s die door een jarenlang verblijf op Curaçao of een van de andere eilanden ‘beneden de wind’ een bredere horizon hadden. Hij miste tijdens de lessen literatuur die hij aan met name de bovenbouwleerlingen gaf een boek over de Nederlandstalige literatuur van de Antillen. Daarom schreef en publiceerde hij in zijn laatste werkzame jaar op Curaçao samen met Kees Smit het boekje ‘Autonoom’, speciaal voor zijn doelgroep, eindexamenkandidaten havo of vwo. 

De interpretaties in dit boekje, dat een jaar later een tweede en gewijzigde druk beleefde, dankzij adviezen van met name B. Jos de Roo en Max Nord, vielen niet bij iedereen in goede aarde. Logisch, interpretaties zijn subjectief omdat ze met referentiekaders en associaties te maken hebben. Maar het eerste eígen literatuurboekje voor de Antilliaanse schooljeugd was een feit.

Wim Rutgers is 15 jaar na Pim geboren en in het jaar dat Pim afscheid nam van het onderwijs op Curaçao, is Wim naar Aruba verhuisd en daar gaan werken. In 1975 stopte Pim als (toneel)recensent en begon Wim als (literair)criticus voor Amigoe. (Dit houdt overigens niet in dat zij de enige recensenten zijn geweest. De eerder genoemde B. Jos de Roo was dat ook, en Carel de Haseth, Pablo Walter en Jules Marchena om slechts enkele anderen te noemen.) Na de geboorte van Antilliaans Dagblad is hij naar deze krant overgestapt. Wim staat in Wikipedia geboekstaafd als surinamist, terecht, maar daar mag toch ook zeker antiyanist bij gedacht worden. Wim is niet te vergelijken met Pim, wat betreft de hoeveelheid gepubliceerde studies overtreft de jongere de oude ‘by far’, ook wat betreft de academische titels en carrière. Toch kan ík ze vergelijken. Ik heb Wim voor het eerst gezien, niet ontmoet, maar gezien in 1994 in de Utrechtse universiteit, bij zijn promotie op het proefschrift ‘Schrijven is zilver, spreken is goud’. Samen met Pim was ik bij die plechtigheid. Ik was toen theatermaker, nog niet papiamenticus. Pim moest wennen aan de historische aanpak van de literatuur, hij was meer van de ‘close reading’ van de inhoud, en de ‘vorm’ telt meer dan de ‘vent’. Wim hoorde bij een nieuwe stroming, de receptieve kritiek. Als theaterman was ik geïnteresseerd in drama, het ‘conflict’ tussen de twee. ‘Agree to disagree’. 

Pim is vóor de oorlog geboren, Wim erin en ik erna, zestien jaar na Wim. In 2000 ben ik leraar basisschool geworden op Curaçao. In 2002 begon aan de UNA de opleiding voor bachelor Papiamentu. Toen kruiste mijn pad dat van Wim, onze docent caraïbistiek. Dezelfde stimulerende eigenschap van een betrokken docent die Pim had, had Wim. Dezelfde interesse in literatuur. Wat deze gedragseigenschappen betreft, kan ik Wim en Pim wel degelijk vergelijken. Allebei kunnen ze door hun manier van lesgeven liefde voor de literatuur overbrengen, ook al is de invalshoek van beide leermeesters verschillend. Mijn liefde voor literatuur is door Pim ingezet en door Wim uitgebreid.

Jeroen Heuvel, MEd
Geschreven voor Wim Rutgers, emeritus hoogleraar van de University of Curaçao, bij zijn afscheid. Een kortere versie staat in het liber amicorum.

1 comment to “Pim, Wim en ik”

  • Fijn, Jeroen, om de werkgeschiedenis van je leermeesters onder ogen te krijgen. En en passant jouw kindertijd, ik zie je al langs die boeken lopen.

Your response at Ita Heuvel

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter