blog | werkgroep caraïbische letteren

Pijn verpakt als luchthartigheid

Van zo ver gekomen van Bernadette Heiligers

door Michiel van Kempen

Wie is de best schrijvende auteur van Curaçao op dit moment? Een fascinerende vraag, nooit objectief te beantwoorden, en natuurlijk moet je allereerst beginnen met een onderscheid tussen de Papiamentstalige en de Nederlandstalige auteurs. Dat onder de laatste groep Bernadette Heiligers hoge ogen gooit, is zeker, zoals ze toont met haar laatste boek.

Curaçao als een benauwend universum, bepaald door herkomst, familiebanden, huidstint, haarsoort, geschiedenis en herkomst: dat is het décor waartegen Bernadette Heiligers haar nieuwe roman, Van zo ver gekomen, situeert. Elke vezel van hoofdpersoon Dini, vroegwijze Dominicaanse immigrantendochter, verzet zich tegen wereld en zij wil zich met alle kracht over alle grenzen heenzetten.

Zij is tien jaar oud als ze vanuit de Dominicaanse Republiek naar Curaçao komt. Haar moeder Ariana vindt er emplooi als verzorgster van Rutger Helbier, de bedlegerige echtgenoot van Lillian Helbier, die zichzelf verheven voelt boven het Curaçaose gepeupel; pronken met een verzorgster voor haar echtgenoot maakt deel uit van de elitepositie zoals zij die voor de buitenwereld graag etaleert. Maar Ariana verblijft intussen wèl illegaal op het eiland, zij wordt scheef aangekeken door de werkster Ena (ook een Dominicaanse) en dat zij met een dochtertje is gekomen, vindt iedereen ongemakkelijk. Ariana wil aan die situatie graag een einde maken door een huwelijk met de jongste zoon van de Helbiers, Simon, voor wie zij graag haar billen schudt. Zover komt het niet, want zij verdrinkt daags vóór de dag van het voorgenomen huwelijk (het openingshoofdstuk van het boek). Grote opluchting voor de matrone Lillian Helbier, die neerkijkt op haar jongste zoon die als handwerksman de kost verdient, in tegenstelling tot de oudste zoon die in Nederland studeert. Grote opluchting in feite ook voor Ariana’s dochter Dini, die wel doorhad dat Simon het aanlegde met zekere Felicia. Maar de dood van Ariana treft haar als een mokerslag. Gaat het u als lezer nu al enigszins duizelen? Het is nog niets, want we zijn nu zo ongeveer op een derde van het boek, en het aantal karakters in het boek bedraagt zeker twintig, de wat kleinere niet eens meegeteld. Als ik de hele plot uit de doeken doe, bent u helemaal aan het rondtollen.

Te veel

Daarmee stuiten we ook op een probleem: zoveel personen voor een tekst van ongeveer 125 pagina’s is gruwelijk veel, en die kunnen ook niet allemaal even goed uitgewerkt worden. Daar komt nog bij dat het verhaal zich op twee tijdslijnen afspeelt: rond de tijd van de komst van Ariana en Dini naar Curaçao – dat is ergens in de buurt van de meirevolte van ’69 – en vele jaren later wanneer Dini zich een onafhankelijke positie als juriste heeft weten te verwerven. Dan ontvouwt zich hoe allerlei relaties totaal anders in elkaar blijken te zitten dan aanvankelijk gedacht – tot en met een puur incestueuze verhouding toe. Daar komt nog een verhaallijn bij: de bemiddeling van Dini in de moeizaam verlopende relatie van de Nederlandse ondernemer Renske met de Bonaireaan Eldon. Je moet het boek minstens twee keer zeer aandachtig lezen om dat hele kluwen van mensen te kunnen volgen, mensen die ook nog soms verschillende namen dragen (en dat heb ik nog maar de helft van alle protagonisten genoemd). Ik heb het boek tweemaal gelezen en ook een schema gemaakt van alle relaties, maar dat schema kwam er langzamerhand uit te zien als een organogram van een vijf generaties oude maffiafamilie die opereert in vier landen.

Sandòms

Bernadette Heiligers weet veel van de cultuur van het eiland vaak subtiel aan te duiden, en dan met name het verfijnde net van waardering en depreciatie tussen allerlei eilandbewoners. Het neerkijken op de sandòms (de mensen van de Dominicaanse Republiek) die dan weer in rangorde boven de Afrikanen staan. De zogenaamde beschaving die de Nederlanders hebben gebracht en de betuttelende rol van de makamba’s die Bonaire overspoelen. De lethargie en gemakzucht van eilandbewoners. De rol van de soeurs (niet eens zo negatief getekend) en van de boeken die in het onderwijs gebruikt worden – met de Max Havelaar als stevig contrapunt. De omwenteling die de revolte van mei ’69 op Curaçao teweegbracht – en die ook het startschot zal zijn voor het totale verval van zo’n zelfverklaarde elitefamilie als die van de Helbiers, fraai gespiegeld in het oprukken van de muurkanker in hun verziltende huis. Het is allemaal heel véél. Het is te veel; je zou vooral wensen dat Bernadette Heiligers zich de tijd gegund had om er een kloek boek van 400 pagina’s van te maken. We moeten nu wel aannemen dat bijvoorbeeld de oudste zoon van de Helbiers, Raymond (hem had ik nog niet genoemd), zich met zijn arrogantie onmogelijk maakt op het eiland, maar meer dan een superkorte, indirect vertelde scène waarin hij uit een café gegooid wordt, krijgen we daarvan niet te zien. Wat zijn verkrachting van Dini bij het meisje teweegbracht: het wordt niet uitgewerkt. En de verhaallijn van Dini die later als mediation-therapeut het Bonaireaanse stel begeleidt krijgt geen inbedding in het grotere verhaal en loopt dood. Het lijkt er veel op dat die lijn toch vooral bedoeld is ook om ook Black Lives Matter nog het verhaal in te sjorren, want er volgt een emailwisseling tussen Dini en Renske waarin ook Zwarte Piet, racisme, de Shell, activisme en nog zo het een en ander voorbijkomt – een zwaktebod van de auteur, dat nog het meest doet denken aan de eindeloze discussies die in veel boeken uit de vroegere Derde Sprekerserie opdoken. Hier had de dienstdoende redacteur moeten zeggen: ho, stop, de tijd van postmodernistische flauwekul is voorbij, terug naar de schrijftafel.

Sprankelend geschreven

En toch laat Van zo ver gekomen ook zien wat een geweldige schrijfster Bernadette Heiligers kan zijn, zeker de eerste 66 pagina’s wanneer het verhaal nog betrekkelijk overzichtelijk blijft. Ze hanteert een krachtige stijl, ze schrijft sprankelende dialogen en heeft een enorm vermogen om dingen beeldend uit te drukken. In luchthartige zinnen verpakt ze veel pijn. Er is bijna geen bladzijde in het boek of er staat wel een gebeeldhouwde, schitterend geschreven zin op. Laat ik er een paar citeren:

“Ik moest vooral mijn best doen om het Nederlands te leren, zei ze voor de honderdste keer. Daarmee klom je sneller uit de afvalbak van mensen die net als wij van buiten kwamen om voor weinig geld te werken.” (p. 15)

“En dan die sarcastische grijns die zich als een worm over zijn gezicht uitrekte.”(p. 59)

“Overal Bonaireanen die langs de route staan te klappen om de Haagse ambtenaren te verwelkomen. Ontzetting wanneer de trein over hen heen dendert en hun gekrenkte zielen als een boze wolk over het eiland blijven hangen.” (p. 71)

“Sinds mama verdronken was, deden ze in de winkels een stuk aardiger tegen mij.”(p. 78)

‘Ariana bofte dat ze niet in Rosario was verwekt. Anders was ze ook op mijn moeders schrapertje terechtgekomen.” (p. 110)

 “Ik liet mezelf achterover uit het raam vallen en verwelkomde de smak die mijn hoofd op het rotsige erf maakte.” (pp. 128-9)

Bernadette Heiligers schreef een boek met een grootse boodschap: het leven is klote, maar laat je niet kisten. Ze schrijft ook groots. Maar wie zó kan schrijven, doet zichzelf èn de lezers tekort door een groot verhaal in zo weinig pagina’s te willen vertellen.


Bernadette Heiligers, Van zo ver gekomen. Haarlem: In de Knipscheer, 2021. ISBN 978-94-93214-49-1. Prijs € 17,50. (Het is jammer dat het boek in zo’n kitschomslag is uitgebracht. Het boek verdient beter.)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter