blog | werkgroep caraïbische letteren

Piet Emmer: tegenstanders gebruiken ‘kwaadaardige verzinsels’

Prof. dr. Piet Emmer (76), emeritus hoogleraar geschiedenis en pionier van het Nederlandse slavernijonderzoek, gaat deze week in Elsevier Weekblad tien pagina’s lang in debat met zichzelf over de kwestie waarin hij zelf onder vuur ligt: het Nederlandse slavernijverleden. Hij doet dat op uitnodiging van de redactie van Elsevier Weekblad.

Emmer gaat in op tal van historische aspecten van de discussie, zoals de rol van de Afrikanen zelf in de trans-Atlantische slavenhandel.

‘In de slavenhandel bepaalden de Afrikanen alles: op welke plek er werd gehandeld, hoeveel slaven ze wilden verkopen, wie ze wilden verkopen, van welke leeftijden en van welk geslacht. Het woord “deportatie” (zoals gebruikt in een tentoonstelling over Johan Maurits, de vroegere eigenaar van het Mauritshuis red.) is een activistische poging dat toe te dekken, het Europese schuldgevoel aan te wakkeren. (…) De bemanningen van de Europese slavenschepen waren helemaal niet bij machte Afrikaanse slaven te “deporteren” om de simpele reden dat de Afrikanen dat niet toestonden. (…) Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe het Rijksmuseum, dat volgend jaar een slavernijtentoonstelling wil organiseren, de Afrikaanse rol in de slavenhandel ter sprake zal brengen.’

Ook de vraag waarom Nederland destijds eerst tegen en toen voor slavenhandel was, komt in het gesprek aan bod. Net als de – voor het hedendaagse debat belangrijke – vraag of de slavernij nu om economische of om humanitaire redenen  is afgeschaft.
Lees de amuse in Elsevier, 28 oktober 2020.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter