blog | werkgroep caraïbische letteren

Persvrijheid is een groot goed, maar wat doe je ermee?

door Joshua Taytelbaum

De media besteden vandaag aandacht aan de de door Reporters Without Borders (RFS) gepubliceerde lijst met een vergelijkende waardering van de persvrijheid over de hele wereld, waarop Suriname dit jaar is gestegen, of zoals de Ware Tijd het noemt, de persvrijheid is onder Bouterse ‘verbeterd’. Maar goed dat de schrijver van het stuk, Ivan Cairo,’ verbeterd’ tussen aanhalingstekens plaatst, want het blijft natuurlijk allemaal relatief en het is nooit los te zien van de persoon van de beoordelaar, dus het is ook altijd subjectief. Uit dit rapport blijkt dat Suriname op een ranglijst van 179 landen van de 35e plaats in 2010 is opgeklommen naar de 22e plaats in 2011. Afwezigheid van geweld en ernstige schending van vrijheid van meningsuiting bepalen de score die een land krijgt. We mogen echter pas tevreden zijn als wij samen met het merendeel van de Europese landen ergens in de top eindigen.

Naar zijn mening gevraagd beklaagde de voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ), Wilfred Leeuwin, zich erover dat de media worden belemmerd om zelf de informatie te vergaren over processen en besprekingen die gaande zijn, zij moeten het doorgaans stellen met een comminiqué dat de regering uitgeeft op de staatszenders of in haar bij de dagbladen ingesloten katern ‘De Overheid’, dat de samenleving echter alleen maar ‘zoetsappige’ verhaaltjes voorhoudt. Leeuwin maakt echter niet duidelijk op welke wijze zij belemmerd worden, maar waarschuwt enkel voor ‘luiheid’ onder journalisten die zich hiermee tevreden stellen. Voor het eerstvolgende onderzoek zullen Reporters Without Borders zich breder moeten oriënteren, oordeelt Leeuwin in zijn gesprek met Ivan Cairo. Maar als het waar is wat Paul Kraaijer op Facebook beweert, namelijk dat Cairo het contact en dus ook de aangever is voor RFS, dan komt Cairo’s verslag in een heel ander licht te staan, hij mag zichzelf dus prijzen dat Suriname op die lijst is gestegen! Leeuwin had hem dus moeten vragen om aan de RFS door te geven dat ze volgend jaar eigen, onafhankelijke waarnemers moeten sturen, maar zo werken RFS helaas niet.

Wat doe je met je persvrijheid?
De kritiek van Leeuwin is net zo goedkoop als de luiheid die hij zijn collega’s verwijt. Gelijk heeft hij waar hij zegt dat men zich tevreden stelt met de door de overheid gegeven –veelal te oppervlakkige en onvolledige– informatie. Maar als Leeuwin oordeelt dat de overheid tekortschiet, moet hij onmiddellijk daaraan koppelen dat ook de journalistiek tekortschiet door niet zelf op onderzoek uit te gaan en zelf research te plegen. Denk maar niet dat het elders zo zou zijn dat de journalist alles op een presenteerblaadje krijgt aangeleverd. Het is nu juist de taak van de journalist om te beoordelen of de hem verstrekte informatie juist is, en zo niet, zélf op onderzoek uitgaan om de waarheid boven tafel te krijgen, en dat is nu precies waar het de Surinaamse journalistiek aan schort.

Research
Een ‘fraai’ voorbeeld is de ‘affaire’ Sasur, die door de media tot een ware hysterie is opgeklopt zonder dat er ook maar één journalist op het idee is gekomen om te onderzoeken wat Sasur is, hoe Sasur werkt en wat er wáár is van alle smadelijke verhalen die de media ongestraft publiceren. Zelfs Times of Suriname, die op gegeven moment niet anders kón dan constateren dat de media zich met hun hetze tegen Sasur schuldig maken aan machtsmisbruik, heeft het daarbij laten zitten, in plaats van met een op feiten gebaseerd en informatief artikel de zaak voor eens en voor altijd recht te zetten en uit de wereld te helpen. Wat heb je aan persvrijheid als je geen gebruik maakt van die vrijheid? Niets dus, want alle aan de Surinaamse media verbonden journalisten hebben –in strijd met alle journalistieke codes– alleen maar het woord van hun broodheer gesproken.

Dat is behalve een jammerlijke ook een vreemde conclusie, want een journalist zou als geen ander moeten weten wat auteursrechten zijn. De journalisten claimen wel auteursrechten op hun eigen werk, maar als het gaat om de auteursrechten van ‘songwriters/composers’ is het opeens een ver-van-hun-bed show en prediken zij klakkeloos –alsof er geen journalistieke ethiek bestaat– des broodheren woord. Trouwens, mij is bekend dat de Ware Tijd, toen nog met Desi Truideman als hoofdredacteur, zonder toestemming of vermelding van herkomst iets heeft gestolen uit een ingezonden stuk. In dat stuk was een woordspeling verwerkt, er werd naar analogie van SOA’s gesproken over POA’s: Politiek Overdraagbare Aandoeningen. Dat ingezonden stuk is niet geplaatst, maar Wienied maakte er diezelfde dag nog mooie sier mee in de column “Dingen van de dag”. Toen de inzender reclameerde gaven de ‘heren’ niet thuis.
Kortom, de Surinaamse journalisten kunnen maar beter hun huiswerk gaan maken in plaats van genoegzaam achterover te leunen vanwege een hogere ‘ranking’.

Zie ook het eerdere bericht SVJ oneens over ‘drastische vooruitgang’ persvrijheid

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter