blog | werkgroep caraïbische letteren

Persvrijheid, censuur en redactionele verantwoording

door Wilfred Leeuwin

Toen op dinsdagavond om 10 minuten over 7 de uitzending van het Jeugdjournaal werd beëindigd, had ik als journalist een bevredigend gevoel. Een journalistieke blunder en misstap was op een volwassen, verantwoorde en door de daarvoor aangewezen personen en instanties op een juiste manier aangepakt, opgelost en wat mij betreft afgesloten. De nasleep van het voorval dreigt evenwel een politiek geharrewar te worden, waarbij onjuiste accenten en foutieve uitleg over, persvrijheid, censuur en redactionele verantwoording, de boventoon dreigen te voeren.

.

Censuur en persvrijheid 
Censuur is per definitie geen onvriendelijk woord en houdt in, controle uitoefenen op, in dit geval wat wel of niet als publicatie mag worden vrijgegeven. In de journalistiek hebben censuur en het recht op vrije meningsuiting/persvrijheid een hechte relatie met elkaar. Persvrijheid garandeert elk individu het recht, nieuws en informatie te verzamelen, ideeën te verwoorden en die middels beeld, geschrift, gesproken tekst en andere vormen van media, te publiceren. Censuur of beter gezegd controle hierop is de verantwoordelijkheid bij de beleving van het recht op vrije meningsuiting. Juist om in die beleving geen andere rechten, zoals ‘privacy’ en het aantasten van de goede naam van derden te beschadigen.

De controle krijgt een tegenovergestelde en negatieve betekenis in het woord censuur wanneer de brenger van het nieuws de feiten verdraait, verzwijgt en verkleurt. Dit wordt zelfcensuur genoemd. Wanneer vanuit de overheid de publicatie van het nieuws, bij welk medium dan ook, belet, de feiten verdraaid of ongedaan maakt, is er sprake van opgelegd cesuur. Overigens moet met klem worden benadrukt dat het geenszins de taak is van de overheid controle uit te oefenen op het nieuws, ook niet bij de staatsmedia. Zelfcensuur vindt vrijwel dagelijks plaats bij de verschillende media.Voor wat betreft (opgelegd) censuur, zijn er tal van voorbeelden, maar verwijs ik hier bewust naar slechts drie gepleegd door de ene en dezelfde overheid, uit twee verschillende regeerperioden, zo u wilt dezelfde overheid met twee verschillende gezichten. Het eerste is in de jaren tachtig, tijdens en na de staatsgreep en de daarop volgende militaire periode toen censoren op de verschillende nieuwsredacties werden geplaatst om het nieuws te controleren, voordat het werd gepubliceerd. In die periode zijn mediabedrijven ook gesloten en letterlijk weggeschoten. Het tweede voorbeeld is toen op 10 mei 2007 een uitzending van het programma Suriname Vandaag, ook door dezelfde overheid, maar nu met een andere politieke geaardheid uit de uitzending werd gehaald. Dit programma onderging hetzelfde lot in 2009. In alle drie gevallen is sprake geweest van censuur door de overheid, omdat niet haar belang werd gediend. Benadrukt moet worden dat het politieke belang, zeker dat van een zittende regering niet hetzelfde is als het algemeen belang. In een democratie is het slechts aan de rechter toebedeeld uit te maken wiens en welk belang of recht zou zijn geschaad. Deze voorbeelden zijn voor de journalistiek afgrijselijke dieptepunten, die internationaal ook als zodanig staan opgetekend.

Afgaand op het moment en de omstandigheden waarop op maandag 9 december een uitzending van het Jeugdjournaal via de STVS uit de ether is gehaald, mag worden geconcludeerd en aangenomen dat op dat moment, wat de reden ook mag zijn geweest en wie dat ook zou hebben gedaan, er sprake is geweest van censuur door de STVS. Om de discussie gezond te houden is belangrijk daar niet bij stil te blijven staan. Het is juist het vervolg traject in deze kwestie die maakt dat achteraf, na hoor- en wederhoor en de acties die zijn ondernomen door de STVS en het Jeugdjournaal, er van censuur totaal geen sprake is en kan zijn geweest, maar een incident. Censuur wordt alleen opgelegd door een overheid, een gezagvoerder of aangewezen persoon of instantie. Door iemand die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt.

In het onderhavige geval is de vermeende of in eerste instantie opgelegde censuur genomen door een onbevoegde medewerker bij de STVS. De verantwoordelijken bij de STVS, in dit geval zeker twee personen (Shirley Lackin als lid van het managementteam belast met de dagelijkse leiding bij de STVS en Borger Breeveld, lid van het managementteam), hebben in overduidelijke taal niet alleen deze handeling betreurd, afgekeurd en verworpen en zich verontschuldigd, maar is ook aan het Jeugdjournaal de gelegenheid gegeven het programma alsnog zonder inmenging van de STVS, in zijn geheel uit te zenden. Het Jeugdjournaal heeft niet alleen de gelegenheid gekregen dit te doen, maar heeft zelfs de ruimte gekregen haar doelgroep (kinderen) omstandig uit te leggen wat zich heeft voorgedaan. Sterker nog, in die uitzending is aan de doelgroep/kijkers een wat mij betreft goed item gepresenteerd over het onderwerp censuur. Lackin is ook nog in datzelfde programma in beeld verschenen om aan te geven dat de gepleegde censuur/ handeling nooit had mogen plaatsvinden.

Verantwoordelijkheid 

Lackin heeft uitgelegd dat alle programma’s die worden aangeboden, worden gescreend en bekeken om na te gaan of die geschikt zijn voor de uitzending. In de journalistiek is dit een normaal gegeven. Op alle redacties is dit de taak van de hoofdredacteur die de journalistieke verantwoordelijkheid draagt binnen het medium er op toe te zien dat het aangeboden programma, ingezonden artikel of ingesproken bericht, beantwoordt aan niet alleen de rechten van artikel 19 van de grondwet (het recht op vrije meningsuiting ) maar ook de plichten. Dit heeft niets te maken met censuur en het beknotten van de persvrijheid. Ook aan de redactie waar ik mijn journalistiek beroep uitoefen, worden artikelen aangeboden. Sommige doorstaan de journalistieke criteria, bij andere wordt de aanbieder aangegeven dat het stuk door de beugel kan mits hij enkele aanpassingen pleegt, terwijl sommige aanbieders met een nette maar kordate brief worden bedankt voor het opsturen van het stuk naar onze redactie, maar dat het niet geplaatst kan worden, omdat het niet voldoet aan de voorwaarden.

Gebruikmakend van het recht op vrije meningsuiting lijkt het mij een gezonde zaak dat de publieke opinie, rond censuur, persvrijheid en de redactionele verantwoordelijkheid, zich blijft ontwikkelen met positieve, rationele en vooral goed onderbouwde stellingen, zonder dat de begrippen bewust of onbewust uit hun context worden gehaald of een foutieve betekenis aan wordt opgehangen.

Wilfred Leeuwin is journalist.

[van Starnieuws, 11 december 2013]


P.s. Belangwekkend onderwerp. Maar zou de heer Leeuwin voortaan een journalistieke toon kunnen hanteren in plaats van deze quasi-juridische krullendraaierij – red. CU. Voor diegenen die de context niet kennen, even een toelichting:

In de uitzending van dinsdag was een kort stukje te zien van de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de Decembermoorden die maandag uitgezonden had moeten worden. Verder werd uitgelegd wat censuur is waarom dat niet goed is. Direct na de aankondiging van het item over de Decembermoorden was de uitzending gestaakt. Dit leidde tot verbazing en verontwaardiging bij de makers en veel Surinamers. De Surinaamse Vereniging van Journalisten sprak van censuur.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter