blog | werkgroep caraïbische letteren

Paradijs

door Sharda Ganga

Een van de gruwelijkste dingen die ik deze week hoorde was uit een onderzoek naar geweld tegen vrouwen onder scholieren in het Caribisch Gebied. Bijna alle jongens en meisjes vinden geweld tegen vrouwen niet okay- maar bijkans 40 procent vindt het prima als een vrouw wordt “gedisciplineerd”. Ik viel zowat van mijn stoel.

“Disciplineren”, daarmee bedoelen ze toch “straffen”? Precies zoals je een ongehoorzaam kind moet disciplineren. En in het Caribisch Gebied verstaat men onder straffen van kinderen vaak lijfstraffen – ik was lang geleden getuige van een felle discussie in een Caribisch land, waarbij de zaal zich en bloc uitsprak tegen een wetsvoorstel om lijfstraffen van kinderen door onderwijzers strafbaar te stellen. Ik wist niet wat ik hoorde.

Wat is dan het verschil tussen disciplineren en geweld? Want men slaat toch altijd omdat de ander iets heeft gedaan of gezegd wat ze volgens de dader niet hadden mogen zeggen of doen, aldus “disciplinering” nodig makend? Het pijnlijkst is natuurlijk dat ook meisjes die mening zijn toegedaan. Zij zullen, als ze ooit slachtoffers worden van geweld, waarschijnlijk behoren tot de groep vrouwen die, in plaats van hulp te zoeken, zich zal schamen en/of denken dat zij er zelf schuld aan hebben. “Ik had hem niet moeten brutaliseren; ik weet dat hij zo jaloers is, dus ik had niet moeten lachen naar die meneer”, dat denken ze dan. En dat is levensgevaarlijk.

Zo had ik nog meer stoelvalmomenten deze week. Nu waren het geen kinderen die die teweeg brachten, maar grote mensen die bij elkaar waren tijdens de 12e Conferentie over Vrouwen in Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied. Wat hier wordt besproken en vastgelegd in de “Santo Domingo Consensus” wordt deel van de regionale afspraken over vrouwenrechten.

Het was een moment van bezinning, toen bij de bespreking van de tekst een aantal van de Carabische deelnemers voet bij stuk wilde houden als het ging om de rechten van LGBTI’s (Gay, Lesbian, Bisexual, Transgender en Intersex personen-ja, ik ben solidair, maar kunnen we asjeblieft ophouden met letters plakken aan de afkorting?). Straks vinden ze nog dat ze recht hebben op sex-change operaties, giebelde een afgevaardigde. Of ze willen gaan trouwen, mompelde een ander. Is het niet hypocriet dat we bij elkaar zijn om de rechten van vrouwen af te dwingen, en tegelijkertijd de mensenrechten van anderen willen beknotten, vroeg ik me af.

Het is inderdaad waar, zoals sommige landen aangaven, dat het noemen van LGBTI’s in verdragen erg ongemakkelijk is voor sommige overheden; het gevaar is dan dat men het hele verdrag weigert te ondertekenen. Maar je staat voor mensenrechten, of niet. In Afrika heeft men een voorstel om dit soort gedoe te omzeilen. In plaats van opsommingen van bijzondere groepen (er staat dan “including rural, young, LGBTI’s, indigenous, Afro descendants, migrant ..” etc), wil men gewoon spreken van “de mensenrechten van alle individuen, zonder enig onderscheid”. Dat zou internationale mensenrechtenverdragen echt een stuk leesbaarder maken.

En als het leesbaarder wordt, dan begrijpen hopelijk meer mensen waar het om gaat, en wat het met hun leven te maken heeft. En als iedereen het begrijpt, en ernaar handelt, wel dan is het paradijs op aarde. En dan neem ik een hele lange vakantie.

gangadwt@gmail.com

[uit de Ware Tijd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter