blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Papiamentu pika

door Fred de Haas

In de tweede helft van de jaren 60 van de vorige eeuw kwam Frank Davelaar, leraar Spaans aan het Radulphus College van Curaçao, naar me toe en vroeg me, out of the blue: ‘weet jij waar ‘sanka’ (Papiaments voor ‘kont’) vandaan komt?

Hij gaf meteen zelf het antwoord: ‘dat komt van de samentrekking van het Spaanse meervoud ‘las ancas’ (de schoften van een paard). Hij draaide zich tevreden om en liep weer weg. Ik denk niet dat Frank – que en paz descanse – op dat moment besefte dat hij met deze eenvoudige mededeling het ontstaan van (Creoolse) talen had verklaard. De naam ‘Davelaar’ komt overigens van ‘d’Avila’, een Sefardische naam.

Het duurde tot 1992 toen ik weer werd geconfronteerd met de informele en vrolijk obscene kant van het Papiaments. In dat jaar werd namelijk het boek Un prinsipio pa un dikshonario erótiko van de Curaçaose schrijver Tip Marugg gepubliceerd. Het was keurig en zonder fouten gedrukt bij de voormalige drukkerij van de Fraters van Tilburg op Scherpenheuvel. De onverbloemde woordenschat die bijeen was gebracht door Tip vormde een origineel prachtboek waaraan door Carel de Haseth, terecht, in datzelfde jaar lovende woorden werden gewijd in de Amigoe di Curaçao.

De visie van Tip Marugg
In zijn Voorwoord van 1992 heeft Tip Marugg ons een kijkje gegund in de behandeling door Papiamentstalige schrijvers van mondeling overgeleverd informeel c.q. vulgair taalgebruik in hun werk. Volgens Tip Marugg is er bij de meeste schrijvers sprake geweest van grote terughoudendheid en in de zogenaamde banderitas, tambúliedjes en moderne tumbateksten was het informele taalgebruik vaak dubbelzinnig.
Een enkeling als Pierre Lauffer drukte zich direkter uit, bijvoorbeeld in Seis aña kaska bèrdè (1968). Maar naarmate de tijd vorderde begon men hoe langer hoe meer in kranten en tijdschriften het beestje bij de naam te noemen.

Tip Marugg / foto collectie Enid Hollander

Tip Marugg heeft een grote hoeveelheid woorden verzameld die verband hielden met ‘liefde’ en seksualiteit. Hij schreef ze op in de fonologische spelling, hoewel hij hier grote bezwaren tegen had. Maar hij wilde niet moeilijk doen en maakte zijn eigen voorkeuren ondergeschikt aan de noodzaak van uniformiteit. Hij was er zich, overigens, van bewust dat hij Aruba niet had betrokken bij zijn project. Waarschijnlijk om het werk niet te omvangrijk te maken. Hij stelt wel uitdrukkelijk dat, bij een heruitgave van zijn werk, wel degelijk de specifieke woordenschat van Aruba (en Bonaire) zou moeten worden betrokken.
Tip Marugg vermeed het, terecht, om woorden en uitdrukkingen te vermelden die alleen maar in beperkte kring (vrienden, familie, etc.) werden gebruikt.

Tip schreef bij elk lemma een verklarend commentaar waarin hij niet schroomde om man en paard te noemen. Dat hij niet over één nacht ijs ging in de tropen blijkt wel uit de talrijke citaten die het woordgebruik ondersteunen. Deze citaten kwamen uit werk van 36 met name genoemde auteurs, zoals A.J.Maduro, E. de Jongh, E.R. Goilo, F. Oduber, G.E. Rosario, L.H.Daal, P. Lauffer en vele anderen. Hij raadpleegde ook kranten en tijdschriften, zoals Diario La Prensa, Diario Ultimo Noticia, Periódiko Vitó, etc.
Ook blijkt zijn interesse voor de herkomst van verschillende woorden en uitdrukkingen. Bij de uitdrukking ‘traha repa’ (lesbische seks) wijst hij op een herkomst uit Cuba, Venezuela, Mexico en Argentinië waar de term ‘arepa’ de betekenis heeft van ‘pannekoek’, hetgeen, in dit verband, voor de goede verstaander voor zichzelf spreekt.

Het Dikshonario van Tip Marugg is allang niet meer te krijgen en om in deze leemte te voorzien hebben een aantal ‘amante di Papiamentu’ op initiatief van de Bonairiaanse Stichting Akademia Papiamentu Boneiru (2010) hun best gedaan om het erotische erfgoed van Tip levend te houden.

Papiamentu Pika
In 2021 is er een kloek en mooi uitgevoerd boekje verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer te Haarlem,  onder de titel Papiamentu Pika (Pittig Papiaments). Het is uitgegeven door de Akademia Papiamentu Boneiru die ook het copyright heeft. De duidelijke typografie is ontworpen door Gregory Berry en de eindredactie is verzorgd door Lucille Berry. De productie van het boek was in handen van Uitgeverij In de Knipscheer. De oplage telt een paar duizend exemplaren. De taal van het boekje is Papiaments en is dus duidelijk bedoeld voor een Papiamentstalig lezerspubliek.
Lucille Berry heeft een Inleiding verzorgd waarin zij nader ingaat op de verschillende taalregisters. Zij noemt er drie: het informele, het onfatsoenlijke en het vulgaire. Onvermeld blijft het ‘gewone’ register waarvan de grootste  hoeveelheid woorden in het boekje zijn opgenomen.
Van de drie door haar genoemde taalregisters worden er voorbeelden gegeven die het volgende uitdrukken: afkeuring, ergernis, commentaar, afwijzing, bewondering. En net als in het Nederlands kunnen ook in het Papiaments informele of zelfs vulgaire uitdrukkingen worden gebruikt om, naast allerlei negatieve, ook positieve gevoelens, zoals gevoelens van bewondering uit te drukken: ‘E gai ta mas bon ku un koño!’ (vert. die vent is retegoed!)
De Inleiding bevat echter een overdaad aan uitdrukkingen met ‘koño, karaho, baina, pendeu, hode’ (zes van de acht bladzijden!) die meer thuishoren in het Vokabulario dan in een Inleiding.

Zoals de titel aangeeft betreft het hier ‘pittig’ Papiaments. Het was dan ook de bedoeling woorden te rubriceren die behoren tot de informele en grove/obscene woordenschat. Dat laatste is maar zeer gedeeltelijk ingevuld omdat de meeste woorden en uitdrukkingen die in het boekje staan behoren tot de gewone (‘nette’) woordenschat van het Papiaments. Je kan ze in veel gevallen, samen met de  informele en vulgaire termen,  ook vinden in de woordenboeken van Joubert en Van Putte, met dien verstande dat Van Putte wat uitgebreider is in dat opzicht. Joubert mag er echter óók wezen met uitdrukkingen waarin ‘sanka’ ruim aanwezig is. Al deze woordenboeken zijn – natuurlijk – voorzien van een Nederlandse vertaling.

Papiamentu Pika: steunend op eigen kracht?
De samenstellers van het boekje hebben flink gebruik gemaakt van het werk van Tip Marugg. Het werk van Tip bevat ongeveer 1015 woorden die op een enkel woord na letterlijk zijn overgenomen in Papiamentu Pika. De Akademia heeft er ± 125 nieuwe aan toegevoegd. Een nogal magere oogst. 
Ook het commentaar achter de woorden van Marugg is geheel of gedeeltelijk gekopieerd. Wie het boekje van Marugg in huis heeft kan dit verifiëren door een aantal woorden te vergelijken met het commentaar in Papiamentu Pika. Voorbeelden: gai, alma, bai perdí, dams bieu, ei bou, forpas, gitara, hasi mazón,, impotensia, kabu kabu, kuashi, lolo, mula, nochobi, pashón, rema, repa, tambú di sanka, waiki, yuana (sopi di..), zuans.
Het is leuk om sommige commentaren te lezen. Bij ‘kabu kabu’ staat in beide boeken (Dikshonario en Pap. Pika) het volgende commentaar: ‘Tur ku tin, kompletamente. Pa indiká penetrashon total di e miembro viril durante koito’ (vert. ‘De hele hap. Om aan te geven een volledige penetratie van het mannelijk lid tijdens de coïtus’).

De enige vermelding in Papiamentu Pika van een Arubaanse uitdrukking is het woord keshá (Awe sí mi ta keshá = vandaag ben ik verdomd geil). Op Curaçao gebruikt men hiervoor ‘speshá’ of ‘rechá’. Zo leer je nog eens wat over Aruba.
Het commentaar in de Dikshonario van Marugg is meestal veel uitgebreider en dus informatiever. Ook vermeldt Marugg de auteurs bij de verschillende citaten. Zo illustreert hij op bladzij 93 van zijn Dikshonario Erótiko zijn stelling dat vroeger bij het verwijzen naar sexualiteit dubbelzinnigheid troef was. De door hem geciteerde auteur Elis Juliana verwijst bij het woord ‘rema’ (roeiriem) naar de titel van het tambúlied ‘Pin Pin B’a kibra mi rema’ ( vert. ‘Pin Pin je hebt mijn roeispaan gebroken’.)

Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni / De schepping van Adam

Ook de in het boek van Marugg voorkomende, niet alledaagse eigennamen zijn letterlijk  met zijn commentaar overgenomen door de samenstellers van Papiamentu Pika: Casanova, Celestina, Chevalier d’Orsay, Eva, Adam, Kabai di Ararat, Lolita, San Antonio, Toni Lele, Sodoma i Gomorra, Tenorio. Erg origineel is het allemaal niet.
Je kan, trouwens, vraagtekens zetten bij de beweerde (zie de tekst van Uitgeverij In de Knipscheer) hoeveelheid jaren die er zijn besteed aan de samenstelling van het boekje door de 17 mensen die in het Voorwoord  worden genoemd. Maar misschien hebben ze in al die jaren maar één maand per jaar vergaderd. Wat ze al die tijd zijn vergeten is de uitdrukking ‘den tont’i larèina’ (vert. In de K… van de koningin). Wellicht uit misplaatst respect voor  het Koninklijk Huis.

Afkortingen gebruikt op Smartphone en Tablet
De enige oorspronkelijke inbreng van Papiamentu Pika is het aantal aan de moderne tijd aangepaste afkortingen die door menigeen gebruikt worden op tablet en smartphone (zie bladzij 139 e.v.). Daarbij moeten we voornamelijk denken aan de veelgebruikte pikante en obscene woorden. Een paar voorbeelden: DTBM (den tonto di bo mama = in de k ** van je moeder), MRK (Mariku = flikker), KBSNK (Keda bo sanka na kas = blijf thuis met je reet). Ook het getal 69 speelt een rol (sesent’i nuebe). Ook met uitgebreide uitleg: chupa patin i chupa tonto den e mes posishon di un seis i un nuebe. Ik laat de vertaling van 69 aan het inzicht van de lezer(es) over.
Waar ruim aandacht wordt besteed aan de uitleg van 69, ontbreekt deze bij het kryptische ‘5 kontra 1’ op bladzij 141. Ik zal zelf de ontbrekende uitleg verzorgen van ‘5 tegen 1’. De aanduiding betekent ‘sinku dede kontra un puñete’ (vijf vingers tegen één lul). Masturberen, dus. Op bladzij 88 staan een aantal uitdrukkingen voor hetzelfde fenomeen. Ook zonder uitleg. Wat betreft de uitdrukking ‘bati bintiun’ (letterlijk: ‘eenentwintig kloppen’), helpt de kenner Marugg de ‘Minnaars van het Papiaments’ postuum uit de nood. Het mannelijk lid wordt namelijk ook wel beschouwd als een eenentwintigste vinger. Als de uitdrukking in het Nederlands zou bestaan zouden we zeggen ‘Eenentwintigen’. Maar in Nederland is dat een kaartspel. Niets op aan te merken. Voor de betekenis op de eilanden, zie de uitleg boven.

DTBM / foto Aart G. Broek

Bij wijze van illustratiemateriaal zijn er ook nog een paar stukjes proza en wat gedichten opgenomen. Allemaal van mindere kwaliteit, behalve de poëtische bijdragen van Elis Juliana en Philip Rademaker. Van de laatste nemen we een limerick op met een Nederlandse variant van ondergetekende:

Orsini, un duke franses,
Ta zòm un kondesa ingles.
E di : Stòp Orsini
Tin hende ta bini.
Orsini di : Sí t’ami mes.

Orsini, Frans aristocraat, / die naaide een Engelse taart. /  Orsini! Hou op! /  En doe niet zo deftig en raar! (Orsini kwam adellijk klaar!)

Conclusie
Het vocabulaire en het commentaar in Papiamentu Pika is voor meer dan 80% overgeschreven van het Dikshonario Erótiko uit 1992 van Tip Marugg. Er zijn nauwelijks nieuwe woorden en uitdrukkingen aan toegevoegd. Er is niet geprobeerd om Aruba en eventuele Arubaanse woorden en uitdrukkingen erbij te betrekken. Op één na (zie boven). Evenmin is er een poging gedaan om de etymologie van woorden te achterhalen.
Ook de Curaçaos-Bonairiaanse spelling sluit Aruba uit. Dat pleit voor de invoering van een algemenere, uniforme spelling. Wanneer komen de Arubaanse en Curaçaose chauvinisten eens uit hun gekoesterde schuttersputjes?
Delno Tromp, bestuurslid van de Akademia, schrijft in zijn vrolijke voorwoord dat zij, de samenstellers van Papiamentu Pika, ‘a hari nos barika yen’ (hebben zitten schuddebuiken van het lachen). Dat zal best en het is hun van harte gegund.

Fred de Haas

Tenslotte moet ik constateren dat, in het licht van de postume en allesoverheersende bijdrage van Tip Marugg, de Akademia Papiamentu Boneiru heeft verzuimd om een foto van Tip Marugg op de achterflap te zetten. In plaats daarvan hebben ze hem verstopt in een rammelende ‘bibliografie’ achterin. Ongetwijfeld om zelf een muis te kunnen baren.

Esta piká, no? (Jammer toch?)

Het wachten is op een heruitgave van het Dikshonario Erótiko van Tip Marugg, met de nodige aanvullingen in de geest van de vijftien jaar geleden overleden schrijver.

Oorspronkelijk verschenen in Antilliaans Dagblad, 4 december 2021.



Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter