blog | werkgroep caraïbische letteren

Papiamentstalig MBO zet leerlingen op achterstand

door Juana Kibbelaar

Onlangs heeft de onderwijscommissie van de Tweede Kamer zich gebogen over het wetsvoorstel om op Bonaire een Papiamentstalig mbo aan te bieden. De ingediende vragen draaiden voornamelijk om de wens van verschillende fracties de mogelijkheid van aansluiting met Nederlands onderwijs open te houden. Hiermee heeft de Kamercommissie het echte vraagstuk nog niet te pakken.

De Landen binnen het Koninkrijk delen hetzelfde examensysteem en diploma’s worden hetzelfde gewaardeerd. Essentieel is daarom of met Papiamentstalige opleidingen vergelijkbaar onderwijs gerealiseerd kan worden. Het antwoord hierop is helaas nee.

Het Papiaments heeft een belangrijke maatschappelijke functie op de ABC-eilanden. De taal is de moedertaal voor het merendeel van de bewoners en vormt een wezenlijk deel van hun identiteit. Er is decennialang gestreden om erkenning van deze waardevolle taalfuncties. Met de recente bestuursafspraak om op Bonaire het Papiaments als taal en cultuuruiting te beschermen en te bevorderen is een noodzakelijke, rechtvaardige en positieve stap voorwaarts gemaakt. De ABC-eilanden worstelen echter nog met een onderwijsprobleem waar Nederland nooit over na hoeft te denken.
Een kerntaak van het onderwijs is om kinderen via het lezen onbeperkte toegang te geven tot allerlei bronnen van kennis en informatie. Jezelf kunnen informeren en verrijken met kennis is belangrijk voor studie of beroepsuitoefening. Goed kunnen lezen is geen hobby, maar noodzakelijk om te kunnen functioneren in de moderne geletterde en digitale samenleving. Denk maar aan internetbankieren, het begrijpen van een arbeidsovereenkomst of een bijsluiter van medicijnen. Daarnaast om alles te kunnen lezen wat bijdraagt aan ons dagelijks leven; zoals allerlei informatie op huis-, tuin- en keukenniveau en vrije tijdslezen.

Dat in het onderwijs op de eilanden de eigen taal en cultuur respect en aandacht verdienen is overduidelijk. Maar onderwijs heeft meer nodig. In de decennialange debatten over de instructietaal wordt stelselmatig over het hoofd gezien dat in het onderwijs kennis ontwikkeld moet worden: via taal! De enorme hoeveelheid en diversiteit aan kennis- en informatiebronnen in de grotere talen zijn vanwege kleinschaligheid in het Papiaments vrijwel niet beschikbaar. Met Papiamentstalig onderwijs hebben kinderen al in het begin van hun schoolloopbaan onvoldoende mogelijkheid allerlei kennis- en informatiebronnen te raadplegen en hebben zij onvoldoende mogelijkheid een vaardige lezer te worden. Daarom kan jammer genoeg al in de vroege schooljaren de bedoeling van onderwijs – het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en attitudes – onvoldoende worden waargemaakt.
Alle Papiamentstaligen, ook degenen die niet van het eiland afgaan, hebben het Nederlands (of een andere ‘grotere’ taal) nodig om onbeperkt informatie uit teksten te kunnen halen, er (schoolse) kennis en vaardigheden mee te kunnen ontwikkelen en de rest van hun leven zichzelf verder te kunnen informeren en ontwikkelen. Het vraagstuk is: Hoe krijgen Papiamentstalige kinderen het vereiste beheersingsniveau in een taal waarmee zij dezelfde toegang verkrijgen tot onbeperkte informatiebronnen als leeftijdgenoten elders in het Koninkrijk? Door het niet stellen en daardoor niet behalen van deze doelstelling in een grotere taal blijft de ontwikkeling van de Papiamentstalige leerlingen achter. Het ontbreken van deze doelstelling leidt hen naar laaggeletterdheid; in beide talen! Dezelfde toegang tot kennis en informatie is cruciaal om binnen het Koninkrijk gelijkwaardig onderwijs te realiseren. En dat moet het streven zijn van nieuwe onderwijswetgeving!

Een Papiamentstalige mbo lijkt vooral ingegeven door het feit dat leerlingen moeite hebben met het Nederlands. Maar het probleem is niet dat Papiamentstalige leerlingen geen Nederlands zouden kunnen leren. Nee, het knelpunt is dat het onderwijs tot nog toe niet in staat is gebleken het hen goed te leren. De onevenwichtige focus op Papiamentstalig onderwijs, met name in het kleuteronderwijs, zorgt ervoor dat leerlingen op de basisschool niet het Nederlandse taalniveau kunnen ontwikkelen dat ze nodig hebben om uit allerlei bronnen hun informatie te verzamelen, hun kennis op te bouwen en hun woordenschat uit te breiden. Deze onvoldoende taalbeheersing en hierdoor opgelopen kennisachterstanden bemoeilijken de doorstroom naar vervolgonderwijs waar achterstanden alleen maar groter worden. Alle Papiamentstaligen die niet via een grotere taal bij informatie kunnen komen kunnen ook niet leren om in het Papiaments, hun eigen moedertaal, over al deze onderwerpen te communiceren. Een te grote focus op Papiamentstalig onderwijs is niet verstandig, want het effect is dat hiermee juist ook de moedertaalontwikkeling wordt tegengewerkt. Met een andere aanpak, in het bijzonder bij de allerjongsten, zijn echter wel degelijk goede resultaten mogelijk; in beide talen.

De verkeerde focus van het onderwijsbeleid in de vroege schooljaren heeft een negatieve doorwerking naar alle vormen van middelbaar en hoger onderwijs. Het behalen van een diploma veronderstelt dat de leerling voldoende (beroeps)kennis, -vaardigheden en -attitudes heeft ontwikkeld. De bedoeling is ook dat de afgestudeerde op dat niveau zelfstandig díe informatie kan raadplegen die hij of zij voor beroep of vervolgstudie nodig heeft. Op een Papiamentstalige mbo kan de student voornamelijk leren wat hem door de docent of het vertaalde lesmateriaal wordt aangereikt. De mbo’er kan echter niet leren zelfstandig allerlei andere bronnen met informatie te raadplegen aangezien deze bronnen in het Papiaments er vrijwel niet zijn. Hiermee blokkeer je ontwikkeling van belangrijke kennis en vaardigheden om zowel op de arbeidsmarkt als in de maatschappij te functioneren.
De Nederlandse toezegging om het Papiaments verder te helpen beschermen en bevorderen is toe te juichen. Men moet zich hiervoor in het bijzonder richten op het creëren van een goed opgeleide bevolking die daadwerkelijk aan verdere ontwikkeling van het Papiaments kan bijdragen. Anders is de strijd voor erkenning van het belang van de landstaal voor niets geweest. Inzetten op toereikende Nederlandse taalbeheersing is in deze context geen koloniaal overblijfsel, maar een basisvoorwaarde om algemene onderwijsdoelen te kunnen behalen. Kennisontwikkeling is onmisbaar voor de emancipatie van de Papiamentstalige bevolking. En juist dat, emancipatie, is waar Nederland aan moet bijdragen!

Juana Kibbelaar is onderwijsadviseur en trainer en heeft jarenlange onderwijservaring in zowel het Caribische als het Europese deel van het Koninkrijk.

OTRA  Onderwijs – Training en Advies
Telnr. Curaçao: +5999 524 80 67
Telnr. Nederland: +31 (0)6 – 18 33 40 97 (WhatsApp)
E-mail: jkibbelaar@hetnet.nl

Deze beschouwing is oorspronkelijk verschenen in Antilliaans Dagblad, 23 oktober 2021.

“Armenschool en kerk in het buitendistrict op Westpunt” / ontleend aan Neerlandia, Curaçao-nummer, 1905


2 Trackbacks/Pings

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter